Kosten noch moeite zijn gespaard. Een geweldige verpakking, mooie hoes en een uitgebreid – erg mooi opgezette – boekje met (korte) uitleg, en een CD opnemen in de Wisseloord studio’s in Hilversum. Des te groter de druk op de muziek zelf (want daar gaat het tenslotte om). En die begint werkelijk groots. Zoals met het sfeervolle esthetisch verantwoorde ’Prologue’. Het ietwat Oosters aandoende ‘Enuma Elish’ verwijst naar Babylon (een inspiratiebron die ook gebruikt is door bijvoorbeeld VocaMe). Het kerk gevoel bij de start van het erg sfeervol opgebouwde ’Minnic Soe Stervic’ is Cesair op haar best. Mooi zoals dit nummer op het eind (meer een folk traditional) in niets meer doet denken aan het begin. “Dies, Nox et Omnia” is een erg ambitieuze plaat en bij ambitie hoort ook wel eens een missertje. De productie van ’Graeica’ is namelijk niet best. De mannenzang (a la The Moon And The Nightspirit) zit veel te ver terug in de mix (in tegenstelling tot de zang van Monique van Deursen die er iets te veel opligt). Daardoor komt dit nummer wat onevenwichtig over. Het toegankelijke ’Mal Casada’ verbergt een complex samenspel van de muzikanten. Altijd een kunst op zich. Vraag alleen of dit nummer, net als bijvoorbeeld ’Ishtar’ en, vooral, ‘Bergatrollets Friari‘, nu wel of niet helemaal past bij de zang van Monique (die verder uitstekend zingt). Hoog in de regionen klinkt het soms of er nog iets meer kracht bij kan. Zonder het nu echt storend te vinden, want ’Ishtar’ doet bijvoorbeeld denken aan Caprice en dat is niet de minste band in het genre. De inbreng van Sonja Drakulich (Stellamara, live meegezongen met Faun) had wel wat groter mogen zijn. De grote verdienste van Cesair is dat men het experiment niet schuwt. Door inspiratie over (bijna) de hele wereld te halen heeft men een afwisselende CD weten te creëren. Muzikaal sterk, vocaal – ondanks de eerdere opmerkingen – ook erg mooi en vooral, voor zo’n relatief jonge band, erg overtuigend in haar boodschap. Aanstekelijk als het moet (zoals ’Canso’, The Wanderings Of Oisin‘), terughoudend en sfeervol als het gevraagd wordt (zoals ’Du Som Har’ en ‘Atiny Naya’). Uiteindelijk een prima, volwassen debuut.
Cesair – Dies, Nox et Omnia
door Ron Schoonwater
401
vorig bericht
Covenant – Leaving Babylon
volgend bericht