Ik ben er nog altijd niet uit wat ik moet denken van de terugkeer van Mike Portnoy bij Dream Theater. Met het veertig jarig jubileum van de band wordt het gezien als een hereniging van de ‘oude garde’, maar ergens houd ik er toch een dubbel gevoel aan over dat Mike Mangini na jaren uitstekend werk (zomaar) de band moest verlaten.
Het is natuurlijk niet zo dat Mike uit het oog verloren was bij de leden van Dream Theater, want hij speelde op het solo-album Terminal Velocity van John Petrucci en later op het instrumentale album Liquid Tension Experimenht 3 van Petrucci en toetsenist Jordan Rudess.
Onbevooroordeeld heb ik het album goed beluisterd. Een album waarin Parasomnia centraal staat. Diverse vormen van slaapproblemen zijn de rode draad (muzikaal en tekstueel) op het album.
Bijna vanzelfsprekend start het album met de ouverture In The Arms Of Morpheus. Morpheus is één van de Griekse goden van de dromen en in tegenstelling tot zijn broers bracht Morpheus dromen over helden en koningen. Muzikaal klinkt het allemaal niet zo rustig en sereen als dat het lijkt. Stevige stukken benadrukken waarschijnlijk heldendaden en machtige vorsten, hoewel Jordan Rudess meer de vloeiende droombeelden tot leven laat komen in zijn spel. Soms op een spacymanier, maar dan ook weer glooiend. Het kan allemaal mooi, maar ook onheilspellend overkomen. Het gitaarspel aan het eind is mooi en lijkt als vanzelf over te lopen in Night Terror, de eerste compositie die binnen deze bezetting werd geschreven. De aanloop is vrij lang met anderhalve minuut, maar belooft stevige kost. Daarna gaat de rem eraf. In dit breekpunt komt ook James LaBrie om de hoek kijken. Zoals het bij een band binnen het progressieve genre gewoon is, krijgt de compositie een ferme tempowisseling halverwege terwijl de basisgroove intact blijft. De riff van John Petrucci loopt als een rode draad onder de compositie. In de tweede helft kruipt het gitaargeluid meer naar de voorgrond en volgen er mooie stukken waarin toetsen en gitaar elkaar afwisselen. Hoewel Night Terror aardig stevig is, eindigt de compositie met een prachtig glooiende gitaarsolo en rustige zang van James.
De heftigheid en kracht krijgt een vervolg in A Broken Man. De start is strak en stevig en vooral het drumwerk geeft een poweraccent af. Bij het invallen van de zang vertraagt het geheel iets en krijgt het een zwaarder karakter. Dat past ook bij de tekstuele input waarin de slaapstoornis een gevolg is van trauma’s bij een veteraan, bij zijn ervaringen bij de gevechten die hij heeft mee gemaakt. Het is mooi hoe de compositie golvend van karakter wisselt. Enerzijds angstaanjagend, maar daarnaast ook troostend en lichtelijk emotioneel. Wanneer Jordan er lustig op lost speelt, krijgt de compositie weer een andere insteek. Zijn solo’s zijn meer onrustig en erna lijkt de band zich te bewegen naar een stukje jazzy-improvisatie.
In het midden ligt voor mij de kracht van het album. Dead Asleep en Midnight Messiah komen bij mij goed binnen. Dead Asleep is gebaseerd op een echt gebeurd verhaal, waarin een man tijdens het slaapwandelen zijn eigen vrouw vermoord, terwijl hij in een droom overvallen wordt. Het start met klassieke elementen maar na ruim een minuut wordt de riffwekker gezet en dat is het startschot voor een goede groove die vet en zwaar op de luisteraar wordt afgevuurd. Qua gevoel brengt het me bij de muziek die Arjen Anthony Lucassen geregeld neerzet. Een groove die je borst doet trillen. En dat kan niet lang genoeg duren. Ook wanneer James zijn zang inzet blijft het gevoel intact. Het voelt als een muzikale film die verteld wordt. Het refrein fungeert daarbij als anker, als houvast. Dit is ruim elf minuten genieten.
Daarna is het de beurt aan de laatste single Midnight Messiah. Voor de single is Mike Portnoy voor het eerst sinds 2009 verantwoordelijk voor de teksten. Ondersteund door een vette groove zet James een goed stuk zang neer. Lekker scherp en fel vertelt hij zijn verhaal. Over de hele linie past Midnight Messiah binnen het progressieve genre, maar is zeker ook zeer toegankelijk neergezet met een herkenbaar refrein.
De prelude Are We Dreaming? is de inleiding voor Bend The Clock. Na alle heftigheid op het album is dit het rustpunt en tevens een punt van reflectie. En wanneer reflectie zo wonderschoon kan zijn, wil ik het niet bij de ruim zeven minuten houden. Muzikaal is het zeker geen suikerzoete ballade, maar een prachtig stuk muziek om bij weg te dromen en je rust te vinden in dit parasomnia-avontuur.
Bend The Clock had een mooie afsluiter kunnen zijn van het album, maar Dream Theater had vooraf al het plan om een epische afsluiter te schrijven en met bijna twintig minutenop de klok is dat wel gelukt. Gestaag gaat de band van start om te werken naar een soort onregelmatig militair marsritme dat de inleiding gaat vormen voor een fijne versnelling. In de bijna twintig minuten krijg je daarna veel muziek dat vele kanten opgaat. Van het glooiende gitaarspel tot de innemende zangpartij van James. Dream Theater was al niet vies van stijlwisselingen en die krijg je ook. Daarbij neemt iedereen mooi de tijd om zich te manifesteren (hoewel de baspartij er wel wat bij ingeschoten is qua aandacht). Jordan mag zich helemaal uitleven en raakt bij de friemelzenuw met zijn spel. Ik ben daarna meer gecharmeerd van het gitaarspel van John. Naar het einde toe keert de zwaarte meer terug. Zelf ligt voor mij het centrale punt halverwege, maar dat neemt niet weg dat Dream Theater prima in staat is om je langere tijd te vermaken zoals in de epische afsluiter The Shadow Man Incident.
Het zestiende album is een mooi vervolg op hetgeen Dream Theater al heeft uitgebracht en ze bewijzen weer eens te meer dat ze het verdienen om de grote podia te betreden.