Warmer, nog heter en nog meer stof. De wind is vlagerig waardoor de verkoeling vandaag wat achterwege blijft. Zaterdag is misschien wel de dag waar ik het meest naar uitgekeken heb. Vooral Fever Ray en, in mindere mate, David Byrne stonden vooraf hoog op het lijstje. Daarnaast hopen dat andere bands me mee gaan vallen. Dat laatste is slechts deels het geval.
We starten vandaag bij Calexico. In de hoop dat de mix van indie, typische Amerikaanse (aalgladde) rock live wat steviger voor de dag komt. Helaas. Het optreden is van elke spanning ontdaan. Muzikaal klinkt het als een klok en is het knap gedaan, maar het is allemaal zo vlak. Lekker wegdromen op een nummer als Voices In The Field is best goed te doen. Daarna komen de andere invloeden bovendrijven. Blazers, ska, funk en reggae. Bij Across The Wire klinkt het alsof we bij de wedstrijd Mexico – Brazilië belandt zijn. De kant van Mexico is gekozen, maar de samba is niet ver weg. Later las ik dat Frankrijk de samba gespeeld heeft met Argentinië. Dat had ik dan liever gezien.
Op naar het Zweedse First Aid Kit. De zingende zusjes beginnen sterk met het op Adele lijkende Rebel Heart. Daarna verslapt mijn aandacht nummer na nummer. De door henzelf aangekondigde harmonieën zitten wel goed. De southern folkpop is over the top Amerikaans. Dan klinkt Ilse de Lange ineens als een ruige rockbitch. Dat hou ik een tijdje vol, maar het wordt snel allemaal te zoetsappig. Leuk voor dromerige bloemenmeisjes en popliefhebbers die van mooie achtergrondmuziek houden, minder interessant voor Rockportaal. Muzikaal is het dik in orde, maar het mist diepgang en verrassing.
Eindelijk een controversiële act op het podium. Het eveneens Zweedse Fever Ray laat met haar ‘rariteitenkabinet’ zien en horen dat electropop en dance duister en vreemd, maar wel lekker, kan klinken. Daar doen de curieuze outfits en de excentrieke erotische verwijzingen tijdens de act weinig aan af. De start met het dansbare An Itch laat direct horen wat we deze set kunnen verwachten. Vooral de toevoeging van percussie geeft de verder elektronische synthesizer muziek extra dimensie. Dat de eigenzinnige Karin Dreijer ervoor kiest om constant met twee andere zangeressen samen te zingen maakt de show dynamischer. Niet alleen op zang, maar ook door de extra beweging die het op het podium oplevert. Na een vernieuwde interpretatie van When I Grow Up is het vooral haar laatste plaat Plunge die de aandacht krijgt. This Country geeft pijnlijk aan waar het in Zweden mis dreigt te gaan. Op dit moment staat Zweden op het punt een omstreden wet aan te nemen op dit punt. Logischerwijs slaan de dansbare nummers, zoals Wanna Sip, To The Moon And Back en IDK About You zichtbaar het meest aan. Voor de afwisseling doen het bevreemdende, typische Fever Ray nummer Musn’t Hurry en de door de TV serie Vikings bekende hit If I Had A Heart goede zaken. Dit optreden is een echt bewijs van girlpower.
Snel naar David Byrne. Deze voormalige Talking Head creëert een show die Broadway waardig is. Met een soort brassband opstelling gaan alle leden van de band swingend over het podium. De choreografie is tot in de puntjes bedacht en uitgevoerd. Byrne voelt zich genoodzaakt het publiek te vertellen dat alle instrumenten live ingespeeld zijn en dat er niets op een sample meedraait. Des te indrukwekkender is het optreden. Met recht een keer wat anders dan anders. De spelvreugde straalt er vanaf. Het lijkt een reden voor het publiek om mee te gaan in al die beweging. Tot ver achter de geluidstoren wordt er gedanst door jong en oud. Daar zullen de vele Talking Heads nummers ook debet aan zijn, zoals I Zimbra, Slippery People, Once In A Lifetime, The Great Curve en Breaking Down The House. Ook Byrne geeft hoog op van de locatie van het festival. Zo’n podium langs een meer en de speciale dimensie die dit geeft. Met recht een dynamisch optreden!
Electropop/ dance of garagepunk? Als rechtgeaarde Rockportaal scribent kies je voor… het eerste. In de jaren negentig namelijk geïnfecteerd door acts als The Chemical Brothers en Underworld durf ik nu de stap wel aan. Heb ik het niet eens over de synthpop/ dark electro vibe. Odesza is echter veel meer een traditionele dance act. Het gebruik van percussie en blazers doet er niets aan af. Het begint, mede dankzij de indrukwekkende lichtshow, imponerend met A Moment Apart. Bij Bloom en Say My Name is het jammer dat de zangeres er niet bij is. Nu komt alles uit een kastje en daardoor missen de nummers een extra impact. Bij een vreselijke cover van Locomotion begint het pas echt te jeuken. Nee, niet van de op het campingterrein gesignaleerde processierups, maar van de beroerde cover. Daarna blijft de band teveel hangen in vrijblijvende dancetracks. Lekker om op te dansen, maar iets meer spanning mag wel.
Op weg naar het alternatief dus. De garagepunk van Oh Sees is bruut en hard. Zoals het hoort. Opvallend is dat de band schijnbaar niet heeft kunnen kiezen tussen de drummers, want de band heeft er twee. Vreemd genoeg levert dat geen extra dimensie op. Het lijkt erop dat de heren dezelfde drumritmes spelen. Ik kan het vanuit mijn positie niet goed zien, maar het is niet te horen in ieder geval. Kan ook komen door het knallende geluid van die heerlijk schreeuwerige gitaar of die zware baslijnen. Zanger John Dwyer klinkt soms vrouwelijk. De vraag is of het punk genoeg is om androgyn te kunnen zingen. Ik vind van wel, want wat betreft dynamiek en sfeer is dit een van de leukste optredens.
Verslag Ron Schoonwater
Fotografie Dave van Hout
Down The Rabbit Hole 2018: Zaterdag (Beuningen) 30/06/2018
462