Je kent het wel. Dat album dat steeds weer in je playlist verschijnt. Een plaat die herinneringen oproept. Een klassieker die bekend of onbekend is voor het grote publiek. Rockportaal plaatst regelmatig een recensie van een classic album. Dit keer is dat Angel Dust van Faith No More.
Angel Dust is voor heel wat fans het belangrijkste album van Faith No More. In Europa is het ook hun best verkopende album en wereldwijd het album met hun grootste hit. Angel Dust heeft zoveel impact gehad dat Faith No More twee, drie decennia later nog steeds vlot als headliner kan spelen op Europese metal- en rockfestivals. En voor sommigen is Angel Dust het begin van de nu-metal. De invloed op Slipknot, Limp Bizkit en Korn is onmiskenbaar.
Faith No More zat bij Angel Dust al een heel eind in zijn eigen geschiedenis, die voor deze band begint aan de start van de jaren ‘80. Ze proefden een eerste keer van success met We Care A Lot, toen nog met zanger Chuck Moseley, in 1985. Die wordt in de tournee voor het daaropvolgende album (Introduce Yourself) aan de deur gezet. We Care A Lot is typerend voor de stijl van Faith No More in die dagen: een crossover tussen funk, hiphop en metal zoals ook bv. Living Colour, Fishbone, Primus, de Red Hot Chilli Peppers en 24-7 Spyz die toen maakten. De track is een success, maar in verkoop en radioplays misschien niet de hit die overlevering ervan maakt. Op het volgende album, The Real Thing uit 1989, heeft Mike Patton de microfoon overgenomen van Moseley, maar hij kan nog niet echt z’n stempel drukken op de band of op het album. Toch levert The Real Thing een hit op: Epic. Dan toch vooral in de VS en minder in Europa. Epic is wel de binnenkomer voor Faith No More bij het brede Europese underground-publiek. Dankzij Epic kunnen ze bv. in België op Pukkelpop spelen. Ze staan daar hoger op de affiche dan Billy Bragg en the Buzzcocks, maar moeten wel The Cramps en Nick Cave nog laten voorgaan. In de VS staat hun ster dan al hoger aan de hemel.
Angel Dust, genoemd naar een drug, wordt in 1992 een game changer voor Faith No More. Nochtans is de ploeg erachter zo goed als dezelfde als voor The Real Thing, met een hoofdrol voor producer Matt Wallace (niet te verwarren met Andy Wallace, de sterproducer van die periode). Faith No More was al een grensverleggende band toen Patton erbij kwam, maar hij stuurt het FNM-schip naar meer oorden die nog niet eerder verkend werden. Vanuit de funkmetal schuurt de band aan tegen zowat elk ander hard genre, en jazz (de hiphop is hier minder prominent aanwezig), en toch klinkt het album consistent en als één organisch geheel. Angel Dust is geen hapklare brok en wijkt sterk af van wat gangbaar is in de metal. In de plaats van sneller, agressiever, groter en meer gooien zij een hoop complexe, hoekige en botsende melodieën in een grabbelton en halen ze er per track twee, drie of zes uit. De soms bizarre lyrics van Patton (Jizzlobber, Crack Hitler, het menstruerende hart in Midlife Crisis, …) passen helemaal in het rijtje van andere moeilijk te volgen songschrijvers van die tijd als die Frank Black van de Pixies, Michael Stipe van REM en Kurt Cobain van Nirvana. Het artwork van Angel Dust, met die mooie vogel-foto, laat anders dan de vorige albums van Faith No More een opening voor de niet-metalfans. Metallica en Nirvana hebben tegen dan vanuit de VS in Europa de weg bereid voor underground-muziek die door de mainstream opgepikt wordt. Met de juiste marketing, een originele clip en de steun van de radiostations is dat plots mogelijk.
Het label van Faith No More gebruikt dat zelfde recept voor Angel Dust. Misschien niet zozeer de clips, die wel een belangrijke rol hadden in de VS, maar wel met de steun van de Europese radiostations (en festival/concertorganisatoren die al eens een risico durven nemen) scoort Faith No More met toch niet-voor-de-hand-liggende single’s als Everything’s Ruined, A Small Victory en vooral Midlife Crisis. In een muziek-quiz is de drum-intro van Midlife Crisis een absolute weggever. Dankzij die reeks singles zou Faith No More al minstens één divisie hoger gespeeld hebben na Angel Dust (tov The Real Thing). De band heeft echter nog een joker in te zetten, een melige cover die onverwacht hun sleutel naar wereldwijd success wordt: I’m Easy.
Daar hangt een leuk verhaal aan vast. Het percentage waarheid en het percentage internet-legende staat niet vast, maar het verhaal is te mooi om niet te vertellen. Als Faith No More voor het eerst intensief begin te touren in de VS, soms als support, spelen ze vaak een cover van Black Sabbath en vaak is hun versie van War Pigs het enige nummer dat blijft hangen bij de concertgangers. En steeds vaker roept het publiek om die cover van Black Sabbath. Omdat artiesten niet altijd van de meegaande soort zijn, en al zeker Mike Patton niet, vervangen ze de Black Sabbath-cover door I’m Easy van The Commodores. Een beetje plagend of tongue in cheek. Ze nemen de track ook op in een cheesy piano-versie met wel extra nog een knappe gitaarsolo die het origineel niet heeft. De track stond niet op Angel Dust, maar zodra het label I’m Easy als single uitbrengt, wordt het instant een wereldhit en al snel wordt het opgenomen in elke nieuw uitgebrachte versie van Angel Dust.
I’m Easy katapulteert Faith No More van de underground naar de hoofdpodia van de grote Europese zomerfestivals (Rock Werchter, Pinkpop, …) en de grote arena’s (Ahoy). Voor de fans in de VS is Angel Dust dan weer te complex en verkoopt het album (tot aan I’m Easy) minder vlot dan The Real Thing. Tegelijk lokt Faith No More wereldwijd samen met Metallica en Guns ‘n Roses een nieuw leger aan jonge fans naar de metal, waar die dan Slayer ontdekken. De volgende keer dat dat gebeurt is met Within Temptation, maar dan zijn we al zowat tien jaar verder.
Geen enkele single van Faith No More kan het success van I’m Easy evenaren of komt zelfs nog maar in de buurt. Bijna verliest de band hierdoor zijn street credibility bij de fans van het eerste uur en bij de metalheads.
Twee jaar na Angel Dust brengt Faith No More King For A Day Fool For A Lifetime uit. Sommigen zien in die albumtitel een directe verwijzing naar het commerciële success van I’m Easy en de impact daarvan op de band. In de lyrics en vooral muzikaal is King For A Day een teleurstelling voor de fans. Digging The Grave is de eerste single en ook die songtitel lijkt profetisch: met deze rechttoe-rechtaan-miskleun vol frustratie en woede, die haaks staat op alles wat Angel Dust zo bijzonder maakte, graaft Faith No More zijn eigen graf. De titel van de tweede/derde single van King For A Day, Ricochet (een kogel die geen doel raakt), spreekt eveneens boekdelen. Zowel in verkoopcijfers als in waardering van pers en fans was voor Faith No More de neerwaartse trend ingezet. Na het volgende, Album Of The Year, ging de band uit elkaar.
Faith No More maakte in 2008 een comeback, bracht in 2015 het goed onthaalde album Sol Invictus uit, en staat volgend jaar in juli in de AFAS Live in Amsterdam. Eerst doen ze nog een rondje langs de uitgestelde en hopelijk niet opnieuw uitgestelde zomerfestivals (Graspop, HellFest, Roskilde, ..). Of er nog tracks van Angel Dust in de setlist zullen staan, dat is bij Faith No More gewoon een gok. Ik hoop het, samen met jullie.