Het Duitse Eskimo Callboy is een band die nagenoeg niet te evenaren lijkt en samen met We Butter The Bread With Butter voor mij kwaliteit vertegenwoordigt. In de afgelopen zeven jaren hebben ze dat bewezen, voornamelijk met de laatste twee albums We Are The Mess (2014) en Crystals (2015). Nu in 2017 komt de band op de proppen met het nieuwe album The Scene. Een titel die ergens verwijst naar het (oeverloze) gedoe met het in hokjes stoppen van bands.
Enerzijds gaat The Scene gewoon over het goede leven en de lol die dat met zich meebrengt. Aan de andere kant willen ze duidelijk maken dat de muziek die Eskimo Callboy maakt, gewoon vaak niet in een bepaald hokje te stoppen is. En daar hebben ze helemaal gelijk in.
Het enige centrale thema dat ik ontdek op The Scene is de energie waarmee het gemaakt is, daarbij gebruik makend van alle elementen uit de muziekgeschiedenis die zich daarvoor lenen. Vanaf Back In The Bizz biedt Eskimo Callboy precies wat ik graag hoor van ze. Heftige techno biedt een uitstekende decor voor de energieke compositie die nu-metal met de Beastie Boys verenigt. Die drive en groove staat eveneens centraal in single Mc Thunder. Behalve een uitstekende videoclip staat de technometal hierin garant voor één groot feest. Vooral in de refreinen grooved de band de pan uit. Zeker een parel op het album. Van alle parels op The Scene zou je een ketting kunnen maken. Na The Devil Within waarin vooral de zang wat meer ingetogen is en de romantiek ten top stijgt met een zinsnede als: “I still miss the smell from the smoke of your astray” ligt Banshee te glinsteren in de oesterschelp. Het is onmogelijk om bij deze compositie stil te staan.
Parel der parels volgen elkaar in rap tempo op. Allereerst is de cheerleadermetal stevig verankerd in een groovende riff waarbij Fronz van Attila samen met zangers Sushi en Kevin voor het nodige vuurwerk zorgen in een rappende driewieler. Muzikaal gezien liggen de stilteaccenten en de versnellingen op de perfecte plaatsen in het geheel. Dit is genieten. Met VIP kleurt Eskimo Callboy eigenlijk voor het eerst lekker buiten het hokje. VIP is aanstekelijk, heeft een krachtige basis ritmesectie waarbij het gitaargeluid ondersteunend werkt. In de hele aanloop naar de refreinen weet de band echter precies de goede snaar te raken zonder daarbij extreme metal in te zetten.
Volle kracht vooruit in Shallows. Het tempo ligt goed en zoals wel vaker zetten steengoede refreinen de standaard. Groovend via Nightlife, pompend in New Age en richting mainstream in Frances ligt de hiphop lekker dik op Rooftop. Even helemaal uit de sfeer van het voorgaande evolueert Rooftop richting extremiteiten (die wat lijkt op We Butter The Bread With Butter), maar dan in de refreinen weer braaf terug gaat naar een aanstekelijk karakter. Er zit snelheid in die alleen onderbroken wordt door lekkere eenvoudige breakdowns.
Sterk melodieus en tevens sterk werkend naar een breder publiek eindigt Eskimo Callboy het album met de compositie Calling. Calling is lekker zwaar aangezet en luistert gemakkelijk weg. Het zou me niets verbazen wanneer dit een publiekslieveling gaat worden.
The Scene is niet in een hokje te plaatsen. The Scene is afwisselend qua opbouw van de composities en Eskimo Callboy weet op het gehele album de aandacht te blijven vestigen op mijn energielevel, want dat blijft ongekend hoog.
Eskimo Callboy – The Scene
325
vorig bericht