Na wat strubbelingen bij de kassa door een kapotte vrachtwagen komen we uiteindelijk binnen in de kleine hal, waar we gelijk getrakteerd worden op The Charm The Fury. Een Nederlandse furie is wat er inderdaad op het podium staat, de dame in kwestie gooit er een grunt tegenaan waar menig kerel jaloers op zou zijn. Ze heeft ook een uitstekende normale zang stem die ze afwisselt met de grunts. De band zet een lekker potje metalcore neer en doet dat zeer enthousiast, wat het een leuke band maakt om naar te kijken.
Op de Skull Stage staat Obscura. De band die bekend staat om de enorm strakke en snelle drumpartijen van Hannes Grossmann laat zien hoe technische death metal moet zijn. De drummer is zo goed dat je bijna zou vergeten dat de andere bandleden ook niet mis zijn. De muziek zelf doet af en toe denken aan Dimmu met wat minder afwisseling in tempo en ze zetten dit live goed neer. De stem is het enige wat niet heel erg goed uit de verf komt, dit zou misschien een wat slechte afstelling kunnen zijn. We genieten van The Anticosmic Overload en Imaginative Soul, maar ook aan dit optreden moet een eind komen.
Op naar de Hell Stage, want hier komt zo Dying Fetus. Net als je dacht dat het niet bruter, sneller en harder kon, dan krijg je dit. De band bestaat maar uit drie personen. Drummer, gitarist en bassist. De drummer moet een nummertje inkomen, maar geeft hem vanaf het tweede nummer zo van katoen dat je medelijden krijgt met het drumstel. Dit geldt overigens ook voor de keel van John Gallagher. Waar hij het geluid vandaan haalt mag joost weten, maar de grunt klinkt af en toe alsof er een stemvervormer tussen zit. Mix death metal met wat grindcore, voeg wat extreme drums en twee grunters toe die ook nog gitaar spelen en dan krijg je de oorverdovende bak die van het podium af komt. Er zwiept in het publiek aardig wat haar in de rondte, de circle pit valt wat tegen, maar dat mag de pret niet drukken. Na nummers als Praise the Lord (Opium for the Masses), Grotesque Impalement en als afsluiter van het laatste album In the Trenches verlaten ze het podium onder welverdiend gejoel, gejuich, applaus en een heleboel “horns”.
We verhuizen weer van hal om Hypocricy niet te missen. De uit Zweden afkomstige band is een echte klassieker onder de death metal. De uit 1990 stammende band zetten in hun eerste jaren redelijk satanistisch werk op de kaart, maar stapte later over naar andere inspiratie bronnen. Het laatste album is van dit jaar en laat horen waar de band goed in is. De eerste twee nummers van de set zijn van het album End of Disclosure. Hoewel de trash en death metal segmenten lekker afwisselen is het misschien na de vorige band wat minder spectaculair, maar zeker niet slecht.
We halen gauw even een hamburger met friet en terwijl we zitten te eten vlak bij het kleine podium treed daar een band op waarvan de naam al redelijk duidelijk maakt in welk genre het thuis hoort: Rectal Smegma. De grindcore is dit jaar vertegenwoordigd door dit uit het westen van het land afkomstig viertal. Beide gitaristen staan in hun ondergoed op het podium wat uitstekend past bij de gezellige sfeer die losbarst in het publiek. De pit is een soort van mega dans feestje waar men duidelijk geniet van Get Dirty Bitch, Double D Death Punch en Two Girls One Cupcake. Smakelijk!!
We haasten ons terug naar de Hell Stage om Heaven Shall Burn niet te missen. Onze oosterburen zijn blijkbaar goede grond om metal bands op te telen, want ook deze duitse metal band is een podium beest. Er klinkt een combo van death metal en metalcore die erg fijn is om te horen. De band kent niet veel afwisseling qua tempo. Sterker nog, de band kent maar een tempo en dat is gas erop. Marcus stuitert over het podium en heeft er duidelijk zin in. Na een paar nummers gaat er in de moshpit echter iets niet helemaal goed, waarop hij serieus geïnteresseerd informeert: “Ist everything ok in the pit?” Na een flesje water aan de noodbehoevende te hebben toegegooid gaat de band weer in hetzelfde lompe tempo verder. Er zit zelfs nog een toegift in in de vorm van Endzeit , maar voor een klein gedeelte van het publiek is het al genoeg, men gaat onderweg naar Satyricon.
De Noren van Satyricon doen ook al wat langer mee, ze spelen al sinds 1991 hun wat beheerstere vorm van death metal. Tijdens een van de eerste nummers Diabolical Now springt de zanger de fotopit in om het publiek nog meer aan te sporen om mee te blehren. Dat het publiek het wel kan waarderen is wel duidelijk, de zaal staat tot aan het zwarte gordijn vol. Het enorme drumstel springt in het oog en zo ook het geluid. De dubbele bassdrum is overheersend, maar niet te, zoals het hoort. De band heeft pas een nieuw album uit, getiteld zoals de band heet en hier komen een aantal nummers van voorbij. De band is naar mijn idee een beetje zoekende naar een nieuwe stijl. De oude donkere en harde sfeer die bij een band van dit kaliber hoort is af en toe ver te zoeken en klinkt zelfs een beetje duf. Als heel het nieuwe album zo klinkt, dan is dit geen al te beste reclame. Het oude werk klinkt gelukkig wel zoals het hoort.
Op naar de volgende in de rij: Papa Roach. De uit Amerika afkomstige crossover band voelt een beetje als een vreemd eend tussen de rest van het geweld. Zoals iemand bijna terecht opmerkt: “Nogal een boyband in vergelijking met de rest van de lineup…” De muziek is een stuk meer pop georiënteerd waarbij rap, scream en een stukje synthesizer elkaar complimenteren. Desalniettemin zetten de heren een prima show neer waarbij zanger Jacoby zich uitleeft op het podium en de band beukt eigenlijk best lekker. Hij springt bij Blood Brothers de pit in om zoveel mogelijk handjes te schudden van de “homies” vooraan en klimt daarna evenzo energiek weer het podium op. Give me back my life en Born With Nothing, Die With Everything passeren ook de revue en uiteraard wordt het publiek Last Resort niet onthouden. Al met al helemaal niet verkeerd, al misstaan ze wel een beetje tussen de andere bands.
Tussen de bedrijven door kijken we ook nog even snel binnen bij Alpha Tiger, naar verluid een duitse powermetal band. Deze doen aardig hun best, maar imponeren niet echt. De solo’s zijn lekker maar de zang niet geweldig. We krijgen de titeltrack van Beneath the Surface mee, dit is best aardig aan te horen. Het doet muziekaal wat denken aan Helloween, alhoewel de band uiterlijk duidelijk glamrock aspiraties heeft.
Op de aankondiging staat dat Death komt optreden. Vreemd, aangezien de band eigenlijk niet meer bestaat sinds de tragische dood van zanger Charles Michael ‘Chuck’ Schuldiner. Het blijkt te gaan om een aantal ex-leden van de band die een tribute doen aan wat Death ooit was. Death wordt gezien als een van de grondleggers en meest invloedrijke bands in het genre. Het geheel komt maar moeizaam op gang en komt niet helemaal uit de verf. Dit wordt iets beter als een aantal leden van Obscura, waaronder de drummer mee spelen met Chrystal Mountain en de zanger inspringt voor Spirit Crusher. Al met al een leuke tribute die voor velen oude tijden doet herleven.
De laatste act op de hell stage is ook een oudgediende, namelijk My Dying Bride. De excentrieke zanger Aaron Stainthorpe (die tegenwoordig nauwelijks haar meer heeft) is al jaren het gezicht van de doom metal band. De zeer bombastische, trage, melancholische en bij vlagen heftige muziek gecombineerd met de hypnotiserende stem van Aaron maken dit een unieke band om te zien en te horen. De aankondiging van het nummer Turn loose the Swans wordt duidelijk gewaardeerd door het publiek, het nummer is dan ook geweldig om live te horen. De zanger draagt ook nog een nummer op aan zijn nichtje, die 18 is geworden. Zoals hij zelf al meldt is het nummer echter nogal ongepast: Like a perpetual funeral…
We verlaten de hell stage om ook nog even wat mee te krijgen van Havok. De amerikaanse trash metal band staat hier op een klein podiumpje, waar ze wat mij betreft eigenlijk niet horen. De sfeer maakt het wel goed. Alhoewel het meeste publiek in de zaal ernaast staat en er ook al wat afdruipt naar huis laat de band zien wat ze in huis hebben. Dat de vier heren wat weinig plek hebben op het podium is wel duidelijk en vlak voor we de zaal verlaten krijgen we Under the Gun nog mee, wat lekker van ‘t podium afknalt. Een waardig einde van een middag en avond vol gitaar geweld.
Al met al is Distortion het tweede jaar er ook in geslaagd om het publiek te trekken waar het naar op zoek was. De lineup was afwisselend genoeg en net als de vorige dag is er constant muziek door de afwisseling op de drie podia. Soms ook wel wat lastig, zeker als je bands wil zien die precies op hetzelfde moment spelen, maar de doorgang tussen de zalen is ruim zat, dus geen probleem bij het verplaatsen. Op naar volgend jaar wat mij betreft.