In de tweede week van december verscheen er ineens een postuum soloalbum van Chris Cornell. Een coversplaat met de titel No One Sings Like You Anymore, Volume One.
Enige tijd geleden kwam al zijn cover van Patience van Guns N’Roses uit. De (geprogrammeerde?) drums op de achtergrond vond en vind ik eerlijk gezegd ronduit lelijk en zelfs Cornell’s zang haalt het niet bij het origineel. Cornell zingt niet slecht – kon hij dat überhaupt? -, maar er zit bij lange na niet de swing in die Axl Rose met zijn bijzondere frasering in het origineel aanbrengt. Hoe zou het met de andere covers gaan?
Opvallend is dat de tracks weliswaar door allemaal verschillende artiesten bekend zijn geworden, maar dat drie van de tien (mede-)geschreven zijn door Jerry Ragovoy. Die schreef onder andere Time Is On My Side voor de Stones, maar ook de hier opgenomen tracks Get It While You Can (Janis Joplin, door Cornell van een rhythm ‘n blues-track naar een rechttoe rechtaan rocktrack veranderd), You Don’t Know Nothing About Love (Carl Hall, een track waarin Cornell’s soulstem geweldig tot zijn recht komt) en Stay With Me Baby (Lorraine Ellison, maar vooral bekend door de Bette Midler-film The Rose). De meest obscure track is Sad Sad City van Ghostland Observatory, een electropopband. Cornell maakt er juist een hele fijne akoestische track van, iets wat hij later ook met John Lennon’s Watching The Wheels doet. Ook opvallend zijn Prince’s Nothing Compares 2 U (vooral bekend in de versie van Sinead O’Connor)en Electric Light Orchestra’s Showdown.
Cornell heeft alles in 2016 in zijn eentje opgenomen. Dat betekent dat er geprogrammeerde drums aan te pas gekomen zijn en die zijn soms niet erg subtiel, zoals in Patience. En hoewel Brendan O’Brien (Audioslave, AC/DC, Sprngsteen) als producer gefungeerd schijnt te hebben, zijn mix en productie ook niet altijd geweldig. De cover van Electric Light Orchestra’s Showdown is wel verrassend, maar waar in het origineel een loepzuivere productie de drukke compositie in goede banen leidt, is het hier een wat rommelig en vol geheel geworden.
Dat een soloplaat van Cornell niet automatisch een alternatieve rockplaat zou worden kon je al verwachten door zijn voorgaande soloplaten. Ik kan het wel waarderen dat hij een coversplaat gemaakt heeft en dat die bovendien zo gevarieerd is in de songkeuze. Jammer genoeg zijn niet alle covers even geslaagd, deels door die lelijke drums en deels door de productie. De meest geslaagde tracks zijn meer akoestisch of hebben een flinke soulvibe. Dat neemt niet weg dat het natuurlijk geweldig is om nog nieuw materiaal te krijgen met de stem die we nu al bijna vier jaar moeten missen.
Het Volume One in de titel suggereert dat er nog meer in het vat zit. En als de weduwe van Cornell en de drie overgebleven leden van Soundgarden het nog ooit eens kunnen worden zou ook dat materiaal nog kunnen verschijnen. Met alle minpunten die dit album heeft, blijft wel als een paal boven water staan dat de stem van Cornell uniek was.
Voorlopig is het album alleen digitaal te krijgen. Fysieke edities komen er wel, maar pas op 19 maart.
Chris Cornell website
Chris Cornell – No One Sings Like You Anymore, Volume One
510
vorig bericht