Hard, harder, hardst. Dat is het credo waar New Yorkse noise-sensatie A Place To Bury Strangers live al jaren vakkundig mee opereert. Dat op het van tevoren bekendgemaakte tijdschema stond dat de heren slechts een uur zouden spelen maakte het publiek op voorhand erg nieuwsgierig. Hóe hard zou het er aan toe gaan in de kleine zaal van de Effenaar?
Het Vlaamse viertal Räpe Blossoms is daarna aan de beurt. Hun geluid is stukken donkerder en doet vaker dan eens denken aan Joy Division, en diens geestelijke opvolger New Order. De set komt wat traag op gang, maar krijgt gaandeweg toch voldoende tractie voor een memorabele indruk.
Even voor tienen maakt A Place to Bury Strangers zijn opwachting, de band waarvoor iedereen gekomen is. Bij de eerste noten wordt al duidelijk dat de oordoppen die van tevoren uitgedeeld werden inderdaad geen overbodige luxe zijn. De heren laten er geen gras over groeien en trappen af met enkele songs van de eerste twee platen; het titelloze debuut en diens opvolger Exploding Head. De songs werpen een imposante muur van geluid op – mede mogelijk gemaakt door de zelf-vervaardigde pedalen van Oliver Ackermann’s persoonlijke laboratorium, Death by Audio.
Sterker nog, tegen het einde van de set verdwijnt de band ineens in het publiek om iets onverwachts te doen. Ackermann tovert een drumcomputer tevoorschijn, waar onder begeleiding van bassist Dion Lunadon en door het publiek bewogen laserlampen ineens twee nummers in een ander daglicht gespeeld worden. Na dit uitstapje hervat de band hun optreden op het podium, waar afgesloten wordt met het ziedende Revenge. Een uurtje was vanavond precies genoeg.