Het album steekt van wal met Hands Of Gold. Een nummer wat er geen doekjes om windt en gelijk vol gas er tegenaan gaat. Het nummer is bombastisch en beukt als een malle. Het is duidelijk dat de dubbele gitaar partijen door Timo en Merel echt een toegevoegde waarde zijn. Zoals we gewend zijn staat Delain er om bekend dat ze ware ear candy nummers weten te creëren en daar is dit nummer een mooi voorbeeld van. Ook de stem van Charlotte komt hier mooi tot zijn recht. Van sereen tot een catchy gebruik van haar stem geven dit nummer extra diepte. De rollende drums en de beukende baslijnen maken het geheel compleet. Als dan ook nog de diepe grunts van Alissa White – Gluz voorbij komen dan is het feest helemaal compleet. Een lekkere binnenkomer.
Verder met The Glory and the Scum. Dezelfde beukende lijn wordt verder gezet. De duistere lyrics zetten mij aan het denken over hoe onze maatschappij zo monsterlijk is geworden. We’re the glory and the scum. Alle goede en slechte dingen zitten allemaal in ons en het is aan ons om te kijken of we transformeren in monsters.
Als derde track vinden we Suckerpunch. Deze track vonden we ook al op Lunar Prelude. Ik was toen al onder de indruk van dit nummer. Het zware gevoel wat er in het nummer zit, houd je vast van begin tot eind. Een super nummer live, wat menig publiek uitnodigt tot een spring partijtje. De pakkende gitaarsolo door Timo mag ook best wel genoemd worden.
The Hurricane treffen we als vierde nummer op Moonbathers. Dit nummer pakt het iets rustiger aan en is als het ware een echt liefdesverhaal met alle strubbelingen die in een relatie komen kijken. In zekere zin heeft het een droevig gevoel mede door de, met vlagen, jankende gitaren op de achtergrond en de diepe stem van Charlotte.
Op rustige toon gaan we verder met Chrysalis – The Last Breath. De intro, verzorgd door alleen zang van Charlotte en subtiele piano, geeft het een dromerige sfeer. Alle gitaargeweld en diepe drums blijven achterwege wat dit een mooi rustmoment geeft op het album. Door de orkestpartijen en het gebruik van synths is dit van begin tot eind een episch nummer. Met zijn dik vijf en een halve minuut is dit ook het langste nummer op het album.
Gedaan met de rust. Bij Fire With Fire wordt weer een flink tandje bijgezet en is wat mij betreft gelijk ook het beste nummer op het album. Het nummer heeft een old school gevoel met zelfs hier en daar een glam rock touch erin. De lyrics liegen er niet om. Als je er wat dieper in duikt gaat het er om dat je nooit perfect zal zijn voor iemand anders. Je hoeft je niet te verontschuldigen om de zwarte ster die je bent. Just kill them with kindness. ‘Cause you will always be ,much too strong for someone else. You will always be, much too tall for someone else. Don’t you try to apologise , Black Star, that’s what you are. No one stills the fire in your heart. Fire with fire now’. Daar waar We are The Others ophield, borduurt Fire with fire gewoon weer verder.
Op volle kracht gaan we verder met Pendulum. Een beukend nummer wat strak staat van vlijmscherpe gitaarriffen en beukende drum en rollende baslijnen. Als ik de lyrics lees, zou het zomaar eens kunnen gaan over het artiesten leven en hoe je dan geleefd wordt. Je bent op plekken waar je eigenlijk nog langer even wil blijven maar dat is helaas niet mogelijk, of je kunt je de vraag stellen of dat dit leven voor altijd wil bestaan.
Danse Macabre weet het gevoel te pakken wat ook zat in Army Of Dolls. Het nummer pakt het iets rustiger aan in tempo maar heeft toch een volle sound. Ook hier weer duistere lyrics met op het eind een lichtpuntje. Het lichtere toetsenwerk maakt het nummer iets minder zwaar om te verteren. Het blijft zelfs na helemaal grijs gedraaid te zijn een heerlijk nummer.
Als negende vinden we Scandal. Een Queen Cover. Eerlijk is eerlijk. Het is een gedurfde keuze maar zeker een geslaagde. Het is nog duidelijk te horen dat het een Queen nummer is maar met toch de Delain Touch er overheen. Charlotte mag hier flink uitpakken met haar snaren. Van pop stem tot flinke uithalen met een scherp randje werken hier prima. Ook het strakke gitaarwerk mag niet vergeten worden. Dit is een nummer wat het live zeker goed gaat doen.
Turn The Lights Out uit vonden we ook al eerder op Lunar Prelude. Een heerlijk catchy nummer en wederom ear candy. Ook hier kan onze wicked world weer een mooi thema zijn in dit nummer. Bij duistere lyrics past ook een duistere sound en die wordt ook gecreëerd door diepe baslijnen te gebruiken. Het nummer beukt en raast voorbij als een allesverwoestende orkaan.
Als afsluiter vinden we The Monarch. Het nummer voelt in het begin anders aan dan de rest van het album. Rustig en vredig met geneurie als “zang”. Al snel komt het typische Delain gevoel naar boven en wordt er volle gas gegeven op bas met op de achtergrond jankende gitaren. Om weer op rustige toon te eindigen. Wat mij betreft een prima outtro voor de live shows.
Het album om kort te gaan:
Delain heeft zich zeker weer weten te overtreffen en is duidelijk verder gaan bouwen op ouder werk. De symfonische elementen zijn nog meer naar voren gekomen en hebben een mooiere plek gekregen in het geheel. Als je van beukende basslijnen, rollende drums en vlijmscherp gitaarwerk houdt dan zal dit album je zeker aanspreken. Ook mag de veelzijdige stem van Charlotte niet vergeten worden. Ook zij is flink aan de slag geweest met haar stem. In de loop der jaren heb ik Charlotte mogen zien groeien van een bijna onzeker kippetje naar de power woman die nu op het podium staat. Voor wie van duistere lyrics houdt met duidelijke boodschappen zal dit album zeer zeker kunnen waarderen. Het is ook duidelijk dat Delain zeer zeker niet meer de eendagsvlieg is wat in 2006 werd verwacht. Delain vecht aan hun weg naar de top en dat is ze ook gegund. Merel Bechtold is een fijne aanwinst op gitaar en kersverse drummer Ruben Israel doet het ook goed met zijn beukende drums.
Tracklist:
Hands Of Gold
The Glory and the Scum
Suckerpunch
The Hurricane
Chrysalis – The Last Breath
Fire With Fire
Pendulum
Danse Macabre
Scandal
Turn The Lights Out
The Monarch
Line up:
Charlotte Wessels – Zang
Martijn Westerholt – Toetsen
Timo Somers – Gitaar
Merel Bechtold – Gitaar
Otto Schimmelpenninck van der Oije – Bas gitaar
Ruben Israel – Drums