Doro Pesch mag zonder twijfel helemaal terecht The Queen of Metal worden genoemd. Ze begon in de bands Snakebite en Beast, maar brak pas echt door in 1982 met Warlock. Even later startte ze een bijzonder succesvolle carrière waarin ze met de grootste der metal muzikanten werkte, zoals Lemmy Kilminster (Motörhead) en Gene Simmons (KISS). Ze was een groot voorbeeld voor veel vrouwen in de metal en een pionier. Haar veertigjarige artiestenjubileum viert ze met het prima album Conqueress- Forever Strong and Proud. Een uitstekende reden om met deze Grand Dame van de Heavy Metal te spreken via Zoom. Ze ziet er stralend uit, terwijl ze er de afgelopen dagen flink wat reizen op heeft zitten en met ons spreekt vanuit Atlanta op een dag dat ze al bijna twintig interviews heeft gedaan.
Ben je ondanks je drukke reizen nog wel eens in Duitsland?
Jazeker. Mijn negentigjarige moeder woont er nog. En we repeteren er met de band. We hebben een Braziliaanse gitarist en een Amerikaanse drummer die verliefd is geworden op een Duitse dame en er nu woont. En dan hebben we Bas Maas, eerder bekend van After Forever, die natuurlijk in Nederland woont. We hebben sinds kort ook een nieuwe bassist, Stefan Herkenhoff van Beyond The Black. Toen we gingen touren in de corona periode was daar een vaccinatiebewijs voor nodig. Aangezien Nick Douglas dat toen niet zag zitten hebben we Stefan gevraagd. Overigens hebben we in Atlanta onlangs met Nick gespeeld. Dus eigenlijk is de familie alleen maar groter geworden. Niemand is helemaal weg, we hebben alleen nieuwe mensen er aan toegevoegd.
Ik moet zeggen dat het nieuwe album weer top klinkt.
Ja! Wat vond je van Total Eclipse Of The Heart, mijn duet met Rob Halford van Judas Priest? Ik vind het zelf te gek. We zagen ons afgelopen jaar op Hellfest en zijn al vrienden sinds 1986. We vonden het, in het licht van mijn jubileum tijd samen wat op te nemen. Ik ben opgegroeid met het British Steel album en wilde daar graag met Rob Living After Midnight van doen. Hij zei graag met mij Total Eclipse of the Heart van Bonny Tyler te willen doen. Erg onverwacht natuurlijk, maar blijkbaar wilde hij dat al jaren. Het is het laatste nummer wat ik voor de plaat heb opgenomen. De vinyl versie was al klaar, dus hij staat alleen op de CD. De videoclip is ook erg gaaf geworden. Rob ziet er daar, gekleed in een lange zwarte jas en hoed, uit als een echte gentleman. Een ander duet op de plaat is met Sammy Amara van de Broilers, die erg succesvol zijn in Duitsland. Ik was in december uitgenodigd als gast voor een nummer met ze in Düsseldorf. We deden samen twee shows en de fans waren geweldig. Grappig genoeg hebben zij vooral jongere fans, terwijl mijn publiek ouder is. Dat beviel zo goed, dat we besloten op dit nieuwe album nog eens samen te werken. En dan is er nog natuurlijk die gave clip van Time For Justice met de Wasted Warriors. Ik ben altijd fan geweest van Mad Max, vooral Fury Road. Ik kwam die gasten tegen op Wacken, jaren geleden. Sindsdien heb ik altijd iets samen met ze wilden doen. Toen Time For Justice als single werd gekozen belde ik ze en zei ik dat ik de perfecte song had om met ze een video voor te maken.
Je hebt enorm veel duetten mogen opnemen in je carrière met allerlei artiesten. Wie mist nog in het lijstje?
Ik had heel graag met Ronnie James Dio samengewerkt. Het zat ook in de maak heb ik begrepen. Verschillende journalisten hebben me verteld dat hij van plan was om Magica 2 en 3 te maken en daarop een duet met mij had willen doen. Verder David Coverdale, het eerste concert dat ik zag was met zijn Whitesnake. Wat een geweldige frontman en zanger! Ik zou graag nog wel twintig platen willen maken en je weet nooit hoe dingen zullen uitpakken. Neem nu mijn duet Met Johan Hegg van Amon Amarth. Ik wilde al met ze werken sinds ik ze op Wacken zag. Johan is zo’n geweldige frontman, hij doet me denken aan James Hetfield in de jaren tachtig. Enige tijd daarna vroeg Johan me om voor album Jomsviking ons duet A Dream That Cannot Be op te nemen. Soms komen dat soort dingen heel onverwachts op je pad.
Je zit hier na een lange dag weer vol energie. Hoe hou je dit vol, al veertig jaar lang?
Kort antwoord: de fans. Ik hou ervan mensen blij te maken, zeker in deze chaotische tijden. Ik wil het nu extra goed doen en mensen kracht geven, ze laten zien dat ik toegewijd ben, niet weg ga of iets anders van plan ben te gaan doen. De liefde voor muziek en de fans motiveren me om dit nog twintig jaar te doen.
Ik maar denken dat het je vegan dieet was.
Haha, ja ik ben al zes jaar vegan en al twintig jaar vegetariër en ik voel me er erg goed bij. Het is erg goed voor je huid en je karma. Ik vind het een fijn gevoel dat ik geen dieren kwaad doe. Ik hou heel erg van dieren, een huisdier is ook wel het enige dat ik echt mis door dit bestaan. Ik groeide op met honden en paarden om me heen. Maar het is onmogelijk om die zelf te hebben als je altijd de wereld rondreist. Ik mis het, maar ik koos ervoor, toen ik vierentwintig was, om mijn leven te wijden aan mijn fans en aan de muziek. Daar heb ik ook geen spijt van. Ik heb ter compensatie bijvoorbeeld wel veel contact met mensen die dieren redden. Zo adopteerde ik twee paarden. Als ik ga kijken naar waar die opgevangen worden zie ik zoveel gelukkige mensen en dieren, dat is geweldig.
Tot slot, het is een gewoonte van me om, aan mensen die met hem gewerkt hebben, te vragen een goed Lemmy (Kilminster) verhaal te vertellen.
Toen ik in 2000 mijn eerste duetten, Love Me Forever en Alone Again met hem opnam was dat een geweldige tijd. Hij schreef die nummers akoestisch op zijn gitaar. Niet iedereen weet dat hij, naast bas, ook heel goed gitaar kon spelen. We begonnen dan om 11 uur in de ochtend in de studio en werkten door tot 3 uur in de nacht. Lemmy wilde alleen nooit naar huis. We stapten in de auto, die ik bestuurde, en hij zij me gewoon te blijven rijden. Hij dronk dan een fles whisky in zo’n bruine papieren zak. Hij zette dan CD’s op en leerde me zo nieuwe bands kennen. Hij hield heel erg van Skunk Anansie. Hij zong dan mee met die nummers, dat was zo gaaf. Op een bepaald moment kwam de zon op en we reden, zonder geslapen te hebben, naar de studio. Er was echter zoveel verkeer, zoals vaak in Los Angeles dat we even stil kwamen te staan. Toen werden we door fans herkend, die de auto uitkwamen en een handtekening en foto van hem wilden. Dat mondde uit in een enorme file. Ik geloof niet dat er toen iemand op tijd op zijn werk aankwam die dag. Ik heb Lemmy ook nooit zien eten of slapen. Ik kan me herinneren dat ik een keer in zijn woning was toen we een korte pauze namen en ik zei dat ik honger had. Hij zei me even in de keuken te kijken, hij had daar nog wat groente liggen volgens hem. Ik zei hem niets te kunnen vinden, toen wees hij me op een oude zak chips die hij over had van de tour. Die was groen van de schimmel. Ik besloot het toch wel even zonder groente te kunnen doen, haha.
Foto’s: Jochen Rolfes (beschikbaar gesteld door label)