Geïnspireerd door de melodische deathmetal uit Scandinavië, de slavische traditionele muziek en klassieke symfonieën wist het Franse Aephanemer mij met het album Memento Mori in 2016 te verrassen. De verfrissende melodische deathmetalwind van toen hebben ze omgezet in diverse optredens waarmee ze het tot Wacken Open Air 2018 wisten te schoppen. Na twee jaar schrijven lanceert het viertal het tweede album Prokopton. Een album dat onder handen is genomen door Dan Swanö en Mike Jussila.
Prokopton is een waardig vervolg op Memento Mori. Gebaseerd op een stevige deathmetalleest zijn de acht composities prettig om naar te luisteren. Ik heb wel het idee dat op Prokopton de folkmetalinvloeden wat meer naar de voorgrond zijn geplaatst. In het titelnummer Prokopton en dat resulteert in melodieën die uiterst prettig in het gehoor liggen en bijna luchtig een tegenhanger vormen voor de zware ritmesectie die met elkaar verbonden worden door het gruntgeluid van zangeres/gitarist Marion Bascoul met een stemgeluid dat je niet zo gauw van een zangeres verwacht. Marion is de zwaardere uitvoering van Ryanne van Dorst van Dool. In The Sovereign gaat de folkloristische inslag verder met wat elementen uit de middeleeuwse muziek er doorheen. Hier is de zang wat scherper neergezet en ligt het tempo een stuk hoger. Naar het einde toe wordt het geluid letterlijk en figuurlijk naar een hoger plan getild door de toonhoogte langzaam een octaafje of wat te verhogen. Een ‘truukje’ dat de compositie tilt uit de oppervlakkigheid. The Sovereign loopt qua melodie, met een kleine tussenstop, over in Dissonance Within en langzaam worden de overeenkomsten met Children Of Bodom weer wat duidelijker.
Snowblind wordt gesierd door de uiterste strakke en snelle deahtmetalbasis die past in het geluid dat ik ondertussen weer gewend ben op Prokopton. Marion blijkt meer te zijn dan een passievolle gruntmachine en laat horen dat ze meer heeft in haar mars. Door de zwaarte en de, wat theatrale, felheid ligt Snowblind, wellicht door de slavische invloeden, dicht bij het geluid van Arkona.
Het album kent een rustpunt dat Eternity’s Gate heet en waar gitarist en componist Martin Hamiche als een versterkte metalminstreel even zijn kunsten mag vertonen. Een leuke oase, maar meer ook niet. Ik ben wel weer volledig opgeladen voor Back Again dat gebaseerd is op een prettig ritme en een aanstekelijke melodie en dit aangename gevoel wordt verder gevoed in Bloodline waarin de klassieke symfonische invloeden verwerkt zijn in het totale geluid en op een deathmetalbasis uitstekend gedijen. Het album sluit af met een compositie van negen minuten waarin alle registers nog even open worden gegooid en de diverse invloeden mooi met elkaar worden verweven. If I Should Die doet me ook beseffen dat het album voorbij is voordat ik er erg in heb en daarbij het ik het idee dat diverse traditionals uit de verschillende culturen aan de basis zouden kunnen hebben gestaan aan het schrijfwerk van de band.
Ik ben niet zozeer een uitgebreide kenner van de deathmetal, maar weet wel dat Aephanemer met in 2016 en wederom in 2019 weet te strikken met een album waarop uitnodigende composities ervoor zorgen dat je met plezier een album beluistert.
Aephanemer – Prokopton
276
vorig bericht