Fejd – Nagelfar

Ron Schoonwater omschreef de muziek van Fejd al op onze website als “een heerlijke symbiose tussen metal/rock arrangementen en middeleeuwse folkmuziek”. Op Nagalfar, de derde cd van de band, weet Fejd dit gevoel vast te houden.
Ulvsgald begint met een sireneroep. De aantrekkingskracht is bijzonder. De kracht van de folkmuziek vermengd met rock/metal neemt het over. Wellicht is het wel even wennen dat de teksten uitsluitend in het Zweeds worden gezongen. Voor Nederlanders krijgt het een bijna kneuterig accent, maar het past helemaal binnen het concept van de band. In Sigurd Ring ligt het tempo lekker hoog en mag Esko Salow de drums flink stevig beroeren, doch de sfeerwisseling in het nummer geven het nummer genoeg diepte en daardoor blijft het ook interessant. Titelnummer Nagelfar ligt, evenals Ulvsgald, meteen goed in het gehoor. Een aanstekelijke melodielijn, gecombineerd met een bijzonder ritme en de stem van Patrik Rimmerfors laten het nummer leven. Met Den Skimrande komt er wat meer tempo in het geheel. En het is dat mijn Zweeds zo beroerd is, anders zou ik al dansend in het bos heerlijk meezingen. Stilzitten lukt niet meer. Het is niet alleen maar vrolijkheid wat de moraharpa slaat. Vooral Vindarnas Famn (vrij vertaald als de winden omhelzing) heeft een melancholisch karakter en bouwt het metalgevoel langzaam af om in het slotnummer Haxfard nagenoeg te verdwijnen. Wat overblijft is een uptempo instrumentaal fullfolknummer waarbij de intensiteit en muzikaliteit hoogtij viert. Bijzonder om eens te bekijken zijn de clipjes op Youtube. Een fan heeft toestemming van de band om clips te maken bij de nummers en dat doet hij zeker met overtuiging.
Nagelfard is voor de liefhebber van folkmuziek een pure aanwinst. Enige vergelijkingen zijn te maken met het Duitse Faun, maar dan een tikkie steviger. Nagelfar is een lekkere cd, hoewel Fejd me wel even op het verkeerde been wist te zetten. Eenmaal terug in evenwicht kon ik balanceren op het koord van metal en folk en kregen de composities steeds meer body en werd ik toch wel gegrepen door de (natuurlijke) sound van de band.

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer