Op deze EP ligt de grondslag van Death Star Discotheque nog altijd in de eigenzinnige indie-/punkrock waarmee de band indruk maakte en maakt. 1000 Eyes is daar een mooi voorbeeld van. Geen poespas maar inpluggen en spelen. Spelen volgens het idee van de indie-/punkrock. De raggende gitaren en het krachtige pulserende drumritme bieden de compositie genoeg vaart. Naast die voortstuwende ritmesectie krijgt de gitaar genoeg ruimte waarbij de distortionknop vast lijkt te zitten. Behalve bij de scheurende korte gitaarsolo laat het even los. Het is opvallend hoe de studenten en band het voor elkaar hebben kunnen krijgen om de productie rauw en ruig te laten klinken, zoals we gewend zijn van de band. Bij Colours klinkt het misschien wel heel lo-fi, alsof de band zich in een aquarium heeft opgesloten om het geheel op te nemen.
De sfeer in Colours is vrolijk en opzwepend met wel dat lekkere scherpe en rauwe randje. Tekstueel klinkt het in mijn oren als een lief liedje. Die combinatie van gevoelens die daarbij vrijkomen is verfrissend. Voor de rest geen verrassingen, maar gewoon bijna drie minuten lekker spelen.
Freedom Of Speech is wat langer en kent dan weer een nog meer uptempokarakter. Ook hier krijgt de gitaar genoeg ruimte om raggend de basis te plaveien of met kleine microsolo’s te overtuigen. Hoewel het ‘gewoon’ is voor Death Star Discotheque om flink door te pakken zijn er in Freedom Of Speach kleine fluctuaties waardoor de compositie gevarieerd is opgebouwd.
Ook op 3 laat Death Star Discotheque horen dat goede composities uiteindelijk gewoon goed zijn wanneer ze in al hun naaktheid aan het publiek worden gepresenteerd. Een goede, lekkere en leuke compositie heeft geen dikke, gladde, gepolijste producties nodig en hoeft geen bakken met geld te kosten.
Gewoon inpluggen en spelen.