Maar liefst zestien nieuwe tracks weten de vier heren ten gehore te brengen. Een album met ronkende gitaren maar ook intieme momenten. Zoals haast gebruikelijk valt er op deze groep geen label te plakken. In het prille begin werd er nog wel eens een keer ‘garage rock’ geroepen, maar ondertussen heeft de band verschillende genres overstegen. De band doet niet aan muzikale grenzen, ze spelen er gewoon doorheen.
De gedrevenheid die we kennen vanuit de tijd dat Claw Boys Claw de ‘Beste Liveband Van Nederland’ was, hoor je hier terug op het album. John Cameron en Peter Te Bos hebben samen alle tracks geschreven. Het viertal wordt gecompleteerd door Marcus Bruystens en Jeroen Kleijn, samen voor al weer zo’n lange tijd. Op het nummer Hypno wordt het Hammond orgel bespeeld door Dorien Klooster.
The Stone Trembles is een nummer met de van Te Bos zo herkenbare zangstijl. Een goed in het gehoor liggend nummer met een pakkend koortje. Nightmare is een flink stuk steviger, ruig gitaarwerk en forse drumslagen kenmerken het nummer. Iets minder stevig maar wel een stuk sneller is het melodische Victory Roll. Door de varieteit in stijlen is het album een uitdagend geheel geworden.
Old Man Bones is ook weer zo’n melodisch nummer terwijl in het nummer Kites het tempo wat omlaag gaat. Wat wel blijft in vrijwel alle nummers is een overheersende gitaarpartij. De andere instrumenten hebben duidelijk een meer ondersteunende rol. Spacepacepace is dan weer een vreemde eend in de bijt, een heel ander nummer, bijna experimenteel. Als dan na een uur luisteren de laatste tonen van Get Well Soon wegsterven is het overduidelijk dat Claw Boys Claw weer een ijzersterk en afwisselend album hebben afgeleverd. Te Bos en compagnons zijn nog lang niet klaar, en dat is fijn.