Arjen Anthony Lucassen (The Gentle Storm) – Het dwingt je om je te concentreren op goede melodieën

Het is zondagmiddag wanneer de telefoon gaat. Nadat ik heb opgenomen, klinkt de enthousiaste stem van Arjen Lucassen door mijn hoorn. Het is niet de eerste keer dat we elkaar spreken, dus het gesprek loopt meteen goed zonder dat we overbodige beleefdheden hoeven uit te wisselen. Het blijkt dat Arjen voor het gesprek een flink stuk heeft gejogd (wat hij regelmatig doet) en hij gaat met enthousiasme het gesprek in.
Arjen: Dat joggen is wel even lekker. Tijdens het lopen voel ik me altijd even helemaal vrij en ik heb meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om het laatste album van Steven Wilson te beluisteren. Ik luister altijd tijdens het joggen naar nieuwe muziek. Anders komt het er niet van. En ik vind het al zo moeilijk om tegenwoordig nieuwe muziek te vinden die me aanspreekt.
Ik kan me toch herinneren dat jij elke dag even lekker languit op de grond een uurtje muziek luistert.
Arjen: Ja, dat doe ik nog steeds voordat ik ga slapen. Even zorgen dat mijn hoofd helemaal leeg is, maar dan luister ik naar oude sixties en seventiesmuziek.
Wat betreft nieuwe muziek zijn er toch de nodige goede albums. Die van Iris Divine bijvoorbeeld of het nieuwe album van Klone dat er aan zit te komen. Beetje in de stijl van Katatonia.
Arjen: Oh, maar Katatonia vind ik ook erg goed. Ik zal het eens even opschrijven.
Daar komt natuurlijk bij dat niet altijd alle nieuwe muziek in één keer te doorgronden is. Ik moet zeggen dat me dat ook is overkomen bij je vorige album The Theory Of Everything en nu weer bij The Diary.
Arjen: Dat kan ik ook goed voorstellen. The Diary heeft meerdere luisterbeurten nodig, denk ik, om het album op waarde te kunnen schatten. Maar dat is daarbij ook wat ik wil. Een album maken dat ook na meerdere luisterbeurten nog steeds verrassend klinkt.
We spreken elkaar nu in een ander stadium dan de voorgaande keren. Vorige keer was het een aantal weken voor de release. Nu zijn de pre-orders de deur uit en staat de release voor de deur. Is de spanning nu minder?
Arjen: Nee, het blijft eng en spannend. De pre-orders vlogen bij bosjes de deur uit, dus daar ben ik heel tevreden mee. De eerste recensie zijn ook binnen, maar dat zijn vaak ook de positieve recensies. Ook mensen die enthousiast zijn, mailen me meteen. De mindere berichten bereiken me altijd een stuk later evenals de minder positieve recensies.
Ik moet zeggen dat het bij The Gentle Storm wel nodig is om je niet te focussen op je Ayreonalbums.
Arjen: Nee, dat klopt helemaal. Het is ook een heel ander project dan de Ayreonalbums. Bij Ayreon is het helemaal fictie en dat ligt bij The Gentle Storm een beetje anders. De verhaallijn is gebaseerd op de rijke geschiedenis van Nederland in de Gouden Eeuw. Daarbij willen we bij The Gentle Storm doorbreken naar een groter publiek. We zijn geen Within Temptation, maar het is goed mogelijk dat liefhebbers van die muziek ook ons werk zullen gaan waarderen. The Gentle Storm is daarbij een project dat live gespeeld gaat worden op de diverse podia. De voortekenen zijn supergoed en ook de pre-sale ging uitstekend.
Het is me wel opgevallen dat er in de aanloop naar de release meer promo-activiteiten waren dan voorheen.
Arjen: Dat heb je goed ingeschat. Toen we begonnen met The Gentle Storm hadden we natuurlijk nog geen platenmaatschappij voor het project. Maar we waren gezegend, want de drie à vier maatschappijen die we hadden benaderd, waren allemaal heel enthousiast. Uiteindelijk zijn we met Century Media in zee gegaan. Het aanbod van alle maatschappijen liep niet heel erg uiteen, maar dat van Century Media was voor ons het meest aantrekkelijk.
Je vorige albums waren ook al uitgebracht door InsideOut Music, een onderdeel van Century.
Arjen: Dat maakt het natuurlijk wat makkelijker. De band gaat verder terug dan alleen dit project. Ik ken Century Media dus al een beetje. Zij waren echter bereid om het nodige promowerk te doen, gericht op een breder publiek. Zij geloven helemaal in het project en gaan er voor. Zo zijn er al twee hele goede videoclips gemaakt bij het album en hebben ze ingezet op veel interviews. Niet alleen in Nederland, maar ook veel in het buitenland. Daar hoorde natuurlijk ook wel de buitenlandse promo bij met een aantal concerten. De interviews doen vind ik wel erg leuk, maar die buitenlandse reizen zijn niet aan mij besteed. Veel reizen, slecht slapen, veel wachten…enzovoorts.
Waar ligt de start voor je samenwerking met Anneke? Lag er al een muzikaal concept klaar of besloot je samen met haar een album op te nemen?
Arjen: In feite was ik al begonnen met componeren en had ik al drie nummers klaar liggen. In mijn hoofd wilde ik trouwens al meteen twee verschillende versies op gaan nemen van de nummers. Ik heb de nummers opgenomen met alleen strings-geluiden (contrabas, cello en viool). Een wat klassieke benadering omdat dat een uitstekende basis is voor een nummer. Ik heb me daarin wat laten sturen door de omstandigheden. Anneke benaderde me toen met de vraag of we misschien iets samen zouden kunnen doen. Ik heb haar mijn concept uitgelegd en haar de drie demo’s laten horen. Ze vond de melodieën meteen mooi. Het was allemaal al cinematisch. Anneke vond het dan wel leuk wanneer er een liefdesverhaal bij zou komen.
Hoewel het uiteindelijk wel een triest verhaal is geworden.
Arjen: Het maken van een liefdesverhaal was al een uitdaging. Maar het moet natuurlijk niet aflopen met een happy end (lacht). De muziek vraagt hier ook niet om. De muziek is op een gegeven moment ook tragisch/triest. Het concept van de brieven ontstond en heel toevallig stuitten we via mijn broer op dr. Perry Moree die al een boek geschreven had over het onderwerp VOC. Anneke heeft dat boek gelezen en is erdoor geïnspireerd. Zij heeft daarna het basisverhaal van The Diary geschreven. Hoewel het boek de basis is geweest, is het verhaal wel puur fictie geworden.
Kun je bij The Diary spreken over een conceptalbum?
Arjen: Ja, daar vraag je me wat. Is het nu echt een conceptalbum? Misschien is het meer dan een conceptalbum. Maar een echte soundtrack of opera zou je het niet kunnen noemen, wanneer je het vergelijkt met Tommy van The Who. Misschien is het toch wel gewoon een conceptalbum geworden.
Heb je gezien het verhaal nog overwogen om de brieven van Joseph te laten vertolken door een mannelijke zanger?
Arjen: Ik moet zeggen dat ik dat overwogen heb, maar aangezien Anneke met het project wilde gaan toeren was dat eigenlijk geen optie. Het verhaal moet je misschien ook anders lezen. In het verhaal vindt Anneke een kist met de brieven erin die allang vergeten waren. Zij besluit om alles te lezen. Zij zingt dus eigenlijk de brieven voor die zij leest. Zo ook die van Joseph. Anneke is dus niet de hoofdrolspeelster Suzanne in het verhaal, maar de vertelster.
Opvallend is het laatste nummer Epilogue:The Final Entry waarin je muzikaal teruggrijpt op het eerste nummer The Endless Sea en tekstueel naar The Moment.
Arjen: Oorspronkelijk waren er maar tien nummers. Het had nog een echt einde nodig en zo is The Final Entry ontstaan. Een nummer dat je kippenvel bezorgt. Het was bijna logisch om de zinsnede uit The Moment te gebruiken aan het eind.  Het moest gewoon helemaal kloppen.
Even terug naar de oorsprong van de nummers. Bij de Theory Of Everything ben je gewoon gaan componeren en kwam er een chronologisch muzikaal verhaal uit. Nu ben je, zoals je al eerder zei, anders te werk gegaan.
Arjen: Inderdaad is de muziek de vorige keer chronologisch tot stand gekomen en nu compleet anders. Door dit keer uit te gaan van de basis met alleen strings is het geheel als klassiek stuk te combineren met andere elementen. Wanner je zo basic te werk gaat, word je gedwongen om je te concentreren op goede melodieën en sterke refreinen. Er was in het begin nog niet echt een plan. De afzonderlijke demoversies konden dus nog helemaal veranderen, onder andere in volgorde. Ik denk goed na over wat een goede volgorde is. Je moet niet twee rustige of juist twee heftige nummers na elkaar hebben en het moet natuurlijk, zeker bij The Diary, passen in (de sfeer van) het verhaal. Een klus die ik alleen moet doen. Ik heb het daarna gewoon aan Anneke gepresenteerd en heb haar nog wat titels en ideeën meegegeven om er tekstueel mee aan de slag te kunnen gaan. De muziek stond dus al vast, evenals de volgorde. Het verhaal dat Anneke daarbij heeft verzonnen heeft ze gebaseerd op deze volgorde. De viool in de demo’s fungeerde daarbij als zanglijn.
Ben je je inspiratie nog gaan halen in de middeleeuwse of barokmuziek?
Arjen: Dat is een bijzonder leuke vraag en ik moet zeggen dat ik heel veel klassieke en barokmuziek heb beluisterd. Ik moet zeggen dat er heel veel van die muziek oersaai was, maar als inspiratie fungeerde het goed. Het gekke is dat goede ideeën soms voortkomen uit slechte voorbeelden. Dan hoor je iets en dan denk je: oh, wat slecht, maar als het nu zus of zo gespeeld zou worden… en voordat je het weet, heeft het slechte voorbeeld je op een prachtige weg gebracht.
Op de gentleversie van The Diary put je wederom uit de folkmuziek. Nu ook uit de jazz, wat voor mij nieuw is in je werk.
Arjen: Die folkmuziek heb ik eerder gebruikt en ik laat me graag inspireren door het oude geluid van Jethro Tull en Thin Lizzy. Ik moet daarnaast bekennen dat ik helemaal niet van jazzmuziek houd, zeker niet van die freejazz, maar het paste gewoon zo goed. Ik had de stormversies eerst geschreven en toen kwam het punt dat ik van ieder nummer een andere gentleversie wilde maken. Soms lukte dat heel makkelijk, maar sommige nummers hebben me wel de nodige hoofdbrekens gekost. De basis van bijvoorbeeld Heart Of Amsterdam vroeg gewoon om een shuffle. Het leuke is alleen dat Ed Warby een ontzettend goede powerdrummer is die heel subtiel te werk kan gaan, maar met jazz moet je bij Ed niet aankomen; dat is niet zijn ding. Nu is Rob Snijders (man en manager van Anneke) een drummer die een jazzy-opleiding heeft genoten. Hij heeft eerder al een bijdrage geleverd aan het Ayreonalbum The Dream Sequencer. Rob was eigenlijk de aangesproken figuur voor deze versies.
De keyboards hebben rust gekregen dit keer? Wilde je ook met het instrumentarium dicht bij de zeventiende eeuw blijven?
Arjen: Ja, ik wilde echt de sfeer creëren van de Gouden Eeuw. Jeroen Goossens neemt altijd van alles mee. Sommige muziek heb ik uitgeschreven voor hem, maar vaak laat ik hem vrij in zijn spel. Hij speelt gewoon met ieder instrument één keer en dan weet ik of het past. In die improvisatiemomenten ontstaan hele mooie dingen., die ik zelf niet kan verzinnen. Dat is ook het mooie. Ik ben al een hele tijd met mijn project bezig, maar zij horen het voor de eerste keer. Dat heb ik in het verleden ook gehad met diverse zangers. Ze willen soms eerst repeteren, maar daar houd ik niet van. Juist dat eerste enthousiasme, die spanning is uniek. Ook Rob is zo’n drummer. Die speelt gewoon. Ik heb in het verleden klassiek geschoolde muzikanten gehad, maar die lijken alleen van bladmuziek te kunnen spelen. Het heeft me jaren gekost om de goede muzikanten te vinden. Die koester ik ook. Ben (Mathot) is een goed voorbeeld hiervan. Hij is uniek, net als Jeroen en dat is ook de reden dat ik zo graag met deze mensen werk.
Naast de muziek is het artwork ook bijzonder fraai te noemen.
Arjen: Ik ben zelf ook heel tevreden. Ik stuur dat allemaal zelf aan. Ik weet wat ik wil en er zijn al mensen gillend bij me weg gelopen. Ieder detail moet kloppen en als dat niet zo is, moet dat toch veranderd worden. Thomas Everard heeft het artwork binnen in het boekje mooi verzorgd. Ik ben ongeveer vier dagen bezig geweest met plaatjes zoeken op google (die rechtenvrij waren). Ik vind het belangrijk dat het artwork iets toevoegt aan de muziek. Voor mij zijn teksten minder belangrijk, maar het visuele kan het auditieve enorm versterken.
Wil je nog wat kwijt over het spelen op het podium?
Arjen: Spelen op zich is leuk. Achteraf herinner je je gelukkig de mooie momenten. Maar het reizen, slecht slapen, wachten, taxi in en taxi uit en soundchecken is niet leuk. De spanning voordat ik op moest was ook vreselijk. Anneke speelde eerst en pas na een half uur moest ik op. De spanning stijgt bij mij dan naar een hoogtepunt. Dan hoor ik haar een nummer zingen en dan denk ik: oh oh, nu moet ik bijna. Op de bühne blijft het leuk om al die blije gezichten te zien en te zien dat iedereen meezingt. Na afloop is het daarbij leuk om mensen te ontmoeten.
En in Italië kwam Sara Squadrani nog mee zingen.
Arjen: Ja, we zouden in Bologna spelen en zij meldde mij dat zij kwam kijken. Toen heb ik maar gevraagd of zij niet een liedje mee wilde zingen met Anneke. Ze stemde toe maar was heel zenuwachtig om naast Anneke op het podium te zingen.
Hoe is je relatie ondertussen met Anneke te noemen?
Arjen: Ik kende Anneke al , maar na dit project ken ik haar wel supergoed. Ze is altijd superpositief en ze lacht heel veel. Eerst dacht ik: “daar moet meer achter zitten. Niemand is altijd positief en vrolijk.” Maar toen we samen de promotie deden en twee weken samen waren, kwam ik erachter dat ze toch echt zo is. What you see is what you get. Gaat het vandaag niet goed, dan is er morgen weer een nieuwe dag. We zijn wel close nu. Het is steeds weer leuk om elkaar te zien en als vrienden te kletsen. In het verleden heb ik dat eerder gehad met Tommy Karevik (Kamelot) en Marco Hietala (Nightwish, Tarot).
Nu heb ik gehoord dat je wat last hebt van je gehoor. Belemmert je dat?
Arjen: Mijn gehoor is inderdaad wat achteruit gegaan. Tijdens het joggen, luister ik graag naar muziek (zie begin van het interview) en ik had van die in-earphones die helemaal je gehoorgang in gaan. Lekker de muziek keihard en een uur lopen. Op een avond kreeg ik na het joggen last van een slecht gehoor. Er bleef maar zo’n piep in hangen alsof je naar een concert bent geweest. Twee dagen lang waren alle hoge tonen weg. In het ziekenhuis kwamen ze tot de conclusie dat die piep in mijn oren niet meer zou verdwijnen en dat een gedeelte van mijn gehoor toch beschadigd was. Nu is het niet meer belemmerend, ik hoor bepaalde dingen gewoon niet. Dat is in principe wel lastig, omdat ook mijn reuk nog altijd niet terug is. Ik heb meteen op Facebook gepost dat je moet uitkijken met die in-earphones. Het is beter om zo’n joekel van een koptelefoon op te doen. Dat moet je gewoon nog even opschrijven. Het staat met  joggen niet zo charmant, zeker niet als je er nog een muts overheen doet. Maar ja, wie maakt zich daar nu nog druk om.
Nadat ik het gesprek heb beëindigd en alles even tot me door laat dringen, besef ik weer wat een voorrecht het is om met deze uitstekende muzikant/componist te mogen spreken. Geduldig, gezellig en makkelijk sprekend. Vooralsnog besluit ik The Diary maar weer op te zetten om nog even geestelijk te blijven hangen in het schemergebied tussen fantasie en werkelijkheid, waar juist de muziek van Arjen uitstekend tot zijn recht komt en bijna tastbaar wordt. Ik kan er wel weer even tegenaan en voel dat er nog wel een volgende keer komt dat wij elkaar spreken.

 
 

Related posts

Forlorn: Midsommar Metal!

Will Putney (Fit For An Autopsy): We zijn gewoon een agressieve metal band

Harry Oelers (Axxis) – Ik zal vooral genieten van mijn pensioen