Als je mij had gevraagd een stad te koppelen aan de muziek van deze Amerikaanse band had ik geen moment getwijfeld: New Orleans. Seventies rock, blues, funk, soul en hele fijne ritmes, dat kan haast niet anders. Maar nee, deze band rond toetsenist/zanger Mark Rechler komt uit de staat New York.
In het twintigjarig bestaan van deze vijfkoppige band is Joy Machine pas het derde album. Dankzij de pandemie was er ineens tijd voor een opvolger voor Silver Flower uit 2006. Met een nieuwe drummer en een nieuwe percussionist en een flinke rij gasten die ook duimen zaten te draaien en hier dus graag meededen, zoals bijvoorbeeld gitarist Nels Cline (Wilco), gitarist Marc Ribot (John Zorn, Tom Waits) en zanger Ivan Neville (Dumpstaphunk).
De sterren van deze plaat zijn echter de songs. Fijne liedjes, met de ene keer iets wat klinkt als Crowded-House-in-New-Orleans (Errand Boy), de andere keer iets dat wel doet denken aan Little Feat (Three Muses) of simpelweg vette funk met blazers is (Jazzfest Time, een ode aan het New Orleans Jazz & Heritage Festival). Rechler mag dan wel een New Yorker zijn, hij heeft muziek gestudeerd in New Orleans en dat hoor je. Het begint met het liedje en daarna mag muzikaal bijna alles. Veel ritme – een drummer én een percussionist helpt daar wel bij -, vaak mooie koortjes en op zijn tijd een fijne slidegitaar. Rechler is niet de meest verfijnde zanger, maar weet die stem optimaal in te zetten.
Dit album maakt zijn titel waar. Vrolijkheid troef, met veel mooie details die doen denken aan Little Feat, Beatles, Crowded House, Funkadelic en vele anderen. Ik zag ergens de omschrijving ‘funky rocking bar band’ en daar kan ik me wel in vinden. Allemansrock met genoeg eigen smoel om écht lekker te zijn, perfect voor warme zomeravonden. Bij mij ligt ‘ie alvast naast de cd-speler.
Circus Mind website
Circus Mind – Joy Machine
452