Angry Chair is de titel van een nummer van Alice In Chains. Niet gek dus dat de muziek van deze band nogal nineties grunge klinkt. Deze jonge honden uit Groningen hebben hun titelnummer Hole al de nummer 1 positie van de Nederlandse Indie Chart zien bereiken, dus de vooruitzichten lijken goed.
Hole is de debuutplaat van dit vijftal dat in 2019 begonnen is. Covid heeft voor enige vertraging gezorgd, maar nu is de eerste langspeler voor iedereen te horen. De release is naast digitaal ook op CD en zelfs elpee te krijgen. Dat laatste juich ik altijd erg toe. Met een voorliefde voor de jaren negentig grunge, die weer een beetje een come-back lijkt te maken, kan dit mogelijkheden bieden.
Opener Insanity doet me behalve aan Seattle ook aan het voor velen waarschijnlijk onbekende Fools Fatal denken. Zo’n bandje van eigen bodem waarvan ik dacht dat ze alles wel hadden om het te kunnen gaan maken. En dan blijkt maar weer dat je soms voor die grote doorbraak naast talent en doorzettingsvermogen, toch ook echt een behoorlijke dosis domme mazzel nodig kan hebben, wat deze jongens niet gegund is overigens. Maar ja, we hebben het nu over de debuutplaat van Angry Chair. Natuurlijk zijn er associaties met Pearl Jam, Soundgarden en Alice In Chains, maar ik hoor soms ook echt invloeden van bijvoorbeeld Buffalo Tom. Echt heel lekkere baslijntjes (jammer van die plectrum) van Rick Kluin, zeer effectieve drums door Irina van Dijk (niet altijd helemaal optimaal in de mix), en twee gitaren van Martijn Schuur en David Veen, die er geen wedstrijd van maken, maar erg goed samenwerken. Vooral de keuzes van geluid en effecten en de mooie gearrangeerde aanvulling op elkaar, zoals bijvoorbeeld de tokkel met aanvangende solo en het vervolg hiervan in Wicked Reality is helemaal af (inclusief kippenvel bij ondergetekende). Ook dat schuurpapieren randje op de stem van Max van der Schoor kan net als bij Eddie Vedder dat extra beetje bijna breekbare, melancholieke tintje aan de gruizige harmonieën meegeven. Soms had het geluid nog iets meer dynamiek mogen hebben, en echt meer accenten voor details, zoals bijvoorbeeld niet alleen de toon, maar ook de aanslag zelf, of wanneer een gitaarsolo zo lekker komt binnenglijden als bij I Can’t Breath, ook de nadruk op dat moment. Eén van de allersterkste nummers trouwens qua expressieve vocalen, het hele arrangement en de solo. Ook tekstueel heeft de band wel wat te melden. Naast poëtisch verwoordde persoonlijke situaties, kan ik zelf de tekst van I Believe bijvoorbeeld erg waarderen. De als bonustrack toegevoegde cover Man In The Box klinkt ook best lekker, maar cover en tribute bands zijn er momenteel eigenlijk wel genoeg. Ondanks de mogelijkheid tot misschien de gemakkelijke uitweg, kiest de band hopelijk toch voor continuering van eigen werk.
Niet alle nummers zijn even sterk, maar daar zal na verloop van tijd, en heel veel live spelen vast nog veel meer moois kunnen ontstaan. Na de releaseshow in thuisstad Stadskanaal, staat de agenda beslist nog niet ramvol met optredens, wat deze band toch wel gegund zou zijn; er is dus nog werk aan de winkel!