Heb ik afgelopen week een aandeel gekocht in een windmolen voor mijn energie thuis. Ik denk dat Bear met gemak een huishouden een jaar van energie zou kunnen voorzien met hun imponerende geluid. Ik mag dat daarbij zeker zeggen van de schijnbaar onvermoeibare drummer van de band. Kenmerkend voor de nummers is het gevoel voor afwisseling in ritme. In het nummer Boxer weten ze de stilte in de nummers zo in te zetten dat de rest van het nummer extra hevig klinkt en extra spannend wordt om naar te luisteren. In Mirrors blijkt dat het tempo altijd nog hoger kan liggen in een nummer. Hier, maar zeker ook in de overige nummers, mag de wet van de geordende chaos gelden. De nummers worden regelmatig doorspekt met gitaarriedeltjes die je als luisteraar op het puntje van je gehoorgang houdt. Hoewel het overgrote deel van de zang bestaat uit grunts/screams is het aangenaam om te vernemen dat er ook regelmatig op de achtergrond sprake is van wat (lage) harmoniezang, het remt het geheel wat af waardoor de versnelling daarna extra stevig doorzet. De afwisseling in een ultra-langzame groove en meer tempo geeft bijvoorbeeld het nummer Mantis juist meer snelheid. In The Human Thing is het even schrikken wanneer de band besluit om zo’n lage bas in te zetten dat ik even bang ben dat mijn boxen het begeven. Hoewel ik over het algemeen heel tevreden ben over de composities op de cd, met uitschieters als Aconite en Mirrors, lijkt er ook een soort verzadiging te ontstaan naar het einde. L.A. Layer en Postbreaks vormen het slot van de cd en daar haak ik gedeeltelijk af.
Weinig verrassing meer en weinig spanning. Maar voor de eerste acht nummers kun je me rustig even wakker maken. Wel graag op vol volume dan.