Dream Theater – The Astonishing

Het duurde even voor ik deze Dream Theaterrecensie geschreven had. Dat is ook een beetje hun eigen schuld. The Astonishing duurt bijna twee uur en een kwartier. Dream Theater recenseren is onder alle omstandigheden een flinke klus, laat staan als het een dubbelaar is én er ook nog eens een uitgebreid verhaal aan ten grondslag ligt. Het voelde soms bijna als huiswerk…
John Petrucci schreef een uitgebreid verhaal dat begint in het jaar 2285 als de NOMACS de macht overnemen, een soort drones die uiteindelijk elke muzikale expressie zullen smoren. Het volledige verhaal en de personages zijn te volgen op de website die ervoor gemaakt is. Behalve de band zijn er een orkest en maar liefst drie koren(!) te vinden. Dat gevoegd bij het kamerbrede toetsenwerk van Rudess maakt dat de bombast niet van de lucht is.
Overigens is me met dit album inmiddels wel duidelijk geworden waarom het drumwerk van Mike Mangini – een werelddrummer, begrijp me niet verkeerd – me minder aanspreekt dan dat van Mike Portnoy. Mangini is een dienende drummer, terwijl mijn favoriete drummers zoals Portnoy, maar ook bijvoorbeeld Ian Paice (Deep Purple), Alex van Halen en Chad Smith (Red Hot Chili Peppers) zelf heel bepalend zijn voor de sound. Mangini is daarmee niet noodzakelijkerwijs minder, maar het verklaart wel wat ik soms wel mis bij het hedendaagse Dream Theater. Daarnaast lijkt Jordan Rudess het gat opgevuld te hebben dat Portnoy achterliet en dat is niet altijd een verbetering.
En toch. De steeds terugkerende muzikale thema’s, de smaakvolle instrumentale intermezzo’s, functionele soundscapes die niet afleiden van de muziek en de verrassend lichte toon van het album hebben me uiteindelijk kunnen overtuigen. Ook de soms opmerkelijke uitstapjes hebben daaraan bijgedragen. Zo zit er aan het einde van “Three Days” een stuk dat zowaar aan dixieland doet denken en wordt er zo nu en dan een enkele smaakvolle viool ingezet, zoals in “Hymn Of A Thousand Voices”. Ook niet onbelangrijk: de songs zijn niet ultralang, zodat de variatie nooit lang op zich laat wachten.
Bij de aankondiging van dit album was ik eerlijk gezegd bang dat Dream Theater zich grandioos zou vertillen aan de pretenties. Een concept? Prima. Een compleet verhaal met allerlei personages? Mwah. Dat kan Arjen Lucassen, maar die gebruikt ook allerlei muzikanten om het gestalte te geven. Ja, dik twee uur is ook wel èrg lang. Ik kom er maar zelden toe om het album in zijn geheel te beluisteren en dat is wel jammer. Maar ze zijn er in geslaagd met goede dynamiek, terugkerende muzikale thema’s en voor Dream Theater-begrippen vaak catchy melodieën een album te maken dat niet bezwijkt onder zijn eigen gewicht. Integendeel, het heeft vaak de relatieve lichtheid van Octavarium, een van hun ‘makkelijkste’ albums.
Dat ze zich vertillen aan dit project kan in zekere zin alsnog gebeuren. Komende maand verschijnt een videogame gebaseerd op dit album en het zou me ook niet verbazen als er nog eens een compleet boek van verschijnt. Het album is echter meer dan geslaagd. Het is wat mij betreft het eerste teken dat Dream Theater écht zonder Mike Portnoy kan. Dat het meer dan ooit de Petrucci Rudess Band is en ik Portnoy’s drumwerk soms mis doet daaraan niets af.
Astonishing? Nogal, ja.

Dream Theater website

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer