Het lijkt soms alsof de opmars van de Noorse deathmetalband Blood Red Throne onderweg ergens aan blijven haperen is. Na meer dan 25 jaar on the road en tien albums zou je verwachten dat ze al verder staan. Misschien werden er ongelukkige keuzes gemaakt inzake labels of management, want aan de kwaliteit van het studiomateriaal ligt het niet. Ook album nummer 11, Nonagon – het eerste met een nieuwe zanger, loopt opnieuw over van de kwaliteit.
Een nieuwe zanger in een band die al 15 of 25 jaar bestaat, dat is altijd een risico. Er zullen altijd fans zijn die net daarom afhaken en die tot op hun sterfbed zullen volhouden dat het vroegere werk toch veel beter was. Maar soms heb je als band geen andere keuze. Het siert de mannen van Blood Red Throne dat ze in het promopraatje bij het plaatje gewoon eerlijk toegeven dat ze Sindre Wathne Johnsen gekozen hebben omdat ze er goed mee kunnen opschieten. En dus niet omdat zijn grunt als twee druppels water lijkt op die van zijn voorganger. Het is overigens niet de eerste wissel achter de microfoon bij Blood Red Throne, maar Bolt was toch voor de meeste fans het vertrouwde gezicht.
Valt het op dat er een nieuwe vocalist is bij Blood Red Throne? Ja en neen. Als je Nonagon vergelijkt met het vorige album, staat er onmiskenbaar iemand anders achter de microfoon. Als je de tracks enkel als geheel beschouwt, is er weinig verschil. Blood Red Throne klinkt op Nonagon nog altijd als Blood Red Throne: brutaal en met veel aandacht voor de groove. Muzikaal en in het thema van de lyrics is het recept nog altijd heel herkenbaar. En dat is voor de fans best wel goed nieuws. Aan de andere kant was deze wissel misschien wel het juiste moment geweest om ook aan de bandformule een paar kleine veranderingen door te voeren.
Terug naar het album. Er staan negen tracks op en die verwijzen naar Dante’s Inferno. Een handvol tracks klinkt net iets beter dan de andere en dat zijn voor mij Epitaph Inscribed, Tempest Sculptor en Seeking To Pierce. Aan het andere eind van de ranglijst staat Fleshrend. Het is de laatste en langste track van het album. Voor anderen klinkt deze track misschien als een orgie van riffs en breaks, voor mij lijkt het alsof ze na het opnemen van de acht andere tracks de resterende interessante riffs uit de ideeĂ«ntrommel zomaar achter elkaar geplakt hebben. Er ontbreekt wat samenhang in, om het beleefd te zeggen. Of misschien was dit net de bedoeling: als je het levels of hell-concept volgt, is Fleshrend het hoogste level van ellende. En daar ben je dan blij mee of net niet.
Als slotconclusie kunnen we stellen dat Nonagon een leuk doorstart-album is van een band die we misschien wat meer moeten koesteren.