Axel Rudi Pell – De beheerder van het muzikale erfgoed

Wanneer ik op maandagavond, moe van het werken, even na zessen met de deur binnenval, gaat de telefoon. Hoewel ik geen nummer herken, hoor ik al snel aan de andere kant dat Axel Rudi Pell aan de lijn is. Ik had natuurlijk wel afgesproken dat hij mij deze avond zou bellen, maar nog niet zo vroeg. Wanneer ik hem eraan herinner dat hij wat vroeg is, begint hij te lachen en vertelt me dat ik gelijk heb en dat hij eerst iemand in Italië te woord zou staan.
Even na half zeven gaat daarom weer de telefoon, maar deze keer ben ik er klaar voor en hoor ik wederom de bekende stem van de Duitse gitarist die goed Engels spreekt met een klein Duits accent. En dat spreken doet hij snel. Hij verontschuldigd zich nogmaals voor het foutje maar deze sympathieke Duitser heeft al gauw het ijs gebroken en we gaan er goed voor zitten om te praten over zijn nieuwe cd en de verjaardag van de band.
Zo vroeg in het jaar mag je elkaar nog de beste wensen wensen voor het nieuwe jaar en ik ben benieuwd hoe Axel Rudi Pell het afgelopen jaar heeft ervaren.
“Zoals je weet, hebben we in 2013 niet op een podium gestaan. Het meeste deel van het jaar ben ik bezig geweest met het schrijven van de nieuwe nummers voor de cd Into The Storm die in januari uitkomt. Het was vooral een heel creatief jaar voor mijzelf, maar zeker ook voor de band in zijn geheel met natuurlijk het bijzondere, maar onverwachte vertrek van vaste drummer Mike Terrana en de komst van de nieuwe drummer”.
Het nieuws van de nieuwe drummer was inderdaad een bijzonder nieuwsfeit maar heeft hem niet belet om zichzelf min of meer te overtreffen met de nieuwe cd van de band. Ook dit exemplaar staat vol met lekkere stevige hardrocknummers. Maar na vijfentwintig jaar zou je toch wel een keer bang kunnen zijn voor een schrijversblokkade?
“Nee hoor, daar heb ik absoluut geen last van”,  vervolgt Axel het gesprek. “Ik schrijf het hele jaar door en vindt de mobiele telefoon waar ik al mijn ideeën op kan nemen een geweldig instrument. Zelfs toen we al bezig waren met het opnemen van Into The Storm kwam ik op ideeën. Ik was bezig om het goede gitaargeluid te krijgen voor een nummer, maar het wilde even niet lukken. In dit proces hoorde ik mezelf wel een andere melodie spelen die ik te gek vond. Dat heb ik dus in de studio maar even snel opgenomen. Dat kan ik altijd weer een keer gebruiken voor een volgende cd”.
“Opnemen, ideeën verzamelen. Hoe ziet een dag er eigenlijk uit voor je?”
“Oh dat is eigenlijk elke dag wel hetzelfde. Ik sta om ongeveer negen uur op. Steek een sigaret op en check mijn email. Daarna verzorg ik me in de badkamer en heb een lekker ontbijt. De rest van de dag ben ik druk met het spreken van allerlei mensen. Axel Rudi Pell is mijn band, dus ik regel er ook een hoop voor. Praten met medewerkers, met het label en continu ben ik bezig met nieuwe nummers en natuurlijk oefenen op mijn gitaar. Wanneer we op tournee zijn, is het natuurlijk een beetje anders. Over het algemeen ben ik heel druk bezig. En ook als het lijkt dat ik niets zit te doen, zijn mijn hersens volop bezig”.
“Dromen?”.
Axel begint te lachen en vertelt me dat hij wel droomt, maar zeker niet over de muziek. Waarover wel laat hij wijselijk in het midden. Het is me wel duidelijk dat werken aan je eigen carrière eigenlijk nooit stilstaat. Maar er is ook nog een nieuwe cd op komst dus verplaatsen we ons even naar de muziek en ik vraag me af of Axel nog thema’s gebruikt in de nummers.
“Nee, er is niet echt sprake van een thema. De belangrijkste inspiratie haal ik uit fantasie. Ik wil dat het mystiek is. Ik bedoel met fantasy niet de fantasy uit de boeken, maar gewoon mijn eigen fantasie. Niet iets van Lord Of The Rings, meer mijn eigen Lord Of The Rings. Er zit wel een bepaalde symboliek in. Het schip op de voorkant staat symbool voor het reizen naar een ander universum, avonturen beleven en nieuwe werelden ontdekken. Op reis gaan en je verwonderen over iets nieuws”.
“En dan is daar ineens ook een cover van Hey Hey My My van Neil Young. Hoe past dat in het geheel?”
“Ja, ik heb in het verleden wel meer covers gedaan, maar deze was eigenlijk niet helemaal gepland. Ik keek graag naar de tv-serie Sons Of Anarcy en in de laatste aflevering van een seizoen gebruikten ze het nummer van Neil Young. Het was/is een liefdesliedje en de uitvoering was een uitvoering waarin alleen de piano als instrument werd gebruikt. Het nummer greep me en ik was eigenlijk benieuwd hoe het zou gaan klinken in de ARP stijl en dat bleek wel goed te werken”.
Met het nummer van Neil Young dat stamt uit 1979, zijn we gekomen in de jaren ’70 waar onmiskenbaar Axel zijn inspiratie vandaan haalt. Wanneer ik de naam Ronnie James Dio noem, is het raak.
“De combinatie van Ronnie James Dio en Ritchie Blackmore is heel goed geweest. Ronnie was niet alleen een geweldige zanger. Hij was een zeer begaafd tekstschrijver. Zijn idee dat je iedere dag iets mystieks moet schrijven, leeft in mij voort tot de dag van vandaag. En hoewel het dagelijks leven helemaal niet zo mystiek is, wist Ronnie in zijn teksten juist een fantasiewereld te creëren die héél erg mystiek was. Ik wil dat gevoel ook hebben wanneer ik mijn eigen nummers schrijf”.
“We praten dan over de jaren 70 en 80?”.
“Toch meer de jaren 70”, vervolgt Axel zijn verhaal in dat rappe Engels van hem. “Ik wil de sfeer van die jaren graag behouden. Black Sabbat, Deep Purple en natuurlijk Rainbow zijn de belangrijkste invloeden voor mijn muziek”.
“Wanneer we bij Rainbow Ritchie Blackmore nemen, moet ik toch concluderen dat deze geniale gitarist wel wat narcistische trekken heeft. In jouw muziek staat de gitaar niet helemaal centraal”.
“Nee, dat klopt. Ik schrijf mijn nummers nooit rond een gitaarsolo, maar altijd vanuit de melodie. Dat is het belangrijkste en dat grijpt mensen. Het gaat mij om de emotie die het teweeg brengt. Er zijn ook genoeg gitaristen die veel sneller kunnen spelen dan dat ik dat kan, maar dat betekent niet altijd dat het ook beter is. Met een nummer moet je iets vertellen dat aanspreekt”.
Gezien de laatste cd moet ik concluderen dat Axel inderdaad in staat is om die sfeer van vooral de oude Rainbow goed vast te houden. Hoe zou hij reageren wanneer ik het bombardeer tot de Bewaarder van het muzikale erfgoed uit de jaren zeventig? Hoewel het een tijdje duurt voordat hij werkelijk begrijpt wat ik bedoel (mede door mijn eigen Engels (en Duits)) reageert Axel met een krachtige bevestiging.  Ik mag hem wel die titel toe bedelen. Nu hebben we Ronnie James Dio en Ritchie Blackmore al besproken. Komen we automatisch bij de nieuwe drummer van de band: Bobby Rondinelli. Toevallig is het juist Bobby die bij Rainbow drumde toen ik naar mijn eerste concert ging.
“Hey dat is leuk, dat moet dan zeker in 1981 zijn geweest”, reageert Axel.
“Dat klopt helemaal. Nu weet ik dat Bobby hoog op je lijstje stond van drummers. Na het vertrek van Mike was er dus een vacature. Hoe is dat gegaan. Bel je Bobby gewoon op om te vragen of hij bij je wil komen drummen?”
“Eigenlijk ging het inderdaad heel makkelijk. Een vriend van mij heeft altijd contact met Bobby. Niet heel veelvuldig, maar ze stuurden elkaar regelmatig kaarten met kerstmis en zo. Toen ik die vriend tegenkwam heb ik gewoon gevraagd of ik het emailadres van Bobby mocht hebben. Ik heb hem een mail gestuurd en hij antwoordde heel snel met de vraag of ik hem wat muziek kon sturen. Hij had wel van mij gehoord, maar eigenlijk nog nooit een nummer van mij gehoord. Ik stuurde hem wat nummers en hij vond het meteen leuk en zo had ik een nieuwe drummer. De nummers voor de nieuwe cd had ik al geschreven, dus inhoudelijk heeft Bobby hier nog geen stempel gedrukt op de muziek, muzikaal natuurlijk wel. Hij kwam vanuit New York zijn drumpartijen in Duitsland opnemen en ik hoefde maar één keer uit te leggen wat ik wilde. We houden van dezelfde muziek en dat schept een band”.
Het vertrek van Mike Terrana was niet gepland. Schema’s van Mike en Axel pasten niet samen, dus hebben de heren heel professioneel gedag gezegd tegen elkaar.
“Het vertrek van Mike was een heel professionele splitsing. Wat doet het echter met je persoonlijk? Mike heeft toch vijftien jaar gedrumd bij de band”.
“Mike is gewoon nog altijd een goede vriend. We zijn niet boos op elkaar, we gooien niet met modder, zoals tegenwoordig wel eens gebruikelijk is. Het paste gewoon even niet. Ik mis hem in de band als een vriend. Mike is gewoon een hele leuke vent en kan heel gek doen. Dat gaan we allemaal missen”.
Die andere Amerikaan Johnny Gioeli is een heel goede zanger en past uitstekend in de muziek van Axel. “Geeft dat nog problemen bij het opnemen van de cd?”
“Nee hoor. Hoewel heel veel in Duitsland is opgenomen, neemt Johnny zijn partijen in zijn eigen studio in Connecticut in Amerika op. Leve het internet zou ik zeggen. We hebben regelmatig contact met elkaar via skype. Op mijn demo’s zing ik zelf altijd alles in. Dat stuur ik hem dan via het internet en bel hem via skype. We luisteren dan naar de muziek en kletsen erover tot we het eens zijn. Dat werkt heel erg goed. Vroeger moest hij naar Duitsland komen, maar dat hoeft dus niet meer.”
“Behalve bij de tour in 2014”.
“Nee hoor”,  begint Axel lachend, “ook dat doen we met skype. Johnny samen met zijn vrouw en kinderen bij het haardvuur thuis terwijl hij zijn teksten zingt. Nee, gelukkig zijn we dan weer allemaal samen op het podium”.
“2014 is het jaar van de vijfentwintigste verjaardag van de band. Wat kunnen we verwachten?”
“Natuurlijk eerst het nieuwe meesterwerk van de band”. Axel gaat met een meer serieuze toon verder: “We gaan weer lekker de zalen af en er komt later in het jaar een heel speciale show op het Bang Your Head Festival waar ook een soort reünie van Steeler komt. Steeler zou dertig jaar bestaan, dus dat is ook bijzonder. Samen met die oude jongens spelen we ongeveer dertig minuten. Ik heb al die tijd nog contact gehad met de zanger, Peter Burtz en Volker speelt gelukkig nog steeds in mijn band. Er komen ook nog wat meer bevriende muzikanten meespelen. Ik kan je nog geen namen geven, want het is nog niet allemaal zeker”.
“Neil Young?”
“Nee, nee, die komt niet, maar wel een heleboel andere goede muzikanten.  In Nederland komen we met onze eigen schow ook nog. Begin februari in De Bosuil in Weert en 20 september in De Boerderij in Zoetermeer. We zijn er klaar voor en hebben er zin in .
Na elkaar bedankt te hebben voor de tijd, wordt het gesprek beëindigd. Ik moet zeggen dat Axel bij mij overkomt als een sympathieke vent die het hart zeker op de juiste plaats én in de jaren zeventig heeft liggen. En vooral op Into The Storm komt dat gevoel terug dat ik had toen ik voor het eerst in Ahoy Rainbow mocht aanschouwen en ervaren.

Related posts

Maanvlinder: We blijven onszelf verrassen

Skroetbalg: Doordachte simpelheid

Forlorn: Midsommar Metal!