In een periode dat in Vlaanderen nogal wat optredens en zelfs kleinere festivals afgelast worden wegens een tegenvallende voorverkoop van tickets is het hoopgevend dat een bescheiden festival als Feast Of Fools het bordje met uitverkocht kan ophangen. De Asgaard in Gent is dan wel niet meteen de grootste venue van Vlaanderen, maar uitverkocht is uitverkocht.
Feast Of Fools is al aan zijn vierde editie toe en werd reeds in verschillende Vlaamse steden georganiseerd. De affiche van dit jaar stond garant voor leuke ontdekkingen en bands die vooral hun sterke reputatie zouden moeten bevestigen.
Met liefst zes bands voor één avond mocht Absynth al om 16 uur het podium op. Voor een gemiddelde stoner/doom-band is dat ontiegelijk vroeg op de dag. Het publiek was nog lang niet voltallig, maar heel wat mensen in het publiek die er wel waren, hoopten dat deze Absynth een aangename ontdekking zou worden. Iedereen in de zaal overtuigen, dat lukte niet helemaal. En dat lag niet enkel aan het vroege uur. Absynth brengt zijn stoner en doom met vaak grillige structuren en rustpunten, zodat het voor het publiek dat hun songs nog niet kent, niet altijd duidelijk is waar een nummer begint of eindigt. Dat er nauwelijks vocalen in hun songs zitten is in het genre geen probleem, maar op een festival als dit hadden we toch op wat duiding in de bindteksten gerekend. Het helpt inzake interactie met het publiek ook niet dat de bandleden vaak naar de drummer gekeerd stonden, dus met de rug naar het publiek. Met een bandnaam die verwijst naar de faboriete drug van Vincent Van Gogh rekende het publiek in Gent misschien op wat meer psychedelica in de mix van stoner en doom.
Het jonge Franstalige viertal uit Charleroi had voor zijn set van 40 minuten slechts vier nummers nodig. Twee daarvan, Psychiatre Carcérale Psychopathe en Heroin Hero, komen uit hun debuutalbum Plèbe 2178 van vorig jaar. In Gent vulden ze aan met twee nieuwe tracks: Unwind The Wheel en Cycles Of Non-Existence. Vooral bij die laatste merkte ik toch wat meer maturiteit en een degelijke songopbouw. Het was mooi dat Absynth hier mocht openen, maar geef deze band toch maar wat tijd om te groeien.
Een band die maturiteit te over heeft, dat is dan weer het minste wat je van Growing Horns kan zeggen. Deze doom/sludgeband bestaat uit een reeks muzikanten die gepokt en gemazeld zijn in de Vlaamse metalscene en na de release van hun debuut-EP Nobility Of Pain leek het pad geëffend naar misschien wel een internationale doorbraak. Daar stak corona een stokje voor, samen met het op zoek moeten gaan naar een nieuwe drummer en nog een paar andere hindernissen. Maar sinds kort staat de trein van Growing Horns opnieuw op de rails en het is leuk om te zien hoe gretig deze band die kans grijpt.
Op de setlist van Growing Horns staan nog steeds een aantal tracks van Nobility Of Pain (Luciferian Kingdom, Mountains Of Pain en 2084), een paar songs die al even op de setlist staan (Motherbong en Dopefuck) en al een paar nieuwkomers (Blood In The Water en Lust For Knife) die ze eerder dit jaar al op Alcatraz Open Air speelden. De band heeft nu bijna genoeg nieuwe nummers om de studio in te duiken. Nieuwe drummer Seppe kreeg op vraag van zanger Daf een welkomstapplausje en was zo van slag dat hij vergat om het volgende nummer in te zetten. Maar dat was zowat het enige slordigheidje. Growing Horns bracht op Feast Of Fools een heel degelijke en intens gebrachte set. Strak, geconcentreerd, met vertrouwen en met een publiek dat enthousiast reageerde. Een eerste hoogepunt van de avond.
Het Nederlandse Vetrar Draugurinn had net iets meer moeite om het publiek voor het podium mee te krijgen op zijn trip van gothic en doom. Zou het aan die moeilijke bandnaam (IJslands voor sintergeesten) liggen? Dankzij de heldere vocalen van zangeres Marjan gingen de eerste nummers van de set in Gent een beetje naar de symfonische of powermetal en dat was misschien niet waar het publiek op rekende. Van die positie vochten de Nederlanders zich terug in de wedstrijd met meer progressieve stukken en melancholieke doom. Het is wat wennen aan het contrast tussen de tristesse in de lyrics en de zwaarte en loomheid van de muziek enerzijds en de bijna opgewekte en heldere vocalen. Bij de bandleden mag het een snaartje meer zijn, met een zessnarige bas en twee gitaristen met elk acht snaren. En dat is niet enkel om te pochen van ‘kijk mij eens met al mijn snaren, ze worden ook echt allemaal gebruikt’. In deze Nederlandse band zit overigens een in België bekend gezicht: Tom Cochrane zat enkele jaren in Ancient Rites.
Op de setlist van Vetrar Draugurinn stonden vooral tracks van hun album The Night Sky (As I Drift On An Ocean Towards A Distant Shore, The Night Sky, The Observer en The Lonely) en nog drie tracks van hun debuutalbum (I Am, The Wolves At Our Door en Mother Of Northern Skies). Dat zangeres Marjan met de meeste aandacht ging lopen, is normal, maar de Oscar voor de beste bijrol ging in de Asgaard naar de enthousiaste drummer Jim.
Nog een enthousiaste Nederlandse drummer zagen we bij stonerrockers An Evening With Knives. Jarno heeft een gebroken knie maar zat in Gent te drummen alsof er niets aan het handje was. Deze Nederlanders zijn al lang geen onbekenden meer in Vlaanderen en ik zag al vaker aan het werk, maar nooit eerder met zoveel geldings- en veroveringsdrang als op Feast Of Fools, vooral bij Marco dan. Zijn enthousiasme was de vonk die het publiek nodig had om er helemaal voor te gaan en bij de donderende versie van Drowning in Daybreak die de set afsloot stonden ze tot aan de toog van de Asgaard te headbangen. An Evening With Knives zorgde voor een nieuw hoogtepunt op dit festival.
Dat maakte het niet eenvoudig voor Splendidula om daar nog eens over te gaan. Deze Belgische doom/sludgeband kreeg een paar major setbacks te verwerken en is nog wat zoekende naar een nieuwe line up. In Gent hadden zangeres Kristien en drummer Joachim bassist Olivier Puttaert (Tensor, Teras) mee en de nieuwe gitaristen Dries Van Belle en Kenny Depraeter (Winter’s Wrath). Voor Kenny is het misschien nog wat zoeken naar zijn plaats op het podium en in de sound van de band, maar Dries maakte indruk met zijn gitaartechniek en vooral zijn podiumvastheid. Hij beschikt ook over een hoop moves en charisma die we doorgaans eerder in de thrash zien.
Vergelijkingen met de vorige samenstelling van Splendidula zijn van geen tel. De nummers zijn gebleven, maar er staat een andere band op het podium en dus klinken die nummers zowel vertrouwd als anders en fris. Het vergt moed voor een band om ondanks alle tegenslagen door te gaan en dat siert hen. Opgeven zou zoveel makkelijker geweest zijn. Het vertrouwen van Kristien en het enthousiasme van Joachim en Dries trokken in de Asgaard de twijfelaars over de streep. En een pak degelijke songs, dat helpt natuurlijk ook. Splendidula speelde in Gent integraal het Somnus-album dat reeds zovele harten veroverde. Het lang aangehouden applaus was verdiend.
Wie deze Splendidula 2.0 eens live wil zien: op vrijdag 25 november spelen ze in de Q-Factory in Amsterdam, samen met Vetrar Draugurinn overigens.
De afsluiter op Feast Of Fools was het Brusselse Wolvennest. Met liefst zes mensen was het een beetje krap op het podium van de Asgaard. En dan moest er nog plaats gezocht worden voor kandelaars, wierrook-stokken en schedels. Inzake genre is Wolvennest moeilijk in een paar woorden te vatten. Er zit wat atmosferische black in, een beetje death, zelfs een vleugje ambient, wat experimentele psychedelica en dan heb je nog de vocalen van de enigmatische frontvrouw Schazzula, die eveneens synths en theremin speelt. Eén van de drie gitaristen is Marc De Backer, de Belg die een tijdlang deel uitmaakte van de Amerikaanse bands Mucky Pup en Dog Eat Dog. Een bonte verzameling op het eerste gezicht, maar het is een recept dat werkt. Vreemd en intrigerend tegelijk.
De Brusselaars brachten als headliner in Gent een dwarsdoorsnede van hun verschillende releases sinds 2016 die grofweg te catalogeren valt als hun digitale live-album van vorig jaar, aangevuld met enkele extra tracks. Een waardige afsluiter.