Dat Doyle Bramhall II al lang op niveau actief wist ik. Hij begeleidde bijvoorbeeld Eric Clapton live en in de studio vanaf diens twee Robert Johnson-coveralbums Me & Mr. Johnson en Songs for Robert J. Toch was ik verrast door zijn discografie. Zelfs in mijn eigen collectie was hij veel vaker te vinden dan ik dacht.
De grote namen zijn opmerkelijk, maar zeker ook de muzikale reikwijdte. Clapton dus, en daarnaast het Elton John/Leon Russell-album The Union, diverse albums van Meshell Ndégéocello, Ritchie Kotzen, Neil Finn en de Tedeschi Trucks Band.
Dat hoor je ook terug op Shades, zijn vijfde soloalbum. Niet meteen, overigens. Het album begint met een aantal tracks die vooral soul en r&b met een randje blues laten horen. Niet teveel scherpe randjes, al is dat mede het gevolg van het feit dat Bramhall een veel betere, maar ook veel soulvollere zanger is dan bij blues gebruikelijk. Hammer Ring is op de eerste helft van het album de uitzondering. Dat had een Bonamassa-song kunnen zijn – inclusief een dijk van een solo-, maar de achtergrondzang trekt het heel erg de gospelhoek in. Voor mij de uitschieter op de eerste helft. Ook de brug in London To Tokyo smaakt naar meer.
Op Everything You Need is de eerste gast te horen: Eric Clapton. De songkeuze vind ik opmerkelijk: het is een r&b-ballad met maar een vleugje blues. Searching For Love is een ballad met Norah Jones en opvallend genoeg het eerste nummer na Hammer Ring waarin het r&b-stramien een beetje wordt losgelaten en er ruimte is voor ingetogen maar o zo fijn bluesgitaarwerk. Het navolgende Live Forever is een samenwerking met het Texaanse duo The Greyhounds, bestaand uit gitarist Andrew Trube en toetsenist Anthony Farrell, dat ook wel wordt omschreven als ‘Hall & Oates meets ZZ Top'(!). Het zorgt voor een track waarin zwaar overstuurde gitaarpartijen worden gecombineerd met psychedelica, met een heerlijke Cream-vibe als resultaat. De laatste samenwerking is met de complete Tedeschi Trucks Band, in een versie van Bob Dylan’s Going Going Gone. Geen heel opvallende versie, maar wel lekker uitbundig. Nog een speciale vermelding voor de pianoballad Break Apart To Mend. Hier hoor je pas hoe goed hij eigenlijk kan zingen. Er wordt mooi naar een climax met een gierende gitaarsolo toegewerkt.
Geef het album een paar luisterbeurten. Pas bij aandachtige beluistering hoorde ik dat de variatie in de songs veel groter was dan ik dacht. Het is jammer dat de stijlen wat onevenwichtig verdeeld zijn, waardoor het een beetje een verzameling songs blijft in plaats van een album. Net iets meer gedoseerd uit de bocht vliegen zou het album ten goede komen. De tweede helft van het album bevalt me daardoor een stuk beter.
Dat neemt niet weg dat de van een wat ruimere smaak voorziene bluesliefhebber zeker eens moet gaan luisteren. Nou ja, een paar keer dus.
Doyle Bramhall II website
Doyle Bramhall II – Shades
280
vorig bericht