Nadat hij zijn strepen verdiende/verdient in onder meer bands als Ostrogoth en Thorium, lanceerde Tom Tee in 2018 zijn soloproject Entering Polaris. Zijn doel was om van zijn diverse muzikale invloeden muziek te maken waarin grenzen zouden vervagen. Het debuut Godseed zag al snel het licht. Continu schrijvend aan nieuwe composities koos hij het ambitieuze doel om maar liefst vier volledige albums in een jaar uit te brengen.
Na Atlantean Shores en And Silently The Age Did Pass in juni 2023, bracht hij (bijna binnen het jaar) begin September Myths In Motion en Songs Of Ivory And Obsidian uit. Twee albums die wederom in een yin-yangjasje gestoken zijn.
Met Myths In Motion zoekt Tom Tee het in de progressieve stevigere hoek in tien composities. In To Quarters Vast And Furious weet de luisteraar al dat dit geen gewoon album gaat worden. Startend met een stuk blaasinstrument dat ergens in de kiem uit de jaren zeventig is gekomen, zet hij zwaarder in met een oosters tintje er doorheen. Hij grooved daarna al riffend richting Heresy waarbij het tempo aardig wordt opgevoerd. Het lijkt meer richting een stuk powermetal te gaan met deze snelheid. Na een goede start zet de zang in en ik moet hier denken aan een band als Fifth Angel. Maar dan met een portie grunts als garnering. Heresy wordt verder gekenmerkt door een veelvoud aan stijlen die niet meteen 1-2-3 een verband kennen, maar uiteindelijk prettig in elkaar overlopen. De gitaarsolo’s zijn goed en Tom schuwt het niet om een stuk akoestisch spel in te zetten of van daaruit richting de gothrock te bewegen. Maar dan wel gemixt met powermetalingrediënten.
Terug in de geschiedenis neemt Tom ons mee naar het oude Rome in Building Rome In A Day. Geen poespas hier, maar aanstekelijke progressieve rock dat de klok slaat. Je hoeft je ook hier, door een gevarieerd muziekaanbod, niet te vervelen en de luisterprogrock is fijn om te horen.
Reign In Hell klinkt een stuk zwaarder, hoewel het pianospel een luchtig sfeertje inbouwt. Evenals Building Rome In A Day is Reign In Hell gemakkelijk te verteren door strakke riffs in een fijne melodie. Het powermetalgevoel komt terug in A Friend Of Time. Tom Tee weet zich voor zijn albums omringd door een keur aan zangers, maar het stemgeluid in deze compositie ligt mij niet prettig in het gehoor. Het is te schel en lijkt niet helemaal te passen bij de muzikale basis. Vanuit het eerdere Rome gaan we verder naar The Fires Of Alexandria, getooid met een vette riff. Dit is zwaar en lekker maar werkt zich in een glooiende reis alle kanten uit. Clean vocals wisselen de grunts af en wanneer er een reggae-intermezzo volgt, blijkt wel hoe Tom van diverse muzikale walletjes eet. Terugkerend naar de basisriff werkt de compositie naar een zwaar klinkend eindspel met een dikke grunt. Dit is een schril contrast met de akoestische start in The Vitruvian Man (part 1). Eén van de weinige composities waarin een zangeres de honneurs waarneemt. Ergens lijkt het het broertje van Valley Of The Queens van Ayreon, maar niet helemaal. The Vitruvian Man (part 1) krijgt nog een vervolg op het album Songs Of Ivory And Obsidian met dien verstande dat daar het mannelijke stemgeluid wordt gebruikt en de ondersteuning vanuit de piano komt.
Instrumentaal lijmt Requiem For A Cloudless Day The Vitruvian Man (part1) en Clockwork aan elkaar. Met ruim twintig minuten is Clockwork wel een uitdaging. Het lijkt me het zwaartepunt van het album. De grunts komen terug terwijl de clean vocals voor een meer licht karakter zorgen. De vibe in de compositie verandert steeds en dat is wel een vereiste bij een compositie met deze lengte. De eerste echte stijlwisseling lijkt na vier minuten een feit en ik moet zeggen dat ik onder de indruk ben van het drumwerk hier. Clockwork is een progressief spelletje waarin diverse stijlen worden ingezet als onderdeel van het geheel en een funky stuk zeker aan de orde komt. Halverwege lijkt de compositie opnieuw te beginnen, maar wel in een progressief en stevig vervolg. Wisselingen zorgen voor de aandacht van ultrazwaar, zompig en aantrekkelijk tot akoestisch en gevoelig. Het album sluit af met een loungestuk waarin het saxofoongeluid de hoofdrol speelt.
Het album Songs Of Ivory And Obsidian is de tegenhanger van Myths In Motion. Alles is gezet in een pianosetting en ademt gevoel uit. Door alles vanuit de piano neer te zetten ontbreekt het album een beetje aan variatie. In Glacier kiest Tom ervoor om meerstemmig zijn verhaal te doen. Glacier ligt in het verlengde van Counting Hours en de piano krijgt gezelschap van de cello. De koorzang geeft het geheel wat meer diepte. Een stukje opera wordt aan je gepresenteerd in Empty Heaven en Do Raindrops Aspire To Be Ocean? Er is hier sprake van twee duetten en ik moet zeggen dat de stemcombinatie mooi tot zijn recht komt.
In alle heerlijkheid en passie krijg ik kippenvel van Ere We Sleep Under The Soil en A Song Of Distant Earth. Tom Tee maakt op beide albums gebruik van het stemgeluid van onder meer Anneleen Olbrechts, Louis Soenens, Nick Holleman, Tim Owens en Roy Khan. Oorstrelend echter is Ere We Sleep Under The Soil waarin Tom S Englund zijn opwachting mag maken. In deze hoedanigheid komt Tom echt goed tot zijn recht. Dat is zo bij Evergrey, maar zeker ook in deze prachtcompositie. A Song Of Distant Earth is het Damian Wilson die mijn muzikale hart sneller doet kloppen. Bij Ayreon is And the Druids Turn To Stone een mijlpaal, mede door de intense zang van Damian. Dat kunstje doet hij over in A Song Of Distant Earth.
Twee albums met ruim anderhalf uur muziek is een uitdaging. Voor Tom Tee ongetwijfeld, maar ook voor de luisteraar. Gelukkig verschillen beide albums sterk van karakter, zodat ze onafhankelijk van elkaar goed te beluisteren zijn. Over de hele linie is dit nieuwe werk van Entering Polaris een mooi staaltje van progressieve rock met aanvullende invloeden en staan er echt een paar juweeltjes op het akoestische/pianogedeelte. Mooi resultaat van Tom.