Als je zijn nieuwe plaat of naam hoort zou je wellicht denken dat we hier te maken hebben met een Amerikaanse artiest. Dan Brooklyn komt echter gewoon uit Nederland en verraste ons met zijn solo album vol fijne metal songs met een industrial en shock rock inslag. Natuurlijk willen we dan meer weten dus spraken we hem via Zoom.
Na zijn opleiding aan de Metal Factory begon hij aan de studie Popcultuur in Leeuwarden, de enige zijn soort. “Ik voelde me een beetje bevroren in het drummer zijn en kreeg ideeën over eigen teksten en nummers. Ik bedacht me dat ik eigenlijk een opleiding nodig had die me laat experimenteren met het volgende hoofdstuk voor mij als muzikant. Ik dacht dat zoiets er niet zou zijn, want een conservatorium zou me niet aannemen als vocalist zonder ervaring in die tak van sport. Gelukkig bleek er deze opleiding te zijn.”
Op muzikaal vlak ging hij kort na de Metal Factory op stap met de band Athanasia. “Drummer Jason West is één van mijn favoriete drummers. Hij drumde voor the Murderdolls en Wednesday 13, allemaal theatraal en macaber en right up my alley. Toen Jason uit Wednesday 13’s band stapte ging hij voor Athanasia spelen. Hun eerste show hier was op Koningsdag in Leiden. Ik koos ervoor die te bezoeken in plaats van Koningsdag te vieren en leerde op die toffe avond zanger/gitarist Caleb Bingham, bassist Brandon en Jason kennen. Op een bepaald moment kreeg ik een bericht van Caleb dat hij naar Nederland wilde verhuizen en hij vroeg of ik hem kon helpen met het vinden van een woning. Uiteindelijk is hij hier naar toe verhuisd en heeft hij nu een bedrijf hier, Nightmare Sound, waar hij fulltime als producer en sessiemuzikant werkt. Caleb en ik zijn enorm goed bevriend geraakt. Ik had toen al het idee en solo plaat te maken als vocalist en vroeg of Caleb interesse had me te helpen aangezien mijn gitaarskills niet zo goed zijn. Dat leek Caleb wel tof en zo zijn we tijdens de pandemie de studio ingedoken. Het samen werken aan deze plaat heeft onze geestelijke gezondheid intact gehouden.”
De drums, vocalen en teksten komen van Dan. Caleb zorgde voor de achtergrondvocalen op de cleane stukjes. De keyboard partijen vonden hun oorsprong bij Metal Factory student Jelle Hart. Later werden er nog strijkers en koren toegevoegd door Simon Sparhoff.
Dan ziet het als zijn taak shockrock weer groot te maken en wil zeker live optreden. “Je ziet nog steeds dezelfde oudere bands als headliners. Bands al Gojira en Ghost die opkomen gaan die grote plaatsen wel invullen maar als je kijkt naar een Alice Cooper, Marilyn Manson of Rammstein is de kans groot dat die er over 15-20 jaar niet meer zijn. Mijn ambitie is het om een project neer te zetten met een enorme productie, dus met visuals, pyrotechniek en danseressen. Daar zijn we achter de schermen hard mee bezig. Met één persoon als drijvende kracht is dat niet eenvoudig, maar gelukkig heb een sterk team achter me staan met bijvoorbeeld fotograaf Jianni Elsenhout die al het artwork maakte, Bart Sperling die voor Cobra Spell en Distant werkte die de video heeft gemaakt, Caleb en de studio Warehouse 37 in Groningen. Het is gewoon een fijn en hecht team en ik hoef het dus godzijdank niet allemaal alleen te doen. Het doel is het om uiteindelijk the next bing te zijn als het gaat om shockrock. De maatschappij is enorm aan het verpreutsen… Als je kijkt hoeveel moeite het heeft gekost om een expliciete video als Mark Of The Phoenix te promoten op social media blijkt dat wel. Ik wil daar een beetje tegen in gaan. Het voelt als mijn taak om dat een beetje los te breken. Ik vind dat in naam van kunst veel moet kunnen.”
Toch is live optreden, zeker met een dergelijke productie voor ogen niet makkelijk. Zeker nu niet. “Als je zegt dat je je moet inkopen in een tour zijn mensen verbaasd. Het is echter niet erg om op die manier te investeren in een act. Echter, hoewel we zoals we nu leven nog maar weinig direct merken van de pandemie hebben we wel te maken met een inflatie en een aantal andere crisissen die daar uit voort vloeien. Als het gaat om de invloed daarvan op touren en live spelen zijn die gevolgen heel merkbaar. Waar een tour buy-on eerst 6000 euro kostte voor twee weken is het nu gemakkelijk 12000 als gevolg van de inflatie en gestegen brandstofkosten. Ik ben met een aantal mensen in gesprek geweest over een tour, maar het is heel lastig. Echter, de aanhouder wint en ik kan niet wachten om The Beast naar podia te brengen.” Omdat er nog geen shows zijn geweest is de plaat alleen nog maar digitaal uitgebracht. Er zijn wel plannen voor een cd en vinyl. “Waarschijnlijk volgend jaar, maar wanneer precies durf ik nog niet te zeggen.”
Het album is een heus conceptalbum, geheel geïnspireerd door notoir occultist Aleister Crowley. Dan legt uit waar zijn fascinatie met dit fascinerend maar omstreden figuur vandaan komt. “Natuurlijk op de eerste plaats vanuit mijn interesse in metal. Als je kijkt naar de geschiedenis van metal duikt Crowley al op in de muziek van Led Zeppelin en Black Sabbath. Hoe meer je onderzoek doet naar het fenomeen metal muziek hoe meer je ziet dat zijn invloed groot was. Van David Bowie tot Marily Manson, Cradle of Filth en Dimmu Borgir. Behemoth kwam zelfs met een album, Thelema 6 naar de religie van Crowley. Hij duikt daar op als pionier en vrijdenker die enorm in contact is met zijn eigen schaduwzijde, iets waar metal zich natuurlijk perfect voor leent. Daarnaast is er mijn persoonlijke fascinatie voor het occulte en paranormale die er al mijn hele leven is. Als je gaat kijken naar de westerse esotorie duikt Crowley daar ook steeds op. Zijn invloed is te zien in wicca, modern Satanisme en Scientology. Die zijn allemaal gestoeld op de leer van Crowley en hij heeft zijn eigen Tarot kaarten en heel veel geschreven. Het idee was oorspronkelijk maar één nummer te maken, The Great Beast, dat ik al langer had liggen. Maar toen ik dieper in de materie ging duiken kwam ik er al snel achter dat één nummer te weinig was. Je kunt een hele discografie vullen met wat deze man gedaan en geschreven heeft. Hoe meer ik down the rabbit hole ging, hoe meer ik begreep dat dit een conceptalbum moest worden over Aleister Crowley.”