Home » Oak – The Third Sleep

Oak – The Third Sleep

door Maurice van der Zalm
60 views 5 minuten leestijd

Een album van het Noorse Oak is een prettige zoektocht naar de diepere essentie van de progressieve muziek. Met The Quiet Rebellion Of Compromise wist de band zich bij mij in de kijker te spelen, hoewel het al het derde album van de band was.

Nu is het de tijd voor het vierde album The Third Sleep om me mee te nemen, te verleiden en te vangen in de reis door de veelzijdige muzikale landschappen van het progressieve genre. In zeven composities verleidt het trio je met een goed stuk muziek waarin de strijd van het individu in deze complexe maatschappij weer centraal staat.

De twee singles die reeds uitgekomen zijn, liggen sterk in het verlengde van het vorige album. Run Into The Sun start in een gestaag tempo dat je meeneemt en waarin het drumwerk van Øystein Sootholtet als een perpetuum mobiel de voortgang regelt. De zang van Simen Valldal Johannessen heeft dat diepere timbre dat als een warme deken het slakkenhuis in je oor vertroetelt. Het couplet intrigeert door het innemende karakter en in het refrein wordt een meer pittiger impuls ingezet zonder dat het kleine, beschermende karakter wordt aangetast. De samenzang / duozang naar het einde toe complementeert het gitaar- en pianospel en voegt een extra dimensie toe aan het gevoel dat Run into The Sun achterlaat.

De tweede single Shimmer past met een tijd van ruim zeven minuten prachtig in het progressieve palet. En Oak weet met deze tijd wel raad, want iedere minuut is enorm interessant om te beluisteren. Muziek is emotie en Oak weet je dan ook te raken. In het samenspel, in de zang en zeker met het spel van intensiteit. Er zijn geen grenzen en het stuk klarinet halverwege biedt even een ander uitzicht en is tevens de opmaat voor een meer krachtig geluid dat zich langzaam, maar sterk opbouwt naar een klein hoogtepunt (meer een soort progressieve heuvel) van waaruit het even genieten is van het ‘hierzijn’ om dan geleidelijk en instrumentaal aan de afdaling te beginnen. Rustig met een repeterend karakter vervolgt Oak de compositie. Dit stuk muziek zorgt voor ontspanning als een rustige beek die zich door het landschap voert om aan het eind licht aan te zwellen.

Het album start aanvankelijk met fraai gitaarwerk en met een vertrouwd gevoel. Het karakteristieke stemgeluid pakt je meteen en het tempo, in een fraai ritme verpakt, spreekt aan en is aanstekelijk. Oak speelt niet meteen op veilig door het gebruik van een saxofoon meteen in de eerste compositie in te zetten. Enigszins anders, maar door de jaren heen is al gebleken dat de saxofoon een prachtig instrument is dat met zijn klanken het progressieve geluid kan versterken. Je vindt de sax dan ook gedurende de complete compositie. Zo rond de vijf minuten gooit Oak het over een ietwat andere boeg en zet de band een rustpunt in om van daaruit met subtiel gitaarspel weer op te bouwen. In eerste instantie met bas en drum en later valt de saxofoon weer in.

London kent weer een andere insteek. Het drumwerk is wat langzamer en qua ritme doet het me een beetje denken aan de muziek van de Nits (hoewel Oak die Nederlandse band waarschijnlijk niet kent). De zang van Simen is gemoedelijk en daarmee ook geruststellend. Deze relatief korte compositie veroorzaakt door het continue ritme en de herhaling een hypnotiserende werking waardoor het jammer is dat je aan het einde uit je droomwereld van Oak wordt weggerukt.

Shapeshifter is een mooi vervolg op hetgeen we al hebben mogen ervaren op The Third Sleep. Heerlijk past Oak een stuk muziek in dat halverwege start met een schijnbaar eenvoudige doch doeltreffende gitaarmelodie. De drumpartij vult aan en langzaamaan vult het complete progpalet zich weer. De (samen)zang die daarop volgt is warm en vol en met de gitaarsolo van Sigbjørn Reiakvam en de dieper liggende keyboard loopt het alweer naar een berustend eind.

Vanaf Borders houdt Oak vast aan het vertrouwde geluid van de band, maar zoekt de band ook enige uitstapjes links en rechts in het progveld. Borders is qua geluid meer toegankelijk en meer krachtig dan het voorgaande op het album. Het blijft echter wel genieten van de manier waarop Oak vanuit het couplet spanning kan opbouwen naar een aantrekkelijk refrein. De laatste ruim twee minuten zijn dan weer gereserveerd voor een muzikaal oorstrelertje. Ingetogen en licht melancholisch werkt Oak toe naar een meer bombastisch einde dat als vanzelf overgaat in Sensory Overload. Het drumritme is voor een groot gedeelte bepalend voor de sfeer. Wanneer deze wegvalt zijn het gitaar en zang die de show stelen. Ruim drie minute volgt Oak de Noorse weg die zij bewandelen, maar rond vier minuten neemt de band een afslag die meer complex en minder voor de hand liggend is. Hier komt de meer geoefende progrockluisteraar om de hoek kijken en lijken prog en jazzyritmes te versmelten in een meer experimenteel karakter. Zeker wanneer het saxofoongeluid invalt. Van daaruit is er een afslag die een deathmetalsteeg inloopt. Het ritme gaat omhoog en er worden weliswaar grunts ingezet met sterk gitaargeluid in het décor. Hier neigt Oak sterk richting een band als Opeth en het past ze ook zeker wel. The Third Sleep krijgt daarmee een verrassend einde, maar wel een lekker einde.

The Third Sleep is daarmee een vertrouwd album van Oak met fijne wendingen en verrassingen. Overwegend past het geluid op dit album in het verlengde van zijn voorganger(s) en dat is prettig. Met The Third Sleep levert Oak dan ook een album af dat weliswaar een sterke kandidaat is voor de eindlijst van het jaar.

Kijk ook eens naar