Na de release van Dethroned in 2016 heeft To The Rats And Wolves de afgelopen achttien maanden gebruikt om de opvolger Cheap Love te schrijven en op te nemen. Dethroned sprak mij erg aan, zeker door de muzikale overeenkomsten met Eskimo Callboy en We Butter The Bread With Butter. Ik vroeg me af of To The Rats And Wolves die intensiteit van Dethroned verder heeft weten uit te bouwen op Cheap Love. Dat is slechts ten dele gelukt, concludeer ik na het beluisteren van het complete album. Nog altijd is de geest van het vorige album sterk aanwezig op het nieuwe album, maar een groot gedeelte ontstijgt de mainstreamcomposities niet.
De mix van nu-metall, metalcore met electro-elementen is ruimschoots aanwezig in titelnummer Cheap Love en Never Stop. Gezegend met een stevige electrobeat zijn beide composities krachtig neergezet en hebben een sterk dansbaar karakter. De metalcore-elementen zijn ruimschoots aanwezig en dat zorgt ervoor dat de krachtige zang wordt gecombineerd met melodieuze clean vocals in de refreinen. Versnellingen zijn netjes ingebed in de gehele compositie en een breakdown doet het altijd goed bij mij, omdat juist die vertraging en diepe groove me van binnen ‘kietelen’.
Het nu-metalkarakter krijgt meer accent in Friendz en Look What You Made Us Do. Hier kun je niet om de vergelijking heen met een band als Papa Roach. Toch klinkt To The Rats And Wolves minder overtuigend dan hun doorgewinterde collegae. Het is allemaal retedansbaar maar blijft wel ergens hangen in de mainstreamteenpop en daar is het gebruik van een grunt niet vanzelfsprekend goed voor een pittig randje. In Cure wordt er meer gebruik gemaakt van een gruntgeluid en ergens past het gewoon niet in het algemene karakter van de compositie. Ben ook heel benieuwd op welke doelgroep het geheel gestoeld is. En dat gevoel is het gehele album een item dat in mijn achterhoofd blijft hangen. Al in het begin met Therapy is dat zaadje geplant. Een ‘lieve’ , vrij glad gestreken, compositie met rafelige randjes
Daar ligt ook wel weer een overeenkomt met het laatste album Who Do You Trust? van Papa Roach dat ook van twee walletjes lijkt te eten. Aan de ene kant is de nu-metal prettig neergezet, maar aan de andere kant neigt het geluid erg naar bijvoorbeeld het populaire 5 Seconds Of Summer. Zeker wanneer je True en Famous hoort. Gangbaar, aansprekend maar niet heel ‘metal’ te noemen.
Naar het einde toe weet To The Rats And Wolves me nog even stevig te boeien met B.I.C. waarin ik het gevoel van Dethroned weer terug voel stromen met de opzwepende electrobeat, de opbouwende spanning en de uitbarstingen die ervoor zorgen dat er onbewust lichaamsdelen gaan bewegen. Ook afsluiter Down krijgt het voordeel van de twijfel. Deze compositie is ontzettend poppy maar heeft iets positiefs en opbeurends in zich. Dat geldt voor mij, maar heeft tijdens het opnameproces ook een rol gespeeld bij de band zelf. In de dieptepunten die de band heeft doorlopen is Down altijd de compositie geweest die het licht aan het eind van de tunnel symboliseerde en de weg wees naar een hoopvolle toekomst.
Cheap Love is niet geworden wat ik van het nieuwe album verwachtte, maar uiteindelijk is dat ook heel persoonlijk. Het zestal uit Essen heeft met Cheap Love, evenals Papa Roach, een album weten te maken dat een brug slaat tussen de dansbare metalcore en het mainstreamgeluid van populaire andere bands. Daarmee is Cheap Love best een goed album met de nodige pareltjes in zich. Het spreekt mij alleen niet over de hele linie aan. Een groot gedeelte van een ‘jeugdig’ publiek zal echter Cheap Love in de armen kunnen sluiten. Ben wel heel benieuwd welke set de band gaat samenstellen voor Graspop later dit jaar.
To The Rats And Wolves – Cheap Love
296