Wie een Tool-light versie verwacht kan beter deze plaat links laten liggen. Billy Howerdel (gitaar/ piano) en Maynard James Keenan (zang) kiezen voor een rustiger, meer experimenteler aanpak. De heftige gitaar erupties zijn tot een minimum beperkt. In plaats daarvan staan triphop drumlijnen, piano stukken, (elektronische) strijkers en weldoordacht geschreven nummers centraal. Eat The Elephant komt daarmee verder van het rockgeluid te staan, zonder het overigens helemaal af te zweren. De kracht van het album is de onderhuidse spanning, met detaillistische en subtiel verpakte verschillen binnen de nummers. Wat betreft sfeer en aanpak is het daardoor eerder te vergelijken met de laatste (geweldige) plaat van Puscifer, het andere project van Maynard. A Perfect Circle trekt de rock kaart nog wel, zoals op The Doomed, Delicious, het simpele Feathers en het aparte Hourglass, maar is nu veel meer dan dat. Eigenzinniger dan ooit. Dat begint al bij het titelnummer. Het is alsof Radiohead samen met UNKLE een nummer geschreven heeft. Disillusioned lijkt een zwierig rock nummer te zijn totdat het nummer inzakt naar een progressieve rock ballad waarin de piano de hoofdrol opeist. The Contrarian bezit de ultieme mix van sfeervolle gitaar en piano. Het vrolijke, makkelijk in het gehoor liggende So Long And Thanks For All The Fish is een mooi breekpunt in het midden van het album. Met nummers als TalkTalk en By And Down The River keert de band weer terug naar de sfeer van het begin van het album. Eat The Elephant vraagt tijd om te groeien. Als de oester echter uiteindelijk openklapt blijkt er een fantastische parel in te zitten. De veelzijdige stem van Maynard James Keenan krijgt dan ook alle kans om te excelleren op dit uitgebalanceerde album.
Er is echter een groot minpunt, wat een spuuglelijke hoes. Gelukkig is dat niet het belangrijkste van een plaat.
A Perfect Circle