In een gezellig gevuld en iets te warm W2 staat vanavond het gerenommeerde Antimatter op het programma. Gezien de rockopstelling van de band weten we al snel dat de nadruk vanavond op de rocknummers zal liggen. Erg jammer dat het geluid redelijk slecht is vanavond. W2 onwaardig, want normaal is het geluid juist één van de sterke kanten. De start van het optreden is ongewoon slecht met een totaal uit balans klinkende ‘Killer’ en bij het tweede nummer horen we de solo gitarist niet. Gelukkig verbetert het, zoals Mick Moss zelf al aangaf, gedurende de set. Wel blijft het geluid niet optimaal, maar uiteindelijk ruim voldoende om de klasse van de band te herkennen. Zanger, gitarist en Antimatter baas Mick Moss heeft vanavond namelijk drie top muzikanten meegenomen. Een gitarist die de ene na de andere indrukwekkende solo spot weet af te wisselen met doordachte ondersteunende gitaarpartijen en daarbij als goede tweede stem fungeert. Een drummer die net zo makkelijk de drums ‘aait’ als een volleerde jazzdrummer, maar net zo te keer kan gaan als een brute metal drummer, imposant hoe makkelijk het allemaal leek te gaan. Tot slot ook een bassist die effectief en gericht de boel opzweept en bij elkaar houdt. De nadruk van de set ligt op de laatste twee albums. Het net uitgebrachte “The Judas Table” (‘Killers‘, ‘Can Of Worms’, ‘Black Eyed Man’ en ’Stillborn Empires‘) en “Fear Of A Unique Identity” (‘Paranova’, ‘Firewalking‘, ‘The Parade’, ‘Uniformed & Black’, ‘Wide Awake In The Concrete Asylum’ en ‘Monochrome‘). Toch is er ook gelukkig ruimte voor geslaagde eigentijdse uitvoeringen van ‘The Last Laugh’ en ‘Over Your Shoulder’ (zonder vrouwenzang). Mick Moss laat verder met ‘Gagging Order’ zijn Sleeping Pulse project voorbij komen en laat met ‘Welcome To The Machine’ horen dat Pink Floyd tot één van de invloeden hoort. Door het redelijk slechte geluid kwam de unieke, mooie donkere stem van Mick Moss minder tot zijn recht en leken nummers veel meer op elkaar dan ze in de originele versie doen. Toch liet Antimatter zien en horen een topband te zijn die bij betere omstandigheden ons, als publiek, nog veel meer versteld had doen staan. Had het toch absoluut niet willen missen.
De Nederlandse progressieve rockband Scarlet Stories mag de avond openen. Deze band laat horen dat het typische (mooie, maar ietwat gladde) vrouwengeluid bij Gothic metal bands niet persé leidend hoeft te zijn om goed te (kunnen) zingen. Zangeres Lisette van den Berg heeft namelijk een meer pure en rauwe strot die ze weet af te wisselen met rustige en harde momenten. Ook wat betreft de verdere samenstelling muzikanten weet men de traditionele rol aardig te doorbreken. Geen vrouwelijke bassist, maar een vrouwelijke slaggitarist bijvoorbeeld. Muzikaal gezien staat de band zeker haar mannetje. Prima timing in breaks en afwisseling in de nummers zelf. Het nadeel is dat men het, zoals zo vaak bij relatief jonge bands, af en toe weet te overdrijven. Dan worden het technische aspect en, bijvoorbeeld, de gitaarsolo’s of de hoeveelheid breaks te belangrijk wat ten koste gaat van (de sfeer van) het nummer. Vaak is minder namelijk meer. Het goede voorbeeld wordt later op de avond gegeven door Antimatter waarin de gitarist regelmatig solo’s lijkt te spelen, maar dat dit niet bovenop de muziek komt te liggen waardoor de zang, bas, slaggitaar en/ of drums leidend blijven in het liedje. Nummers als ‘Craving’ (van rustig naar harde gitaar eruptie) en het lekker lang uitgesponnen ‘The Tell-Tale Heart’ laten echter horen dat Scarlet Stories het wel kan. Kortom, soms iets langer blijven hangen in een herkenbare riff of bas, drum of gitaar loopje dan kunnen wij als luisteraars er nog beter van genieten. We zijn immers niet allemaal technische begaafde progressieve rockers. Op basis van dit optreden kunnen we wel stellen dat Scarlet Stories een mooie toekomst kan hebben. We houden het in de gaten…
W2
[iframe id=”https://www.youtube.com/embed/e06YDLbTNZA”]