Caligula’s Horse – Charcoal Grace

Het Australische gezelschap Caligula’s Horse is met Charcoal Grace toe aan het zesde album van de band. Na twee albums wist de band een contract met InsideOut Music te tekenen en met Bloom, In Contact en Rise Radiant wist te band hun verwachtingen waar te maken.

Het nieuwe album is, zoals zoveel albums, een reactie op de lockdownperiodes van een aantal jaar geleden. Van een fatsoenlijke promotie(tour) voor het laatste album was geen sprake meer en de stijgende lijn in populariteit werd meer een flatliner. Maar dat heeft het viertal er niet van weerhouden om stevig terug te komen met Charcoal Grace.

Strak door de bocht telt het album zes nieuwe composities waarbij het centrum van het album gevormd wordt door het opus Charcoal Grace dat in vier stukken is verdeeld.

Laten we daar deze review maar mee beginnen. In totaal krijg je ongeveer 24 minuten muziek dat wordt afgetrapt met Prey. Het begint allemaal heel sereen met rustig gitaarwerk dat al snel gezelschap krijgt van stevig drumwerk, dansende keyboardmelodieën en een sterk basgeluid. Langzaam bouwt de compositie zich op om terug te vallen op het rustige intro en zanger (en oprichter) Jim Grey zijn heldere stemgeluid warm en gevoelig laat doorklinken. Daarna wordt de luisteraar mooi uitgedaagd met fraaie wendingen waarin het geluid krachtig doch innemend bezit neemt van je. Caligula’s Horse weet hierdoor een aanstekelijk geluid neer te zetten waarin progressieve elementen en sterke uitspattingen ervoor zorgen dat je gekluisterd blijft luisteren naar progrock zoals het gespeeld mag worden. Prey loopt in een akoestische setting naadloos over in deel 2: A World Without You. Gitarist/oprichter/tekstschrijver Sam Vallen laat horen hoe hij je gevoel kan bespelen met een minimum aan tonen maar een maximum aan gevoel en passie. Zeer subtiel wijst hij de weg voor de ingetogen zang van Jim die hier laat horen dat hij als zanger een enorm bereik heeft. In A World Without maakt hij meer gebruik van de kopstem en dit gewoon loepzuiver alsof het geen moeite kost. En het geheel van zang en muziek laat een betoverende indruk achter. Vanuit de indrukwekkende gitaarsolo (qua intensiteit en sfeer) grijpt de band terug op het akoestische sfeerbeeld dat steeds terugkerend is. Ze houden het gevoel vast in waarschijnlijk de meest introverte compositie van het album Vigil. Op zichzelf staand lijkt het misschien een vreemde compositie waarin slechts zang en gitaar te horen zijn. Zo terug naar de basis dat je de vingers over de snaren hoort glijden. In het opus past het helemaal perfect. Het gitaarspel dat als kabbelend water op je afkomt met de variëteit aan zang laat een compositie horen waar de passie vanaf druipt als honing uit een overvolle kast. Deel 4: Give Me Hell gaat enigszins verder op de ingeslagen weg, maar heeft ook een spanning in zich die er gewoon uit moet. Ik moet hier sterk denken aan de albums van Ayreon, TesseracT of Marillion. Kwalitatief hoogstaand en overweldigend. Het hele arsenaal aan progressieve elementen komt langs en de staccatoriff is uitmuntend. Ook hier word je heen en weer geslingerd in de tempowisselingen, maar het blijft allemaal goed geproportioneerd en organisch. Op een gegeven moment krijg je een riffoffensief waarin riff na riff het complete geluid een maximum aan emotie veroorzaakt.

Met dit opus zou het album reeds geslaagd zijn en laat Caligula’s Horse horen dat ze precies op de goede plek zijn beland in de eredivisie van het proggenre.

We hebben echter geluk met nog vijf composities die van bijzondere schoonheid zijn. In Sails ligt de collectieve gevoelsboodschap aan de compositie ten grondslag. Vrij rustig zet de band een stuk muziek neer die heel toegankelijk en aantrekkelijk is. Hier geen enorme wisselingen of krachtexplosies; de kracht zit hem hier in het gitaarspel van Sam en de continuïteit van de emotie. The Stormchaser kent meer afwisseling en de zangmelodie en ritme worden parallel in een afwijkende maatsoort gespeeld maar complementeren elkaar. Hier is duidelijk een refrein te herkennen dat aantrekkelijk is vormgegeven en de band wijkt een soort af van hun route door een soort jazzy lange gitaarsolo. Met afsluiter Mute verbaast Caligula’s Horse je met een verscheidenheid aan invloeden. Binnen de zeer veelzijdige compositie zijn wat pagan-/medieval invloeden te horen, maar zijn enige oosterse invloeden ook hoorbaar.

Vanuit het midden zijn we richting het einde gegaan in deze review. Het album start echter met The World Breathes With Me waarin de observatie van de wereld ten tijde van de lockdowns centraal staat. Een zoektocht naar hoop en een zoektocht naar een soort van gemeenschappelijke zin. Muzikaal netjes verpakt in contrasterende muziekmomenten. Het start allemaal krachtig en instrumentaal en zanger Jim valt pas na ruim twee minuten licht mysterieus in. Hij plakt zijn teksten tegen de riffmuur die is opgetrokken en melodieus is neergezet. Via een ferme groovepauze krijgt de gehoorgang van de luisteraar een moment van rust waarna de compositie zich met de nodige contrasten verder beweegt richting de single Golem. Voor een toevalligheid dat juist dit als single naar voren is geschoven want het album is zo enorm consistent neergezet dat iedere andere compositie als single zou kunnen fungeren. Daarmee wordt ook meteen neergezet dat Golem prachtig in het straatje van het hele album past en alle kenmerken uit het geluid van Caligula’s Horse hier in voorkomen. Melodie, krachtige ritmes, een mooie solo en dat alles in een vette progressieve structuur.

In alles is Charcoal Grace een juweel van een album en een uitstekende start van 2024. Het moet gek lopen wanneer dit album niet aan het eind van het jaar in mijn top 10 beland. En als dat wel zo is, dan zijn we als progrockliefhebber heel gelukkig want dat zou betekenen dat we nog meer albums krijgen die dit album kunnen overtreffen. Vooralsnog twijfel ik daar nog aan.

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer