“In my 30+ year career, I consider myself to have made 2 masterpiece concept albums: Dream Theater’s Scenes From A Memory & Transatlantic’s The Whirlwind… Ladies & Gentlemen, In my opinion, we have ABSOLUTELY TOPPED them both! THIS is THE ALBUM of mine (& Neal’s) careers”, aldus Mike Portnoy, daarmee direct critici de gelegenheid biedend het album neer te sabelen.
Is het album inderdaad zó enorm goed? Nee. Sterker nog: ik vind Sola Scriptura (ook met Morse en Portnoy) beter dan Similitude of A Dream. Is dat erg? Welnee, want dit is hoe dan ook een meesterlijk album.
Bij Sola Scriptura greep Morse terug op het verhaal over Luther, bij The Similitude Of A Dream is de basis een christelijke allegorie uit 1678, The Pilgrim’s Progress. Hij heeft dus nog een paar eeuwen aan materiaal voor conceptalbums. De liefhebber kan een overzicht van het verhaal vinden in het Wikipedia-lemma. De albumtitel komt daaruit, maar er komen ook al songtitels langs, zoals “City Of Destruction” en “The Slough” (of Despond).
Tekstueel is het een conceptalbum, maar muzikaal ook. Een ouverture, een reprise aan het eind en steeds terugkerende muzikale thema’s. Het begint ingetogen met strijkers op “Long Day”, maar vanaf “Overture” gaat het loos, op vertrouwd Neal Morsiaanse wijze: veel instrumentale krachtpatserij, van de ene climax naar de andere werkend, in balans gehouden met buitengewoon veel fraaie koortjes en op momenten zeer Beatlesque melodieën – met voor de goede luisteraar zelfs een citaat in het intro van “The Way Of A Fool”..
Morse en Portnoy mogen dan bijna per definitie overheersende karakters in een band zijn, met name Hubauer lijkt compositorisch flinke bijdragen te hebben geleverd, met (nog) meer seventies-prog-passages. Daarnaast zijn er daadwerkelijk vier zangers te horen op dit album. Niet alleen in wagonladingen prachtige koortjes, maar ook als leadvocalisten. Neal Morse zingt het grootste deel, maar Gilette (die veel van de hogere zang in de koortjes voor zijn rekening neemt), Hubauer en zelfs Mike Portnoy (“Draw The Line”) verzorgen op enig moment de leadvocals. Dat solo-album van Mike Portnoy gaat er nog komen, mark my words.
Portnoy wilde aanvankelijk een enkel album, omdat hij bevreesd was voor de spanningsboog die nodig is voor een dubbelaar. Dat hij vervolgens toch tot bovenstaande quote kwam, was dan ook niet vanzelfsprekend. Waar ik bij Dream Theater gaandeweg tot de conclusie gekomen ben dat 2 cd’s lang The Astonishing écht iets te zwaar op de maag ligt, is daar bij The Similitude Of A Dream geen sprake van. Niet alleen zit er halverwege een rijtje ingetogener songs, er zitten ook volop tracks tussen die ondanks de instrumentale krachtpatserij vooral heel catchy zijn. “City Of Destruction” bijvoorbeeld, “The Ways Of A Fool” en “So Far Gone”.
Kortom: overdreef Portnoy? Ach, uiteindelijk kun je hem niet kwalijk nemen dat hij trots is op The Similitude Of A Dream. Neal Morse-fans kunnen dit album blind aanschaffen, maar dat is geen verrassing. Als eenheid is The Neal Morse Band gegroeid, zonder een duidelijke zijtak van het Morse/Portnoy-werk te zijn, zoals Flying Colors dat wèl is. Dit achttiende studio-album van Morse en Portnoy samen is niettemin een van hun betere in een toch al indrukwekkend oeuvre.
Neal Morse website
The Neal Morse Band – The Similitude Of A Dream
384
vorig bericht