Michel St-Pere is het universele brein achter Mystery. Hij richtte de band (op 17-jarige leeftijd) op in 1986 onder de naam Century, maar aangezien een Franse band deze naam al had, werd uiteindelijk gekozen voor de naam Mystery. In de loop der jaren is het, evenals veel andere beginnende bands, een komen en gaan van bandleden. Een aantal daarvan waren het resultaat van verschillende muzikale visies, maar helaas verloor Michel ook twee (oud)leden door tragische gebeurtenissen.
Sinds 2017 is de bezetting stabiel en is Mystery toe aan het negende studioalbum Redemption. Een album dat uitgebracht wordt Michels eigen label Unicorn Digital. De voorgaande albums mochten rekenen op zeer positieve kritieken en ook live wist Mystery te overtuigen en een grote fanbase achter zich te krijgen. Vooral in Nederland mag Mystery zich een grote naam noemen. Een compleet livealbum is hier in de Boerderij in Zoetermeer opgenomen en in de zevendaagse tour die de band afgelopen maand in Europa verzorgde, stonden twee Nederlandse podia op de lijst. Tijd om het nieuwe album van het zestal onder de loep te nemen.
Gemakshalve kan de muziek van Mystery in het hokje van het progressieve genre geplaatst worden. Sommigen omschrijven het als neo-progrock in het straatje van Pendragon, Arena en IQ, maar een fikse portie symfonische rock is tevens in de muziek van Mystery te vinden. Invloeden van Saga zijn duidelijk aanwezig. Het is ook een leuk detail dat zanger Jean Pageau de band ook leerde kennen in 2013 toen Mystery het voorprogramma verzorgde van Saga en Jean Pageau daar in het publiek stond. In de opener Behind The Mirror is er echter ook een sterke link naar het geluid van Rush te maken. Het spel van toetsenist Antoine Michaud, het bijzondere ritmewerk van drummer Jean-Sébastien Goyette en het gitaarspel van Michel St-Pere maken van Behind The Mirrors een genot om naar te luisteren. Jean Pageau siert het met zijn bijzondere stemgeluid en de mix van progressieve stukken en een prachtige melodie maken van Behind The Mirror meteen een klassieker. De gitaarsolo van Michel is uiterst doeltreffend en ademt in alles passie voor de muziek. Behind The Mirror is representatief voor de meer krachtige composities.
The Beauty And The Least is eveneens aan deze kant gesitueerd. Startend met slechts ingetogen zang en akoestisch gitaarspel grijpt de compositie je meteen naar de strot. Langzaam krijgt Jean Pageau gezelschap van zijn medebandleden. Aanvankelijk voel je je een paardebloempluis die zich laat glijden op de lichte turbulentie van de muziekgolven en kun je mooi wegdromen bij het prachtige muziekspel. Na drieënhalve minuut is er een subtiele kleine versnelling waarin het basgeluid van Francois Fournier een belangrijke factor is. Zijn spel en het hihatspel van Jean Sébastien zijn een uitstekende voedingsbodem voor het gitaarspel van Michel. Ze nemen alle tijd om je in een progtrance te krijgen en bouwen de spanning en kracht gestaag op naar een progressief stuk hemelse tonen waarbij toetsenist Antoine Michaud nog een extra duit in het zakje doet.
Het progressieve karakter krijgt verder vorm in Pearls And Fire. Het is weer een subtiel hihatspel dat het ritme vormt. Ingetogen werkt Mystery naar een soort van eruptie die komt op een manier die je ook bij Saga terug hoort. Dit is progressieve rock met fijne tempowisselingen en melodieën die ook bij Styx zouden passen. Al met al duurt Pearls And Fire bijna dertien minuten maar iedere seconde weet Mystery de aandacht van je vast te houden. Steeds verrassend krijgen symfonische elementen hun inbreng in deze zeer gevarieerde compositie.
Het is in Homecoming inderdaad alsof je thuis komt in dit progressieve / symfonische bad. Naast de eerder genoemde invloeden uit de jaren zeventig en tachtig mogen de namen van Spyz en New England niet ontbreken en het blijft doorgaan wanneer Is This How The Story Ends? aanzet. Sterk refererend naar de jaren zeventig krijgt deze compositie bij aanvang een sterk retrokarakter. Alsof ik terug in de tijd stap en in mijn prille muziekreis me laat overweldigen door een stuk muziek waaraan je kunt blijven kleven en wat je met je ogen dicht en het volume op maximaal mag en kan ondergaan. In de negentien minuten weet Mystery iedere seconde te overtuigen. Er is ruimte voor een mooie melodie en voor het afzonderlijke spel van gitaar en keyboard. Daarmee bewegend richting een combinatie van Pendragon en Rush.
De andere helft van het album bestaat uit drie pareltjes van composities. Verbluffend en maagdelijk puur zet Mystery drie composities neer die je bij het beluisteren voelt in je onderbuik, in je borst. Muziek die zich ergens tussen twee hersenhelften een plaats weet te bemachtigen, warm en vol. De eerste is Redemption. Niet alleen is het gevoelig en mooi, het wordt ook precies op de juiste momenten krachtig neergezet. Bij Every Note is iedere noot ook raak. In alles ademt Every Note passie en emotie en dat gevoel krijgt een vervolg in My Inspiration. Dit is de personificatie van de Griekse godin Muze en zij wordt op iedere mogelijke manier vereerd. Het is een heerlijke ballad, boordevol met progelementen. Het is een auditieve genotsreis.
Acht composities en 73 minuten verder, ervaar ik een leeg gevoel dat alleen gevuld kan worden door de repeatknop. 73 minuten is 4.380 seconden en geen enkele daarvan is verspild. Mystery overtuigt op alle fronten en blijkt ook een meester te zijn in het maken van langere composities die aantrekkelijk blijven. Redemption is een meesterwerk op het progressieve / symfonische vlak en 2023 is binnen het genre een uitstekend progjaar. Met albums van Riverside, Ice Age en nu ook met Mystery is het smullen van dit voorjaar. Zeker een kandidaat voor de eindlijst van dit jaar.