Dub Trio – IV

Laten we eens gek doen en deze review van Dub Trio’s laatste geheel instrumentale langspeler IV beginnen met de beschrijving van de eerste track.
Opener En Passant klinkt erg repetitief. Te repetitief. Tot aan anderhalve minuut lijkt het alsof er random een geluid uit de goochelaars hoed word getrokken, deze vierentwintig keer achter elkaar is geplaatst om vervolgens dit selectie process te herhalen. Dit gegeven verschuifd enigzins gedurende de track naar wat meer afwisseling in instrumenten en klanken, maar deze sluiten zo afschuwelijk slecht op elkaar aan dat het lijkt alsof het aloude bingo principe uit de kast is getrokken. Draai het rad, neem wat er uitkomt en plaats het op de kaart. Het liefst zo willekeurig en ongestructureerd mogelijk.
Deze chaotische vrijpartij beleeft zijn curieuze hoogtepunt rond de twee minuut dertig waar plotseling werkelijk alles aan de kant wordt gegooid om een vijf seconde durende hiphop beat ten gehore te brengen. Met de hand al bewegend richting de eject knop van mijn stereo weten de drie heren in minder dan twee seconden om te schakelen tussen deze dramatische brei en een smerig hard en zowaar goed opgezet rock nummer. Plotseling valt het allemaal samen.
Het spijtige is dat de gehele plaat uit nummers bestaat zoals hierboven beschreven. Het wisselt per nummer of soms zelfs per minuut tussen een onbegrijpelijke verzameling van klanken en echt geweldige, harde rock muziek. Zo zijn Control Issues Controlling Your Mind en Swarm twee heerlijke sludge/doom tracks, maar vallen Ends Justify the Means en 1:1.618 weer terug naar een dergelijk belachelijk niveau van minimalistische percussie (1:1.618) en eenzelfde eerder beschreven rare brei (End Justify the Means) dat de geweldige hoogtepunten die deze plaat rijk is rap teniet worden gedaan.
Ik heb werkelijk geen idee of dit album als geniaal of totaal belachelijk bestempeld dient te worden. Het neemt je mee langs sludge, doom, rock en  elektronische avant-garde. De manier waarop het in elkaar is gedraaid spreekt van grote muzikale kennis bij de drie heren en zal zonder –ja daar het is woord- enkele geniale inzichten nooit tot stand zijn gekomen. Aan de andere kant is het echter zo divers dat er geen enkele specifieke doelgroep voor bestaat en het op de Mike Pattons (hij schijnt een groot fan te zijn) van deze wereld na mensen enkel zal afscrhikken. Ik zal de plaat persoonlijk nooit nog eens opzetten. Al is het maar omdat er alvorens het uitstekende bereikt wordt er door een grote gecompliceerde bak herrie gegaan dient te worden.

Related posts

Counterparts – Heaven Let Them Die

The Bruisers – Independence Day

Devil’s Cigarette – I Wanna Be On TV