Het Grinder Blues-album El Dos was nog maar net uit of dUg Pinnick kwam met zijn volgende soloalbum, Joy Bomb.
Zijn vijfde, of als je de Poundhound-albums meetelt zijn zevende. Toch is zijn laatste soloalbum met nieuw materiaal, Naked, al van acht jaar geleden. Daartussendoor zat alleen nog het Jimi Hendrix-tribute Often Imitated But Never Duplicated. In de tussentijd bracht hij echter wel albums uit met Pinnick, Gales & Pridgen, met Grinder Blues en met KXM. Hij heeft dus bepaald niet stilgezeten.
Zoals vaker op zijn soloalbums is het drumwerk (voorzover aanwezig) zo’n beetje het enige wat hij heeft uitbesteed, aan de mij verder onbekende Matthew Kjorvestad. Toch is het op Joy Bomb iets anders. Niet alleen is op veel tracks Grinder Blues-drummer Scot Bihlman op percussie te horen, er zijn in ongeveer de helft van de tracks gastgitaristen, onder wie Phil X (Bon Jovi) en Randy McStine (Nick D’Virgilio, Vinnie Moore).
De songs zijn erg gevarieerd, van rock en pure funk tot pop, net zo vaak over maatschappelijke onderwerpen (Social Distancing, Equally Divided) als veel persoonlijker. Soms zijn tracks vooral steeds weer herhaalde frases, zoals dat bij Pinnick vaker voorkomt. Wat anders is ten opzichte van zijn andere projecten is dat het muzikaal vuurwerk niet de boventoon voert. Het is er wel, maar het is vooral Pinnicks stem die de sfeer zet. Funky zoals in Key Changer, soulvol in I Can’t Fight This Feeling, wat meer dreigend zoals in Like A Wolf, een aanstekerballad in Long Live Love. Maar iedere keer is het vooral de stem van Pinnick die sfeer van de track bepaalt: laag en donker, vrolijk en poppy, of boos en met de vuist in de lucht.
Joy Bomb is vooral een plaat voor liefhebbers van de stem van Pinnick. Begrijp me niet verkeerd, muzikaal is het dik in orde, maar het vliegt in dat opzicht wel alle kanten op. Die stem is de gemene deler.
dUg Pinnick website
dUg Pinnick – Joy Bomb
361
vorig bericht