Dat elektronische muziek en een rauwe bluesgitaar goed samen gaan bewijst 80’s band Depeche Mode. Een naam die verwijst naar een Frans tijdschrift en wat letterlijk ‘modenieuws’ betekent. De, nog altijd springlevende, vijftigers brachten eerder dit jaar een nieuw album uit: Delta Machine. Kunnen Martin Gore, David Gahan en Andrew Fletcher de aandacht vasthouden met dit nieuwe arsenaal aan songs, of moet de band het vooral hebben van het oude werk? It’s a Secret To The End.
Het overvolle Ziggo Dome staat te trappelen. Nog voordat Depeche Mode het podium betreedt bespreken twee mannen achter mij het repertoire van de band en ook achter mij (gelukkig) staan twee Franse dames al te dansen en te klappen op de achtergrondmuziek. De vrouw achter hen, wie duidelijk gehecht is aan haar zitplaats, kijkt alsof haar een zware avond staat te wachten. Om stipt negen uur dempen de lichten. Een schurende synthesizer dreunt door de zaal. De twee schermen aan de zijkant en het middenstuk van de achtergrond, dat bestaat uit meerdere driehoeken, licht op. ‘Welcome To My World’ wordt langzamerhand leesbaar. We trappen af met een nummer van de nieuwe plaat.
Het, tevens nieuwe, Angel volgt. Depeche Mode komt rustig en brengt het publiek in een trans. ‘Walking In My Shoes’ is het derde nummer en op dat moment krijgt het publiek de microfoon naar zich gericht. Er moet worden meegezongen. Dat idee komt aanvankelijk niet helemaal goed uit de verf, maar naarmate het optreden vordert komt het publiek in Amsterdam los van de grond. Handen gaan blindelings de lucht in en er wordt gedanst op de stevige ritmiek. David Gahan dans, gehuld in een glanzend giletje, het hele podium rond. Zijn haren zijn strak naar achter gekamd en al na het eerste nummer gaat zijn jasje uit. Het is echt een showmannetje en tegelijkertijd de belangrijkste schakel tussen band en publiek. Hij zegt niet veel, maar weet het publiek en zijn bandleden constant te inspireren om mee te gaan in stroom van constante beats, rauwe gitaren en het schurende syntesizergeluid.
De act wordt versterkt door de artistieke visuals op de reeds genoemde schermen. Tijdens ‘Should Be Higher’ zien we twee mannen die in de weer zijn met vuur. Het levert een kleurrijk, dynamisch beeld op dat de muziek een extra dimensie geeft. Op een ander moment krijgt de toeschouwer verschillende soorten honden op het netvlies gebrand, en tijdens Halo volgen we een vrouw die zich op verschillende locaties in het middelpunt van een rode driehoek stelt. De bandleden lachen en stralen plezier uit. Depeche Mode wordt ontketend, maar dat komt helaas de zang niet altijd ten goede. David Gahan is eigenlijk geen betere zanger dan gitarist/toetsenist Martin Gore, maar nogmaals: hij wekt energie op bij zowel band als leeftijd. Gore en Gahan zijn tegenhangers, want Martin Gore krijgt ook de volledige aandacht tijdens het akoestisch middenstuk met ‘Slow’ en ‘But Not Tonight.’ Op die manier wordt een duidelijke dynamiek gecreëerd. Wel zo vriendelijk, de aanwezigen moeten immers wel hun Facebook-status kunnen updaten zonder echt wat te missen.
Dan volgen de grote hits: ‘Enjoy The Silence’ en ‘Personal Jesus.’ Er wordt gefeest een meegezongen alsof de aanwezige veertigers nog altijd jong zijn. Het derde, maar nietszeggende lid van Depeche Mode, imiteert de bewegingen van de paus veelvuldig. Zijn handen gaan omhoog in de hoop het publiek mee te krijgen. Maar zijn inbreng is nihil. Hij blijft staan op dezelfde plek, achter zijn keyboard (waar waarschijnlijk geen eens een kabeltje in zit). Veilig, schuilend achter zijn zwarte zonnebril staat deze ‘achterneef van Elton John wie zo had kunnen aanschuiven bij Man Bijt Hond’ mee te zingen, maar zonder intensiteit. De mannen verlaten het podium en komen natuurlijk nog even terug voor een encore. ‘Just Can’t Get Enough is immers nog niet gepasseerd.
Natuurlijk volgt ook die hit nog en alle armen gaan de lucht in. Ondertussen heeft Gahan ook weer zijn giletje aangedaan, want dat ontblote bovenlijf zat onder het zweet. Wel heel erg rock ‘n roll natuurlijk. Zwaaiend met zijn microfoonstandaard bedankt hij de jubelende menigte voor het komen. Een diepe buiging volgt, maar de mensen willen meer. Toch zit dat er niet meer in na een ruime 2 uur. Depeche Mode heeft een dijk van een show neergezet, waar het spelplezier van af viel te lezen. Vocale missers en geluidskwaaltjes teisteren dit optreden en ook de setlist was net zo verrassend als het gemiddelde voetbalinterview. Maar dat deze veteranen nog steeds de aandacht kunnen vastgrijpen, nog net zo kunnen stralen als vroeger en nog minstens zo artistiek zijn, wordt bewezen in de Ziggo Dome.