Trouw ! Dat is misschien wel het woord dat het beste bij Axel Rudi Pell past. Trouw aan de platenfirma Steamhammer/SPV waar hij sinds 1989 onderdak heeft. Trouw aan zijn fans. Trouw aan zijn line-up. Trouw aan zijn muziek(stroming) en trouw aan zijn eigen principes.
Ook voor zijn zeventiende studioalbum heeft Axel zijn blauwdruk uitgerold om het nieuwe album te beginnen met The Medieval Overture en via acht rockcomposities te beëindigen met een epische afsluiter dat ditmaal de naam Tower Of Babylon meekreeg. Kenmerkend voor deze compositie is het wat langzame ritme dat doet denken aan Rainbow, maar tevens een wat Oosters tintje heeft meegekregen. Zoals op het gehele album is niet zozeer het tempo van drummer Bobby Rondinelli dat opvalt, maar de manier waarop hij iedere slag met zijn drumstokken perfect weer neer te slaan op de vellen van zijn instrument. De riff op de achtergrond die synchroon meeloopt met het drumritme biedt een mooie uitvalsbasis voor de additionele geluiden op de voorgrond. Axel laat zich daarbij qua gitaarspel gelukkig niet onbetuigd en streelt het gehoororgaan op bijzondere wijze. De ritmesectie die als een karavaan kamelen doordraaft in het eigen tempo geeft deze compositie een hypnotiserend gevoel mee waarin je heerlijk blijft hangen.
Tussen begin en eind dus nog acht composities die in de typische Axel Rudi Pellstijl zijn geschreven. Leuk is het feit dat de inmiddels 57-jarige Pell begint met de compositie The Wild And The Young. Geïnspireerd door de live-optredens was dit direct de opener voor het album. Het album vervolgt op een heerlijk prettige manier met Wildest Dreams. In al zijn eenvoud ligt het meteen goed in het gehoor en weet het refrein de luisteraar subiet te grijpen. Ook hier een fanatieke en trefzekere Bobby Rondinelli die aan het eind bijval krijgt van toetsenist Ferdy Doernberg. En wanneer je denkt dat de compositie ten einde loopt, volgt er nog een klein groovend toetje.
Het moge duidelijk zijn: Axel Rudi Pell ademt rock. En het kon dan eigenlijk ook niet uitblijven dat hij weer eens met een rockanthem, een ode aan de rock op de proppen zou komen. Met Long Live Rock kan hij zich, naast zijn eigen Rock The Nation uit 2006, scharen naast Rainbow en Joan Jett. En niet te vergeten de heer Michael Schenker want het instrumentale Truth And Lies kent eenzelfde dynamiek als Into The Arena. Een compositie waarin Axel zich helemaal kan uitleven, maar ook heel veel ruimte biedt voor het toetsenwerk van Ferdy en het basgeluid van Volker Krawczak.
Na dit lekkere instrumentale uitstapje start The Crusaders Of Doom instrumentaal ook heel sterk. Dit is Axel in al zijn kracht in een compositie die in al zijn traagheid kracht weet uit te stralen. Het was nog niet eerder vermeld, maar ook zanger Johnny Gioeli laat horen dat zijn stem uitstekend past in het hele plaatje. Daarbij is het gewoon, net als Follow The Sun, een uitstekend rocknummer met een duidelijke kop en staart.
Het album kan niet zonder een ballad en in Beyond The Light raakt Axel letterlijk en figuurlijk de gevoelige snaar. Ook hier een mooie rol voor zanger Johnny die met zijn rasperig stemgeluid een bijzonder accent toevoegt naast het mooie gitaarspel van Axel die met schijnbaar kinderlijke eenvoud de meest gevoelige solo speelt alsof het niets is.
Meer uptempo maakt Axel zich in Slaves On The Run zich druk over de huidige computermaatschappij. Een statement waar op een sublieme manier duidelijk wordt gemaakt dat de vrije wil in de huidige tijd een schijnconstructie is.
Knights Call kun je nu gewoon aanschaffen. Dit is namelijk rock in de meest pure vorm volgens het continuümprincipe van Pell. Geen poespas, geen koerswijzigingen, maar gewoon doen waar je goed in bent. Niet gericht op kortstondig snel succes, maar muziek met een lange termijn visie en de 1,5 miljoen verkochte albums bewijzen dat het dus ook zo kan. En zo ben ik aan het eind deze review gewoon weer verknocht aan dit album van Axel Rudi Pell en past ook bij mij het woord Trouw heel goed.
Axel Rudi Pell – Knights Call
295