Dirty Shirley – Dirty Shirley

Een beetje algemene kennis helpt best voor een recensent. Er is in Europa al heel veel geklaagd over de lelijke hoes van Dirty Shirley, maar het is simpelweg een parodie. Amerikanen zullen er meteen het schilderij American Gothic in herkennen. Mooi wordt ‘ie er niet van, maar het maakt toch een verschil.
Maar goed, een hoes blijft een bijzaak. Belangrijker is dat Dirty Shirley alwéér een nieuw project met George Lynch (Dokken, Lynch Mob) is. Vorig jaar verschenen albums van KXM en The End Machine, dit is zijn eerste album van het nieuwe jaar en vast niet zijn laatste. Waar Lynch vaak met oude kompanen werkt, of minstens een aantal redelijk bekende muzikanten opzoekt, zijn de drie anderen in Dirty Shirley relatief onbekend. Zanger (en toetsenist) van dienst is Dino Jelusic, zanger van Animal Drive en sinds 2016 tourmuzikant van Trans-Siberian Orchestra. Drummer Will Hunt zou je kunnen kennen van Evanescence en Black Label Society. De grote onbekende is bassist Trevor Roxx.
Jarenlang waren Ronnie James Dio en David Coverdale redelijk uniek klinkend en was Jorn Lande de enige die er in de buurt kwam. De laatste jaren lijkt er een blik met zangers opengetrokken die zowel Coverdale als Dio in stem, zanglijnen en frasering benaderen. Zo ook deze Jelusic. Inmiddels zijn er dus nogal wat zangers die hetzelfde kunstje uithalen en ga je automatisch op zoek naar de verschillen. Helaas zijn er die bij Jelusic weinig. Hij is een meer dan capabele zanger, maar de helft van de tijd heb je het gevoel naar Jorn te luisteren. Bovendien krijg je de indruk dat dit niet een project ván Lynch is, maar vooral een project mèt Lynch. Het verhaal is dat Lynch er vanaf het begin bij was en jams heeft gestuurd waarmee Jelusic de tracks schreef. Feit blijft dat vóór ik dat las, ik het gevoel had dat er vooral met externe songwriters gewerkt was. Lynch lijkt zich beperkt te hebben tot riffs om Jelusic goed uit de verf te laten komen. Er ontstaat zo een plaat met verrassend weinig eigen gezicht. Zeker Lynch weet hoe hij songs schrijft en het klopt dus allemaal wel, maar na de tweede en derde song, Dirty Blues en het wat donkerder klinkende I Disappear wordt het een beetje dertien in een dozijn. Goed musiceren – de solo in Voice Of A Soul mag er bijvoorbeeld zijn – levert niet automatisch een geweldige plaat op, zoals hier blijkt.
Het grote bezwaar aan dit album is wat mij betreft dat je voortdurend in ‘waar doet dit stukje nou weer aan denken’-modus zit. Ik geef toe dat dat ook een beetje de recensent eigen is, maar hier is het wel heel erg. Een beetje Dio, een beetje Coverdale en Whitesnake, Led Zeppelin, Crimson Glory (afsluiter Grand Master), zelf hoor ik regelmatig de vrij typerende gitaarsound van de Italiaan Alex De Rosso op het enige album van Headrush terug, bijvoorbeeld op Last Man Standing. En wat blijkt? Lynch kent hem, want hij heeft ooit bijgedragen aan De Rosso’s soloalbum Lions & Lambs. Kortom, het is een beetje een karaokeplaat in dat opzicht. Als dat je niet stoort dan heb je hier een vakkundig gemaakte hardrockplaat aan. Stoort het je wel dan moet je misschien eerder kijken bij ander werk van Lynch zoals afgelopen jaar met KXM en The End Machine of het Shadow Train-album. Wat Jelusic betreft: een grote carrière sluit ik zeker niet uit. Met Dirty Shirley zie ik dat echter niet gebeuren.

Dirty Shirley Facebookpagina

Related posts

Prophets Of Addiction – Face The Music

Changing Tides – Amidst The Gray

Living Gate – Suffer As One