Darkthone bracht in 2013 The Underground Resistance uit, een goeie pot klassieke metal met een vleugje punk en het best verkopende album van de band tot dusver. Drie jaar later is de band al toe aan het zestiende studioalbum, dat opnieuw uitkomt op Peaceville Records.
Fenriz en Nocturno Culto laten met Arctic Thunder wederom horen waarom zij één van de meest gerespecteerde en meest volhardende bands zijn in de geschiedenis van de metal. Op het album hoor je een mix van jaren ’80 heavy metal met daarover het herkenbare Darkthrone-geluid dat enigszins verwijst naar de black metal waar ze lang geleden bekend mee werden. Maar het is eerder een black metal-look & feel zonder dat je echt kan zeggen dat er echte black metal-tracks op Arctic Thunder staan. Het oude repetitiehok The Bomb Shelter, waar de band van 1988 tot 1990 vertoefde, was de thuisbasis voor de opnames die geheel door het tweetal zelf gedaan werden.
Voor het eerst in jaren nam Nocturno Culto weer alle vocalen voor zijn rekening. Het maakt dat Arctic Thunder een duister geheel is met acht tracks die gaan over haat, verachting en de geest. Met het duo dat alle instrumenten inspeelt, de productie en zelfs het artwork voor zijn rekening neemt en met enkel de stem van Nocturno Culto is dit Darkthrone in zijn meest uitgepuurde vorm. Geen compromissen.
Fenriz zegt over het nieuwe album dat het een stuk primitiever is dan gewoonlijk. Het is alvast minder ‘glad’ geproduced dan The Underground Resistance. Dat hoor je al bij de openingstrack Tundra Leach. De diepe black/death-grunt van Nocturno Culto zit ongenadig ver vooraan in de geluidsmix en dat geeft deze track onmiddellijk iets onbehaaglijks. Na een makke start breekt dit nummer halfweg open in een snel punk-tempo om na een break weer van vooraf aan te beginnen. Een leuke start. Ook de volgende track, Burial Bliss, heeft de grunt van Nocturno Culto heel prominent in de mix en een opzwepend punk-ritme.
Boreal Fiends heeft niet zo’n punk-ritme en is meer klassieke heavy metal, met de grunts minder prominent en lichter verteerbaar. Inbred Vermin opent dan terug met het recept van de eerste twee tracks, maar dan nog een versnelling hoger. De gitaren scheuren bij momenten als was Darkthrone een roedel puisterige punks. Ergens halfweg vervelt deze track in atmosferische black metal en hoor je opnieuw waar deze band vroeger zo goed in was. Titeltrack Arctic Thunder trekt dan weer volledig de kaart van de klassieke hardrock en heavy metal. Alsof de jaren ’80 nooit weggeweest zijn.
Throw Me Through The Marshes en Deep Lake Trespass komen van het hele album misschien nog het dichtst aanleunen bij black metal, maar zitten nog een heel eind verwijderd van wat Darkthrone bracht op pakweg A Blaze In The Northern Sky of Transilvanian Hunger.  Vooral de drumpartijen herinneren je eraan dat de band sindsdien een andere weg is ingeslagen. Het afsluitende The Wyoming Distance drijft ten slotte weer op meer klassieke heavy metal-riffs en –drums.
Arctic Thunder is een moeilijk te doorgronden album, ook na verschillende luisterbeurten. Darkthrone wil hier van veel walletjes tegelijk eten en het commerciële succesrecept van The Underground Resistance koppelen aan de black metal die ze zelf mee op de kaart gezet hebben. Gelukkig pakt die symbiose op de meeste nummers goed uit. Zowel oude als nieuwe fans zullen hier een vette kluif aan hebben.
Darkthrone – Arctic Thunder
300
vorig bericht