Niet gehinderd door enige grens gebruiken ze een hiphopvibe in {51/50}. Het is nog rustig, maar met titelnummer Starve gaat alarm af in de vorm van een sireneachtig gitaargeluid en het venijnige stemgeluid van zanger Kaya Tarsus. Er ligt kracht in en is doorspekt met een furieuze ondertoon. Tenminste in de coupletten, want in de refreinen klinkt hij wat meer gewatteerd en lijken de clean vocals wat op het geluid van Corey Taylor. Hij zet daarmee de toon terwijl het gitaargeluid het decor met fijne streken onderbouwt en het drumritme bij iedere slag vooruit beukt. Bij Cut Me Open blijkt Starve slechts een opwarmoefening. De intensiteit is krachtiger, het tempo ligt hoger en het contrast tussen couplet en refrein is groter.
De toon van Blood Youth is wel gezet en klinkt nog steeds opgefokt, maar in Spineless krijgt het geluid toch een andere wending en daar houd ik wel van, omdat het ervoor zorgt dat het album blijft boeien. De wending zit niet zozeer in een andere stijl, maar is subtieler door het gitaargeluid meer te laten grooven in de riff. In combinatie met een aanstekelijk refrein en de agressieve inzet van de zang stijgt het lichtelijk boven de rest uit.
Ook Nerve en The Answer klinken net wat anders. De rapachtige teksten in Nerve worden vergezeld van een drumgeluid dat heerlijk kaal is opgenomen terwijl het gitaargeluid dik als een deken is neergelegd.
Een andere compositie die zichzelf onderscheidt van de rest is Visitant en dat komt mede door het trefzekere drumgeluid dat als een repeterende drilboor is opgenomen. Leuk is ook om te horen dat Kaya net een iets hoger stemgeluid neerzet in de hiphopachtigemetalcore omgeving.
Single Keep You Alive is naar de mening van de band het meest krachtige dat ze hebben geschreven als band. Het gaat over de traumatische ervaringen die we meemaken in ons leven. Ervaringen waaraan we niet ontkomen, waar we niet voor kunnen leren hoe ermee om te gaan, maar die ons leven wel veranderen. Hoe langer we in het drama blijven hangen, hoe levendiger we het ook bij ons houden. Het intro is compleet gevuld met een sinister gitaargeluid. De zang van Kaya is diep en zwaar en de slagen op de snaredrum zijn trefzeker doch kaal opgenomen. Het basgeluid geeft het geheel vorm. De sfeer van Keep You Alive is vol met spanning en zou niet misstaan op een album van Slipknot. Ook Nothing Left zou bij aanvang ook de sfeer van Slipknot kunnen oproepen, maar het is het drumwerk dat het meest opvalt. Bijna tribalachtig geeft het de compositie zijn identiteit. De kracht zit hier niet in de snelheid, maar in het gevoel dat het oproept.
Op het einde van het album gaat Blood Youth nog even flink los. Hate zet de toon met een stevig ingezette zware psychedelische aanloop naar het slotoffensief dat Exhale heet en met ruim elf minuten onverwacht lang is. Het geluid is kenmerkend voor de band terwijl de distortion overuren draait (voornamelijk) in de tweede helft. Het zou zomaar een einde van een concert kunnen gaan betekenen met deze aanhoudende luchtvibratie.
Starve is een mooi vervolg op Beyond Repair. Het lijkt een album dat minder uitersten kent en op het eerste gehoor misschien wat te oppervlakkig klinkt, maar het zijn de subtiele accenten die het verschil maken en door de krachtige boosachtige insteek en de sterke melodieën is Starve een album dat aanspreekt en daar zijn soms wat meer (intensieve) luisterbeurten voor nodig. 12 maart staat Blood Youth in Dynamo in Eindhoven. Een dag eerder in Kavka in Antwerpen. Zeker de moeite waard om te gaan bekijken (wanneer je in de buurt bent).