Jeff Scott Soto brak door bij het solodebuut in 1984 van Yngwie Malmsteen. Malmsteen zelf schijnt dat geen prestatie te vinden, maar volgens mij was dat debuut van Malmsteen zonder Soto ook niet zo goed geweest.
Soto heeft na dat album niet meer zonder werk gezeten en heeft in al die jaren op vele tientallen platen gezongen, als gastzanger, als ingehuurde kracht voor een album of als echt bandlid. Het laatste jaar is hij vooral in de weer geweest met Sons Of Apollo, de supergroep van drummer Mike Portnoy, met ook Derek Sherinian, Ron ‘Bumblefoot’ Thal en Billy Sheehan. Later dit jaar verschijnt een livealbum met orkest van die band.
In Sons of Apollo trekt Portnoy aan de touwtjes, Soto is echt de band van Jeff Scott Soto. In meer dan één opzicht: de muzikanten zijn dezelfde als in zijn soloband. Toch is er een duidelijk verschil. Waar Soto solo vooral met AOR en poprock in de weer is, was SOTO (voor het onderscheid door de band met hoofdletters geschreven) vanaf het begin bedoeld voor een duidelijker heavier geluid. Naast Soto bestaat de band uit leadgitarist Jorge Salan, toetsenist/gitarist BJ, drummer Edu Cominato en bassist Tony Dickinson. Alleen de laatste is een nieuw gezicht in de band, nadat de vorige bassist, David Z, tragisch om het leven kwam bij een busongeluk met een van diens andere bands, Adrenaline Mob. Voor de band Soto is Origami het derde album, na Inside The Vertigo uit 2014 en Divak uit 2015.
De openers HyperMania en Origami laten geen enkele twijfel: een moddervet basgeluid, roffelende basdrums en hakkende riffs. Nee, dit is echt geen AOR. Dat HyperMania desondanks een bijna poppy aandoend catchy refrein heeft kun je Jeff Scott Soto niet kwalijk nemen. Dat gevoel voor melodie heeft ‘ie nu eenmaal. Halverwege is de powerballad Torn te vinden. Het is niet moeilijk je dat nummer voor te stellen als galmende AOR-track, maar voor dit album is gekozen voor een steviger benadering en die is ook hier in de mix voortgezet. Dat hoor je overigens wel vaker gebeuren, dat een compositie niet meteen een en al hardrock of metal is. Dat wordt steeds weer gecompenseerd in het geluid.
Dat geluid is heel strak en modern gemixt en geproduceerd. Wat mij betreft hadden de keyboardpingels een paar keer iets minder prominent gemogen – al werkt het in Afterglow juist weer heel goed -, maar het is een kwestie van smaak of dat je ligt. Minder een kwestie van smaak is een enkele keer het geluid van de basdrum. In Dance With The Devil lijkt het bijvoorbeeld soms meer op meppen op een natte krant en dat doet echt af aan het plezier.
Toch levert de band Soto met Origami voor de derde keer een plaat af die er mag zijn. In september kun je ze in onze contreien live aan het werk zien.
Soto website
Soto – Origami
287