De spijkerjassen mogen weer uit de kast, en al het lichaamshaar mag weer groeien. Airbourne is terug. Hardrockers in hart en nieren die ook wel ‘het AC/DC van nu worden genoemd.’ Een zeer terechte vergelijking, want het geluid is vrijwel identiek. Ready to rock?
Na twee geslaagde albums gaat de band verder waar zij is gebleven. Alles behalve vernieuwing is weer aanwezig: jankende gitaren, stevige riffs en het agressieve geblaf van leadzanger Joel O’Keeffe. Het maakt het des te lastiger om de nummers te onderscheiden, maar telkens als het refrein de trommelvliezen in knalt, dan kun je de liedjes vlekkeloos meezingen. Verstand op nul, volume op elf.
Tekstueel is de band ook weinig veranderd. Diepgaand is het niet, maar dat is ook helemaal niet nodig bij deze muziek. ‘You got the skills to pay the bills.’ Een rijmpje dat waarschijnlijk iedereen had kunnen maken wordt luidkeels en opzwepend ingezet. Laag niveau? Nee, in de Middeleeuwen deden muzikanten het ook. Rijmpjes maken die bij de luisteraar blijven hangen. Dat is precies wat Airbourne (weer) doet op Black Dog Barking. Het werkt uitstekend.
Maar als iemand mij had verteld dat dit hun tweede album zou zijn, dan had ik het ook geloofd. Je luistert het weg voordat je daar erg in hebt. De opbouw van elk nummer is vrijwel identiek en als een nummer geen geld, seks of drank zou bevatten, dan pas valt het op. Het puberale gehalte van Airbourne borrelt nog steeds op. ‘Party in the penthouse’, is een mooie titel om af te sluiten, want na dertien nummers heeft de band best een feestje verdiend. Prima album!
Airbourne – Black Dog Barking
250
vorig bericht