Charlie Bellmore (Kings & Liars, Dee Snider Band, Kingdom of Sorrow): We begrepen dat het beter was te zijn als Vinnie en Dimebag dan Oasis

Charlie Bellmore is niet alleen de songwriter en gitarist voor Kings & Liars. Hij schreef en speelde ook nummers op het solo album van Dee Snider (Twisted Sister), Kirk Windstein (Crowbar) en Jamey Jasta (Hatebreed)’s Kingdom Of Sorrow en het aankomende Corpsegrinder (Cannibal Corpse) solo album en trad op met Toxic Holocaust. Als we kennis maken, blijkt hij te bellen vanuit mijn favoriete stad, New York. We ontdekken op basis daarvan ook dat we beiden echte comics nerds zijn, wat het interview een extra tintje zal geven.
Binnenkort verschijnt het nieuwe album van Charlie’s eigen band, Kings & Liars. Hij speelt daar samen met zijn broer, drummer Nick Bellmore. Op het nieuwe album meen ik sterke invloeden te horen van Soundgarden en Alice In Chains., wat door Bellmore wordt beaamd, het waren sterke invloeden. 
Natuurlijk waren die bands erg groot in de jaren negentig, net zoals REM. Op het nieuwe album is een cover te horen van hun populaire nummer The One I Love. De keuze om een cover song op het album te plaatsen, was er niet perse eentje vanwege commerciële overwegingen. 
“Ik heb altijd al een cover willen doen van REM, The Talking Heads of The Police. Het is moeilijk om te coveren, want tenzij je een directe vertaling doet, is het lastig die uniek vingerafdruk van ze waar te maken. Ik besloot dat er een manier moest zijn om een REM nummer heavy, maar toch trouw aan het origineel te maken. Iedereen in de band sloeg mijn idee om dit nummer te coveren af. Na een maand kon ik het nog niet loslaten en lukte het me uiteindelijk toch om er een sterk nummer van te maken. Ik hou gewoon van het idee om dingen die niet bij elkaar lijken te passen, toch te combineren. Zoals bijvoorbeeld het nummer Hang On For Dear Life op het nieuwe album… Er zit een agressief gitaargeluid in, maar tijdens het refrein heeft het een meer poppy geluid en toch werkt het samen. De favoriete band van mijn moeder was The Kinks en van mijn vader The Beatles, dus ik luisterde als kind al naar dat soort melodieuze popmuziek. De meeste rockbands hebben dat melodieuze een beetje laten liggen, afgezien van bands als Soundgarden en Alice In Chains die je al noemde.
Het is vast niet iedereen gegeven om goed samen te werken met familie. Charlie werkt al jaren samen met zijn broer Nick. Gelukkig gaat hem dat goed af. “We kunnen goed met elkaar overweg. Als tieners hadden we wel eens ruzie, maar toen we vijftien waren en onze ouders ons naar onze eerste optredens brachten, gaven ze aan dat ze ons niet meer zouden brengen als we met elkaar bleven vechten. We begrepen toen dat het beter is om als Vinnie en Dimebag te zijn, dan als Oasis.”
De muziek werd de broers met de paplepel ingegeven. Hun vader was bassist in een coverband, dus de jongens keken al heel jong de kunst af. Zo kreeg Charlie op zijn tiende een gitaar en Nick op zijn negende een drumstel. Al snel speelden ze samen in hun eerste hardcore band, Disowned. Het was met die band dat ze Hatebreed frontman Jamey Jasta tegen het lijf liepen. “We vroegen hem steeds om als voorprogramma te spelen. Hij is maar een paar jaar ouder dan wij  en hij herkende zichzelf wel een beetje in ons. Pa had al zijn geld geïnvesteerd in goede gear voor ons. Jamey zei dat we mochten openen voor hem, als het andere voorprogramma onze gear mocht gebruiken. Het was typisch Jasta, dat we pas ontdekten dat we in zijn voorprogramma stonden, middels een flyer in onze lokale muziekwinkel die dat aankondigde. Toen we hem belden zei hij ons dat hij vergeten was het ons te vertellen. Zo ging het ook toen ik solliciteerde naar een plek bij Kingdom Of Sorrow. Jamey ging koffie halen en Kirk begon me te vertellen wat hij allemaal van me verlangde in de band. Ik wist toen niet eens dat ik al aangenomen was.”
Charlie was één van de belangrijkste songwriters voor het solo album van Dee Snider, dat Jamey Jasta produceerde.  Knap  om een modern album te maken met een toch wat oude rocker, die we vooral kennen van zijn werk met Twisted Sister. De vraag is dan ook hoeveel procent van Charlie was en hoeveel procent van Jamey.
“Op dit moment is het eigenlijk een symbiotische relatie. Ik weet wat Jamey zoekt en hij weet wat ik kan brengen. Sommige nummers op het eerste Dee Snider album, American Made zijn direct gebaseerd op riffs die ik al langer had liggen. Ik schreef dan een refreintje en een strofe en stuurde die naar Dee en Jamey. Vervolgens gingen die er weer mee aan de slag en kwamen we zo samen tot de nummers. Op het tweede album Leave A Scar is het vijftig procent ik en vijftig procent Jamey. Ik schreef tien van de twaalf songs volledig. Dee had ons laten weten dat hij toch echt met pensioen ging. Gedurende de lockdown schreef ik echter een heleboel nummers, stuurde die naar de andere gitaristen en zo probeerden we  Dee te inspireren. Hoewel Jamey niet met al die nummers wat te maken heeft, is Hatebreed altijd een belangrijke inspiratiebron voor me geweest, dus is de invloed van Jamey nooit ver weg.”
Ondanks het geluid van Kings & Liars wat toch gemaakt lijkt voor de grotere concertzalen en rockradio  laat de grote doorbraak van de band op zich wachten. Charlie denkt één van de redenen wel te weten. “Er kwam steeds iets tussen de band en mij. Zo werd ik voor Kingdom Of Sorrow gevraagd voor Mayhem Fest, daarna om Toxic Holocaust te vergezellen op een vijf maanden durende tour. Die gaf ik steeds voorrang op Kings & Liars, zodat we niet echt vol aan het succes hebben kunnen werken.”
Die voorrang kreeg ook het solo project van George “Corpsegrinder” Fisher waar Charlie enkele nummers voor schreef. “Ik schreef niet heel veel nummers voor Corpsegrinder maar toen ik ermee bezig was, schreef ik verder niets voor anderen. Ik focus graag. Voor ik met Toxic Holocaust ging spelen had ik nog een gewone baan, maar mijn baas zei dat ik me beter op de muziekcarriere kon focussen. Zo schreef ik na de songs voor Corpsegrinder wat nieuwe dingen voor Jasta, die hopelijk volgend jaar zullen uitkomen. Ze zijn perfect voor Jamey’s stem, net wat agressiever.”
De eerste single van Corpsegrinder is intussen uitgekomen. Ik had persoonlijk gehoopt op iets wat verder zou afliggen van wat we gewend zijn van de Cannibal Corpse frontman. Volgens Charlie kunnen we dat in de toekomst echter wel verwachten. “We noemden de nummers holbewoner death metal. Hard en to the point. Maar er staan ook genoeg nummers op het komende album die verder af staan van het Cannibal Corpse geluid. We brachten echter dit nummer als eerste single uit omdat we ons, in het begin, niet teveel wilden vervreemden van Corpsegrinder’s publiek.”
Het is voor Charlie moeilijk kiezen wat hij het leukst vindt, zijn eigen band of werken met andere bands. Beiden hebben hun charmes. “Ik vind het leuk om een nummer precies te brengen zoals ik het zelf schreef. Maar het is ook heel tof om te horen wat anderen met je muziek doen. Zo is Before I Go (op Leave A Scar) één van mijn favoriete nummers die ik schreef. Het was geweldig om daar dan Dee’s stem op te horen. Toen ik voor Kingdom Of Sorrow’s Sleeping Beast de gitaar opgenomen had  verliet ik de studio zodat de vocalen opgenomen konden worden. Toen ik later die vocalen terug hoorde was ik tot tranen toe geroerd.”
Na zoveel mooie samenwerkingen te hebben gedaan zijn er toch voor Charlie ook nog wel namen op zijn bucketlist. Zo zou hij graag de instrumentalen aanleveren voor John Bush (Anthrax). “Ik heb ook tijd kunnen doorbrengen met Anthrax zanger Joey Belladonna en het is een geweldige kerel. Ik kwam hem eens tegen toen we in Sidney waren voor een show. Hij kwam voorbij gelopen terwijl ik aan het joggen was. Hij liet me weten in welke hotelkamer hij zat en nodigde me uit om langs te komen. Toen ik hem daar bezocht, vroeg hij me om de volgende keer met hem te gaan joggen. Een hele fijne man. Maar als het gaat om de zang ben ik toch meer een fan van John Bush. Het zou geweldig zijn met hem te werken.”
De teksten van Kings & Liars zijn vrij persoonlijk. Charlie geeft aan dat het schrijven van die teksten soms voelde als een interview. Gedurende de COVID periode werden ze geschreven, een tijd waarin hij een scheiding te verwerken had, hij vader werd, de originele zanger van Kings & Liars de band verliet… Kortom een tijd van nieuwe eindes en nieuwe beginnen. “De nummers staan in  het teken van jezelf confronteren met je verleden en dan weer verder gaan. Het nummer Start The Ceremony heeft een bijzondere herkomst die jou als comic fan moet aanspreken. Ik zat in mijn auto een aantal nummers van de door Donny Cates geschreven Thor comic te lezen. Als  in New York de stratenvegers bezig zijn, moet je in je auto blijven tot ze klaar zijn. Dus ik zat daar in mijn auto te lezen… Ik vond het echt een tof comic book en het inspireerde me ter plekke tot het schrijven van dat nummer. De werktitel was “Norrin Radd” (de echte naam van Marvel superheld Silver Surfer) en de eerste zin “Eat My World Alive” kwam af van Silver Surfer schurk Galactus, de planeteneter. Ik vroeg me af hoe het moest zijn om de kracht te hebben bijna alles te kunnen, maar niet dat ene belangrijke ding te kunnen oplossen. Ik nam de vocalen op terwijl ik mijn kleine dochtertje in slaap wiegde. Ze is intussen wel gewend een heavy metal vader te hebben.”
Dat dochtertje werd op een bijzonder moment geboren, zo net voor de pandemie begon. . Haar naam heeft ze te danken aan een personage uit Marvel’s X-Men, Illyana Magik, daaruit blijkt weer hoe groot comic liefhebber Charlie is. “Toen ze in februari 2020 werd geboren, volgde er een periode van ontzettend veel geluk, ook voor onze ouders. Maar toen volgde er ineens een periode waarin ze niet bij haar grootouders kon zijn. Dee was zo blij voor me dat ik vader was geworden. Hij verzekerde me dat de pandemie positieve effecten voor me zou hebben en drukte me op het hart om te genieten van de tijd met mijn baby. Toen hij kinderen had was hij meestal op tour. Als hij dan bij zijn vrouw aangaf dat één van zijn kinderen dingen deed die vorige kinderen niet deden, corrigeerde ze hem met de woorden dat hij er toen simpelweg niet bij was. . Eén van Illyana’s eerste zinnen was ‘dat is een gitaar’ en niet ‘dat is een jurk’ dus ik ben een blije papa, haha.”
Het meest persoonlijke nummer op het album is echter Conquering The Fear. Toen Charlie twintig was, werd hij seksueel misbruikt op de universiteit. “Ik had daar niemand over verteld tot mijn 38e. Aangezien het hele album over loslaten en verder gaan gaat, besloot ik daar een nummer over te schrijven. Ik weet niet of het iemand zal helpen, maar als dat zo is, is dat het helemaal waard.”
Er zit volgens Charlie wellicht een link tussen wat hem overkwam en het feit dat hij biseksueel is.
“Door de jaren heen heb ik wel mensen verteld dat ik biseksueel was. Maar als je jong bent, vooral in de jaren negentig, werd heel vaak schertsend iets als ‘’gay’’ betiteld. Ik wist al als kind dat ik naast meisjes ook jongens leuk vond, maar voelde me er niet comfortabel bij daar voor uit te komen. Toen ik het een paar jaar terug online plaatste en mensen vertelde dat ik aangerand was, was dat na enige therapie naar aanleiding van mijn scheiding. Ik moest het gewoon kwijt. Eén van de redenen dat ik aangerand was, had wellicht ook wel wat te doen met het feit dat ik alles in het geniep moest doen. Als zoiets me overkomen was met een vrouw, had ik dat gewoon kunnen vertellen en was die persoon gewoon opgepakt. Ik was wellicht zelfs niet in de positie gekomen waar ik mezelf in gebracht had. Nadat ik het bericht op Facebook had geplaatst was Dee de eerste die me belde. Hij was zo trots op me en zei dat ik nu gewoon gelukkig mocht zijn  en los van het verleden verder kon gaan. Sindsdien gaat alles beter, mentaal. Ik ben als kind ook wel gepest, maar daar ben ik wel sterker uitgekomen. Ik had astma, en soms pakten andere kinderen mijn inhaler af. Ik rende ze dan achterna en dan kreeg ik juist een astma aanval waar ze dan om moesten lachen. Kinderen kunnen zo wreed zijn. Het is vreemd hoe seksualiteit zo’n issue is in Amerika. Alles is zo puriteins. Nog niet zo lang geleden kon je als homo-stel bijvoorbeeld niet trouwen. We hebben nog steeds ver te gaan, maar zijn op de goede weg.”
Het verhaal van Charlie doet me wel een beetje denken aan dat van Judas Priest frontman Rob Halford, die een groot deel van zijn carrière zijn seksuele geaardheid verborgen hield. Charlie heeft Rob wel eens ontmoet. “Het is erg jammer dat Rob zo’n zware tijd heeft moeten doormaken. Ik vind hem wel een superheld voor wat hij gedaan heeft. Het is geweldig hoe hij ‘metal’ uitspreekt met zijn Engelse accent. Zo zouden we het allemaal moeten uitspreken. Het is verbazingwekkend dat hij geen voice-over werk doet. Toen ik hem ontmoette, was ik nog niet uit de kast gekomen, dus kon ik hem helaas nog niet vertellen wat een held hij voor me is. Het zou niemand iets moeten uitmaken wat een artiest in zijn vrije tijd doet. Maar gelukkig zijn we wel op de goede weg.”
 
Photo cred:  Jason V Mannello (provided by artist for promotional use)

Related posts

Maanvlinder: We blijven onszelf verrassen

Skroetbalg: Doordachte simpelheid

Forlorn: Midsommar Metal!