Derek Sherinian is het bekendst van zijn werk in Dream Theater, Black Country Communion en nu Sons Of Apollo, maar naast dat en veel sessie- en tourwerk (bij o.a. Joe Bonamassa en Generation Axe) heeft hij ook nog tijd voor soloalbums. The Phoenix is alweer zijn achtste.
Nou ja, niet helemaal solo, want voor de tweede achtereenvolgende keer is er een belangrijke rol weggelegd voor Simon Phillips (The Who, Toto) als drummer, co-producent en songwriter. En zoals altijd zijn er ook nog allerlei mensen waar hij eerder mee gewerkt heeft, zoals Sons of Apollo-bandmaatjes Billy Sheehan en Ron ‘Bumblefoot’ Thal, Joe Bonamassa, Zak Wylde, Steve Vai, Tony Franklin en Kiko Loureiro (Megadeth). Misschien denk je dat het met al die namen een metalfest wordt, maar dat is niet zo. Ongetwijfeld zal Phillips daar ook een rol gehad in hebben, maar zelf was Sherinian ook al actief met de fusionband Planet X.
Op Clouds Of Ganymede is het shredwerk van Steve Vai en hij krijgt daar ook alle ruimte voor van Sherinian. Het levert een vermakelijk gitaar/toetsen-duel op. Dragonfly is pure fusion. Sherinian gebruikt slechts de piano, maar blijkt ook daarmee stevig van leer te kunnen trekken. Zelf ben ik erg gecharmeerd van de solo halverwege Temple Of Helios, waarin hij erg aan Jon Lord doet denken. Ook de slottrack, Pesadelo, met Kijko Loureiro’s fraaie werk op afwisselend de Spaanse en de elektrische gitaar is prachtig. Er staat één cover op The Phoenix: Them Changes van Buddy Miles, drummer van Jimi Hendrix’ Band of Gypsys en de man in wiens band Sherinian de eerste schreden op het professionele pad zette. Het gitaarwerk en de zang – op de enige niet-instrumentale track op het album – is van Joe Bonamassa.
Sherinian kan op toetsen bijna als een shreddende gitarist klinken en doet dat ook meermalen. The Phoenix is een plaat waarbij je het een luisteraar bij voorbaat niet makkelijk maakt: stevige rock maar niet altijd de gitaar op de voorgrond, soms jazzinvloeden of heftige fusion, een track met vooral piano en maar één vocale track, dat is geen hapslikwegplaatje. Door een slimme indeling van de songs – rockend en jazzy goed verdeeld, uptempo en midtempo ook, de pianotrack en de vocale track zo’n beetje halverwege – raak je niet halverwege buiten adem (zoals met Planet X nog wel eens gebeurde) en blijf je tot het einde gefascineerd. En geïmponeerd, want wat Sherinian, Phillips en al hun gasten instrumentaal laten horen is van bizar hoog niveau.
Nee, achtergrondmuziek voor een feestje is het niet, maar het is wel uitermate geschikt voor een aandachtige luisterbeurt. Sherinian weet veel variatie aan te brengen, waardoor The Phoenix meer wordt dan het egodocument van een toetsenist.
Derek Sherinian website
Derek Sherinian – The Phoenix
455
vorig bericht