Volgens hun site zijn ze ‘a band for those who love the tough bluesy rock from the likes of The Allman Brothers Band, Tom Petty & The Heartbreakers and Thin Lizzy’. Wat mij betreft valt er nogal wat af te dingen op die kwalificatie. Om te beginnen liggen die bands nogal ver uit elkaar en was Thin Lizzy vaak meer (lawaaiige) pop dan blues, daarnaast vond ik Black Bottle Riot eerder thuishoren in de categorie rammelrock: lekker los klinkende rocksongs die stiekem veel strakker gespeeld werden dan het geval leek.
Wat je uit die opsomming wèl kunt aflezen is dat de heren smaak hebben. En ik zal er meteen bij vertellen dat ze die goede smaak op eerdere albums zelf ook konden vertalen naar smakelijke rocksongs.
Op hun vorige album Indigo Blues werden ze al een stuk ingetogener en melancholieker, zonder aan energie in te boeten.
Ook op Fire gaan Simon Snel (zang en gitaar), Mike Sedee (gitaar), Jaap van den Berg (bas) en Mark Weerts (drums) weer een stapje verder richting pop. Opvallend is dat ze daarmee meer dan ooit in de buurt van de sound van voornoemde Tom Petty & The Heartbreakers komen. Plus nog allerlei andere bands die zich ergens tussen blues, southern rock en pop bewegen trouwens, zoals bijvoorbeeld Howlin Rain en Walking Papers.
Het titelnummer heeft met luie gitaarpartijen in een mid-tempo doorstomende track waar Tom Petty de zanglijnen zelf had kunnen zingen. De langste track, Spirit Talker, begint met piano en gefluit. In deze track hoor je goed hoe de band het Herman Finkers-adagium ‘schrijven is schrappen’ heeft toegepast: het grootste deel van het nummer hoor je prachtig ingetogen, eenvoudig gehouden instrumentale partijen, terwijl pas in het laatste deel volume en instrumentdichtheid omhoog gaan. Medicine is vanaf de eerste seconde een stevige rocker waar ik naast Tom Petty in het refrein ook wel wat Stone Temple Pilots hoor. De heren mogen dan wat ingetogener geworden zijn, lekker ongecompliceerde rock gaat ze ook nog prima af. Op het hele album vallen de prachtige koortjes op en op River Flow wordt daar met een dubbele zangpartij nog eens een schepje bovenop gedaan.
Producer Sebastiaan van Bijlevelt heeft het geheel een buitengewoon warme klank meegegeven die er erg goed bij past. De songs zijn composities die bij oppervlakkige beluistering soms misschien niet zo heel bijzonder lijken, maar die steevast zijn voorzien van hooks en melodieën die blijven hangen. En dat is de échte kwaliteit: iets simpel laten klinken en toch iets maken dat zich direct onderscheidt.
Ze hebben bij deze plaat voor het eerst zonder platenlabel gewerkt. Voor mij als luisteraar maakt dat niets uit. Black Bottle Riot blijkt zich nog steeds te kunnen ontwikkelen, ook zonder label. Dat Fire soms een kampvuur, soms een fikkie en een paar keer een uitslaande brand is, blijkt alleen maar verdomd goed te werken. Meer dan ooit lijken ze hun vorm gevonden te hebben.
Black Bottle Riot website