Co-Op heeft weinig te maken met de shockrock van Alice Cooper. De band brengt moderne hardrock, met veel aandacht voor de groove, in de stijl van Hellyeah, Godsmack en DevilDriver. Er zit wat desert-stoner en wat grunge in, maar groovende hardrock heeft toch de overhand.
Het klinkt voor Europeanen heel Amerikaans en larger than life, stadionrock-achtig. Ze hebben goed gewerkt aan de dynamiek en de logische opbouw van de tracks, zodat die niet van bij de eerste noot dichtgeplamuurd zitten. In de songstructuren doet Co-Op wat denken aan het werk van – wie kent ze nog – Blind Melon. Inzake compositie en pakkende lyrics schrijven hebben de vijf bandleden van Co-Op nog wel wat werk, maar het is nu ook weer niet dat ze er helemaal niets van bakken. Het stijgt alleen niet uit boven de middelmaat.
Het album herneemt vier van de vijf tracks van hun EP uit 2016, terwijl de nieuwe tracks niet opvallend beter zijn. De opnames en de productie zijn zoals je kan verwachten uitstekend. Dash Cooper is een degelijke zanger, maar de desert-hardrock van Co-Op kan niet altijd beklijven. Al bij al is dit een aardig debuutalbum, maar laat ons hopen dat Co-Op nog wat kaarten achter de hand houdt voor een volgend album.