Voor Our Final Haven wist Darker It Gets de Amerikaanse producer Cory Brunnemann te strikken. Ze hadden zijn naam onthouden toen ze het album Dreamcatchers van The Royal hoorden. Op zijn curriculum staan voorts vooral niet zo heel bekende bands (Wolvenguard, Designing Creation, A War Within, Darke Complex, blessthefall, …), maar hij leverde goed werk voor Darker It Gets. Het is bij metalcore niet altijd makkelijk om tegelijk de snelheid van een band niet te kortwieken en toch netjes elk instrument zijn moment te gunnen. Darker It Gets serveert zijn metalcore bovendien ook heel technisch en soms wat nerveus in de tempowissels (zoals op There’s A Ghost In The Attic), terwijl de gitaarsolo’s vrij spel krijgen op Promise.Forget. Een aantal tracks trekken ook gewoon als een pletwals over je heen, zoals Conan, het militante Treason of ook het korte Cliché. Die Laatste heet voluit The Entire Notion Of Cliché Has Been Mentioned So Much It Has Become A Cliché.
Het wispelturige Broken Grounds is één van de smaakmakers op Our Final Haven: de weerbarstigheid van een Evil Superstars in een metalcore-jas, met daarover die grunts in telkens exact dezelfde toon. Knap gedaan, al had deze track misschien een fraaiere outro verdiend.
Ook een heel goede track is het instrumentale The Divide: het lijkt een ongewoon huwelijk tussen epic prog en metalcore en er lijkt ook een viool aan te pas te komen, maar van dat laatste ben ik niet helemaal zeker. Sky Harvester en The Ark hebben elk een songtitel die ook uit de progrock zou kunnen komen, maar op deze tracks doen de melodielijnen van Darker It Gets mij eerder denken aan Amon Amarth. Er zijn slechtere bands om mee vergeleken te worden.
Nog één parel op de kroon moeten we benoemen en dat is de vinnige openingstrack No Glory, No Charades. Niet te veel poespas, maar er gewoon voor gaan.
Darker It Gets heeft ons liefst 11 jaar laten wachten voor de opvolger van hun debuutalbum Hurricanes. Voor hun eigen Grote Pauze zal er wel meer aan de hand geweest zijn dan het ‘moeilijke tweede album’, maar deze band heeft iets bijzonders. Het zit ‘m misschien niet in een unieke sound of een eigen blend van genres, het is iets waar je moeilijk de vinger op kan leggen. Voor mij is het een uitnodiging om te blijven luisteren naar Our Final Haven.