Het nieuwe Deleyaman album The Lover, The Stars & The Citadel is een logisch vervolg op hun vorige album The Edge. De muziek is ingetogener, (nog) meer gericht op details en klinkt overwegend introvert. Stijlen die deze keer de boventoon voeren zijn singer/songwriter, maar ook (traditionele) chansons. Dat begint al bij opener La Plaine, maar luister bijvoorbeeld ook naar het zweverige Galaxy (met passende samenzang tussen Beatrice en Aret) en het uiterst gevoelige La Mer Et L’Amour (oorspronkelijk geschreven door Pierre de Marbeuf met Et La Mer et L’Amour in 1628). The Lover, The Stars & The Citadel staat vol met dit soort (luister)pareltjes. Wat vooral opvalt is dat elk klein detail en elke muzieknoot een betekenis heeft. Brendan Perry (Dead Can Dance) speelt Griekse bouzouki op het erg mooi opgebouwde en door Aret sensitief gezongen Escape. Ook op Autumn Sun is de inbreng van Brendan duidelijk te horen, maar komt dit door zijn percussie werk. De nummers liggen dichter tegen het solowerk van Brendan Perry aan dan zijn muziek met Dead Can Dance. Slechts met Secret Treasures met een dwingende baslijn keert de band, mede door het jaren tachtig gitaargeluid, even terug naar de darkwave van weleer. Ondanks dat het tempo laag ligt en de nummers overwegend rustig zijn blijft The Lover, The Stars & The Citadel van begin tot het einde spannend. Deleyaman levert een heerlijke luisterplaat op waarin gevoel, emotie en detail de boventoon voeren. Weer een prima aanvulling op hun toch al bijzondere oeuvre.
http://www.deleyaman.com