De Belgische post-metalband Amenra heeft zich door de jaren heen stevig verankerd als één van de meest expressieve en spiritueel geladen acts binnen de metalscene. De band is een vervolg op H8000 ensemble Spineless en die invloed is nog terug te horen op Mass I. De albums die volgden hebben meer en meer hun eigen stijl gekregen en balanceren tussen post-metal, sludge en atmosferische hardcore. Hun muziek is geen eenvoudige kost en kan het best worden omschreven als een ervaring, een vorm van bezwering. Begin dit jaar laat de band opnieuw van zich horen met twee losstaande, maar thematisch verweven EP’s, getiteld De Toorn en With Fang and Claw. Beide platen belichten elk een andere zijde van Amenra’s identiteit. De ene introspectief en ritueel, de andere intens en compromisloos. Samen vormen ze een tweeluik dat zowel terugblikt als vooruitkijkt.
Met De Toorn borduurt Amenra verder op het geluid en de thematiek van De Doorn, hun eerste volwaardige Nederlandstalige release. Opnieuw kiest de band voor een poëtische benadering waarin stilte en spaarzaamheid net zo krachtig spreken als het geweld dat daarop volgt. De EP bevat slechts twee nummers, die toch goed zijn voor een ruime twintig minuten aan betovering.

Heden opent bijna fluisterend, met minimalisme en een meditatieve werking, terwijl de geladen stem van Colin H. van Eeckhout in gesproken woord reflecteert op verlies en overgave. De opbouw van subtiele gitaarlagen en langzame en repetitieve drums ontvouwt zich na tien minuten tot een muzikale uitbarsting van logge riffs en helse krijsen, waarbij kippenvel gegarandeerd is. Het Nederlands leent zich uitstekend voor deze dromerige, poëtische aanpak.
De Toorn (Talisman) bouwt verder op diezelfde structuur. Hier ontvouwt zich een duistere liturgie waarin de band haar meest spirituele kant laat horen. Muzikaal flirt de track met ambient, doom en neoklassiek. De gitaartonen zweven door de ruimte en worden gedragen door sobere drums en diepe baslagen. De Toorn (Talisman) is voorzien van intelligente, bijna elitaire teksten, die een diepgaand verhaal weten over te brengen.
Dan naar de andere kant van dezelfde wonde. With Fang And Claw bezit eveneens slechts twee nieuwe werken, die korter van duur zijn en daarmee ruim tien minuten in beslag nemen. Waar De Toorn draait om traag opgebouwde spanning, kiest deze EP voor directe confrontatie. Het is een terugkeer naar de ruwe energie van hun vroege werk, met duidelijke invloeden uit de hardcore en sludge.
Forlorn opent met een ronduit verstikkende gitaarriff die doet denken aan het vroege werk van Neurosis of Isis. Deze EP omhelst een rauwheid die we al jaren niet meer gewend zijn van dit Belgische genootschap. De lineaire opbouw biedt weinig rustmomenten, maar slechts muren van geluid die zich steeds indringender opstapelen. Slechts het zalvende gesproken woord te midden biedt korte stilte. Amenra keert terug naar de post-metal ten tijde van Mass II & Mass III.

Afsluiter Salve Mater is het kortste epos van deze vier nieuwe werken, maar bevat ook de meeste urgentie en intensiteit. De duale, afwisselende vocalen dragen allemaal bij aan het sonische gevecht. De zware drumpartijen vallen zwaar op een lege maag, terwijl de hoge uithalen de luisteraar bij de keel grijpen. De Belgen laten een pijniging horen, zoals we nog niet eerder hebben gehoord.
De keuze om deze werken apart uit te brengen versterkt hun individuele kracht, maar samen vertellen ze een completer verhaal. Het is de balans tussen introspectie en expressie die dit ensemble al jaren zoekt. Geen van beide is ooit volledig afwezig in hun werk, maar op deze manier worden ze glashelder naast elkaar gelegd. Amenra weet met deze twee EP’s zowel de doorgewinterde luisteraar te bekoren als de hedendaagse liefhebber moeiteloos te overtuigen.