Dez Fafara wist het afgelopen jaar nog menig podium onveilig te maken met de hereniging / reünie / reïncarnatie van de nu-metalband Coal Chamber. Helaas kon en kan ik er niet heel warm van worden en ik ben derhalve ontzettend blij dat Dez gewoon DevilDriver weer in de startblokken heeft gezet met de nieuwe cd Winter Kills. Momenteel draaien de heren overuren als co-headliner met Trivium.
Maar dat terzijde, want ik heb de nieuwe cd in mijn speler liggen en ook die draait momenteel overuren. Meest opvallend en heel prettig is de waanzinnige muur van geluid die binnenkomt. Het geluid is vol en de pulserende (dubbele bass)drum en scheurende gitaren veroorzaken in elk nummer een eruptie aan decibellen. Waar ik echter wat bang voor was, was het feit of de, weinig varierende, zang van Dez me niet zou vervelen. Mocht dat op voorgaande cd’s van toepassing zijn, op Winter Kills geenszins. Want na Oath Of The Abyss, Ruthless en Desperate Times komt het waanzinnige titelnummer. Het tempo is goed, de gitaar jengelt op de achtergrond en de melodie en tekst neemt me mee in een bloeddorstig winterlandschap. Het lijkt het startschot voor nog meer opwindende nummers. The Appetite begint als een wolf in schaapskleren. De band lijkt gas terug te nemen, maar evenals Winter Kills is het metal troef. Ook in dit nummer is Dez lekker op dreef. Gutted en Curses & Epitaphs lijken bij Pantera weggekaapt te zijn. De adrenaline blijft doorstromen tot we bij slotnummer Sail komen. Hoewel ik, net The Appetite klaar zit voor een uitbarsting, blijft deze uit en ben ik verrast dat er iets van een ballad bij DevilDriver vandaan komt. Muzikaal aardig, maar bij Dez lijkt het of hij als DevilDriver de engelen in de hemel probeert te vermaken met zijn gezang.
Leuke poging, ik heb er ook geen problemen mee, maar ik besluit de cd-speler daarna in te stellen op nummer 1 t/m 10, met de repeatknop aan en het geluidsvolume op ‘ik-blaas-bijna-mijn-speaker’-niveau.
DevilDriver – Winter Kills
236