Ergens halverwege vorig jaar constateerde ik na twee ingetogen studioplaten en een dito livealbum dat de Beth Hart waar ik het meest van hield waarschijnlijk niet meer zou terugkeren.
Dat Hart een vakvrouw is die haar succes volledig verdient behoeft geen betoog, maar ik houd nu eenmaal van de rauwheid en de uit de rhythm and blues en gospel afkomstige uitbundigheid die zeker Hart’s beginjaren kenmerkten en dat leek steeds meer naar de achtergrond te verdwijnen. Tot ze eind vorig jaar met het heerlijke Live At The Royal Albert Hall kwam. Kort geleden verscheen Bad Woman Blues als eerste track van haar nieuwe studioalbum, dat het bevestigde. ‘Mijn’ Beth Hart is weer helemaal terug.
Ik heb de indruk dat Hart zich sterk laat leiden door de producers die ze kiest. Deze ronde was dat Rob Carvallo, een veteraan die al heel wat grote namen uit rock en pop als producer heeft begeleid, waaronder Green Day, Meat Loaf en Gary Clark, Jr. De band is verrassend klein. Afgezien van de achtergrondzang bestaat die naast Hart namelijk uit slechts vier veelgevraagde sessiemuzikanten: drummer Vinnie Colaiuta, gitarist – en heden ten dage bekend YouTuber – Tim Pierce, bassist Chris Chaney en toetsenist (Hammondorgel en synthesizer) Jamie Muhoberac.
Meer dan ooit is Hart’s piano leidend. Met name de gitaarpartijen zijn doorgaans heel klein gehouden en dat is wel een duidelijk verschil met eerder werk. De onderwerpen zijn persoonlijk als altijd bij Hart. Over haar vader en zus, over hoop in moeilijke tijden, haar bipolariteit en het titelnummer handelt over de periode van haar verslaving. Het inspireert haar tot kreunen, brullen, smachten, verleiden en afstoten met haar vocale expressie. Bad Woman Blues is vechtlustig, Let It Grow is uitbundige gospel, Try A Little Harder is bijna swingende seventiespop en Sister Dear is een indringende pianoballad, terwijl Sugar Shack bijna (bijna) een discoritme meekrijgt. Afsluiter I Need A Hero doet me – niet voor het eerst op dit album – aan Tori Amos denken. Alleen Spanish Lullabies overtuigt niet door de iets te makkelijke, bijna kitscherige Spaanse gitaarpartijen. Het merendeel van de songs is mid-tempo of langzamer en toch zul je niet vaak het etiketje ‘ingetogen’ kunnen gebruiken. Het is aan de uitvoeringen te danken dat er desondanks meer dan genoeg afwisseling is op War In My Mind.
Volgens de bio is Hart dichter bij zichzelf gebleven dan ooit. Dat zegt ze overigens zo’n beetje bij iedere plaat en volgens mij gelĂ³Ă³ft ze dat zelf ook. Beth Hart is zo’n artiest die niet kan faken. En Ă¡ls ze dan in vorm is, is het ook meteen van de buitencategorie, zoals op War In My Mind.
Beth Hart website
Beth Hart – War In My Mind
414
vorig bericht